Jezus, de naam boven alle naam

Inleiding

In de bijbel beschrijft de naam van een persoon heel vaak het wezen en het werk van degene die deze naam draagt. Dat geldt zeer zeker voor de beteke­nisvolle naam Jezus die God aan zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven.

Naast deze prachtige naam vermeldt de bijbel ook vele andere namen van Jezus, zoals: Christus, Heer, Zoon van God, Zoon des mensen, Lam van God... Deze namen on­der­steunen de betekenis van de naam Jezus; zij benadruk­ken bepaalde facetten van het werk dat God Hem in handen heeft gegeven.

Het geheel van deze namen tekent Jezus in wie Hij is en wat Hij doet. Het beschrijft zijn karakter en zijn wijze van werken. Het geeft zicht op zijn plaats en positie in het Koninkrijk Gods, alsmede zijn taak en opdracht van Godswege ten aanzien van mens en schepping.

Wanneer wij ons willen verdiepen in het werk van Jezus Christus is het dus een goede zaak om allereerst stil te staan bij deze naamsbetekenis­sen.

Eigennaam

Onder de vele namen die in de bijbel aan Jezus worden toegekend is er slechts één die Hem als mens bij zijn geboorte is gegeven en waarmee Hij door iedereen te allen tijde kan worden aangesproken. Dit is zijn enige, ware eigennaam: Jezus. Alle andere namen zijn functione­le toenamen; het zijn benamingen en titels die in de verdere ontwikkeling van zijn leven naar voren komen.

Van wie ontvangt Jezus zijn naam? De bijbel vermeldt dit: recht­streeks van God, zijn Vader. De engel Gabriël brengt deze naam in opdracht van God over aan zowel Maria als Jozef: Gij zult Hem de naam Jezus geven (Luc.1:31 en Mat.1:21). Op grond van dit woord geven Jozef en Maria Hem bij zijn geboorte deze naam (Mat.1:25).

Deze persoonsnaam typeert het wezen en werk van Jezus in het bijzonder. Het is de naam die volledig bij Hem past, de naam die Hem werkelijk eigen is!

Betekenis

De naam Jezus komt van het Griekse woord Jèsous, de vertaling van het Hebreeuwse woord Jeshoe'a. Dit is afgeleid van jasja, een Hebreeuws werkwoord met een zeer rijke inhoud: red­den, verlos­sen, helpen, be­waren, bevrij­den, behouden, over­winnen, de over­win­ning geven, in de ruimte brengen, heil bren­gen, zalig ma­ken.

De naam Jezus betekent dus: redding, verlossing, hulp, bewaring, bevrijding en behoud... het geven van overwinning, het in de ruimte brengen, het schenken van heil, het zalig maken.

Deze naam krijgt Hij van Godswege. God zegt dus: Hier is mijn redding en verlossing, mijn hulp en bewaring, mijn bevrijding en behoud. Door Hem geef Ik de overwinning, breng Ik in de ruimte, schenk Ik heil en maak Ik zalig.

Intermezzo

Sommige commentatoren gaan bij de verklaring van de naam Jezus uit van de gelijkenis van de Hebreeuwse woorden Jeshoe'a en Jehoshoe'a, in het Nederlands: Jozua (of Hosea) en Jehosua. Beide namen zijn van hetzelfde werkwoord afgeleid: jasja. In Jehoshoe'a is er evenwel sprake van een samentrekking met een ander woord: het eerste deel komt van JHWH, dat is Jahweh, de eigennaam van God. Volgens deze verklaring betekent de naam Jezus: God redt, verlost, helpt, bewaart, bevrijdt en behoudt... God doet overwinnen, brengt in de ruimte, schenkt heil en maakt zalig.

In essentie komt deze verklaring overeen met de feitelijke betekenis van de naam Jezus.

Door Gabriël verwoord

De engel Gabriël verwoordt de prachtige betekenis van deze naam. In Mattheüs 1:21 staat: En gij zult Hem de naam Jezus geven. Want Hij is het die zijn volk zal redden van hun zonden.

Andere vertalingen hebben hier: En gij zult zijn naam heten Jezus; want Hij zal zijn volk zaligmaken van hun zonden (SV, LuV)... Dien gij Jezus moet noemen; Hij toch zal zijn volk verlossen van hun zonden (LeV, Can)... En gij zult Hem de naam Jezus geven, want Hij is het die zijn volk behouden zal van hun zonden (Br)... En u moet Hem Jezus noemen, dat is: De Heer bevrijdt, want Hij zal zijn volk bevrijden van hun zonden (GN).

Het Griekse werkwoord dat in dit vers wordt gebruikt, betekent boven­dien: behoeden, bewaren, heel (gezond) maken: een prachtige 'aanvulling' op het hiervoor genoemde Hebreeuwse werkwoord.

God spreekt Zich uit

Met het geven van de naam Jezus tekent God hoogstpersoonlijk het wezen en werk van zijn Zoon. Hij geeft daarin nauwkeurig aan waarom deze er is en wat Hij met en door Jezus wil bewerken. De naam Jezus maakt duidelijk dat God wil dat alle mensen behouden worden en zijn oorspron­kelijke bedoeling met mensen alsnog tot stand komt: het beërven van de zaligheid en heerlijk­heid Gods.

In deze naamgeving wordt alles aangeboden wat nodig is om tot dat doel van God te komen: hulp en red­ding, verlos­sing en bevrijding, bewaring en veilig­heid, lei­ding en op­voe­ding, gezondma­king en genezing. In deze naam laat God heel zijn liefde en zorg, zijn kracht en nabijheid tot uiting komen. Daarin spreekt God zijn hele hart uit!

Wat een diepte en rijkdom van leven en heil ligt er besloten in de naam Jezus!

Personificatie van heil

De naamsbetekenis werpt het volle licht op de persoon en het werk van Jezus. God wil door middel van zijn Zoon de mensheid redden. Daarom is Jezus de redder der wereld en mag Hij tevens de naam Redder dragen. Omdat God door zijn Zoon wil verlossen en bevrijden, is Jezus tevens de Verlosser en Bevrijder. Op dezelfde grondslag mag Jezus ook als Zaligmaker en Heilandworden aange­sproken. Evenzo als HelperBewaar­derLeraarHeel­meesterOverwin­naar..., degene die in de ruimte voert.

Al deze functionele namen zijn rechtstreeks verbonden met de eigen­naam Jezus. Zij liggen daarin besloten en vormen daar één geheel mee.

Jezus is derhalve degene door wie God het heil schenkt en teweegbrengt. De mens in wie dit heil aanwezig is, die dit heil ten volle beli­chaamt. Jezus is de personificatie van het volle heil des Heren.

Enige weg

Daarmee is tevens voor alle mensen de weg tot het beërven van dit heil door God precies aangegeven. Het is alleen door Jezus dat mensen gered kunnen worden van hun zonden, ja volledig verlost en bevrijd kunnen worden uit de greep van Satan en Dood. Hij is degene die daartoe van Godswege is aangesteld. Alleen in en door Jezus is er waarachtig leven van God te verkrijgen; een leven dat nooit ophoudt te bestaan, maar in eeuwigheid zal duren. Buiten Hem is dit niet te vinden, noch te verkrijgen.

God heeft al zijn genade en liefde voor de mensheid in Jezus geconcentreerd en gemanifesteerd. Alleen Jezus kan de mens daadwerke­lijk laten delen in het heil en dit in alle facetten doen beleven. Hij is de Heiland die dit heil in ieders bestaan wil laten doorwerken en tot voleinding brengen. Hij is de Zaligmaker die alle mensen tot de volle heerlijkheid Gods wil opvoeren.

Bekrachtigd

God heeft Jezus niet alleen benoemd tot Redder, Verlosser, Bevrijder, Behouder, Heiland en Zaligmaker en Hem daarmee de verantwoordelijkheid voor dit wereldomvattende werk in handen gegeven. Hij heeft Jezus tevens tot dit schitterende heilswerk ten volle toegerust, Hem daarin bekrachtigd en bevestigd, Hem alle bevoegdheid daartoe gegeven.

Bij de aanvaarding van zijn bediening is Jezus door God, zijn Vader, tot Heer en tot Christus gemaakt (Hand.2:36). God heeft Jezus hoogstpersoonlijk aangesteld, in het ambt ge­plaatst en zijn zegel op Hem gedrukt (Joh.6:27). Jezus heeft daarmee de goddelijke volmacht verkregen om zijn naam 'Jezus' in alle beteke­nissen vorm te ge­ven en uit te werken.

Christus en Heer

De namen Christus en Heer duiden de inhoud en waarde van Jezus' ambt nauw­keu­rig aan. Zij tekenen Hem in zijn unieke taak en bediening in het plan van God met mensen, alsmede in zijn hoogver­heven plaats en positie in het Koninkrijk van God.

Deze namen zijn bijna 'onlosmakelijk' verbonden met de naam Jezus: Hij is de Heer Jezus Christus. Vooral de naam Christus lijkt door het veelvuldige voorkomen in combinatie met de naam Jezus bijna een tweede eigennaam van Hem te zijn geworden. Toch is het van oorsprong een toenaam, een functione­le naam, een titel en geen eigennaam (Stb.63/3).

Gezalfde

Zoals in Studieblad 63 al uiteengezet is, betekent het Griekse woord voor Christus (Christos) hetzelfde als het Hebreeuwse woord voor Messias (Mashiach), namelijk gezalfde. Heel mooi komt dit tot uiting in Johannes 1:42, waar staat: Wij hebben gevonden de Messias, wat betekent: Christus. De Leidse Vertaling heeft hier: Wij hebben de Messias gevonden dat is, vertaald: de gezalfde (Christus). De Groot Nieuws Bijbel verhaalt: We hebben de Messias gevon­den...; Mes­sias betekent hetzelfde als Chris­tus, namelijk 'gezalf­de'!

Zalving

De naamgeving Christus voert ons terug naar het prachtige, indrukwekkende gebeuren waarin Jezus door God tot Christus wordt gezalfd. In Studieblad 69 is hier reeds uitvoerig op ingegaan. We volstaan daarom nu met enkele kernpun­ten. Jezus wordt met zijn innerlij­ke mens, zijn volmaakt en volwassen geestelijk lichaam in heilige Geest gedoopt. Hij wordt vervuld met de Geest van God: in alle bronnen en vezels van zijn bestaan aangedaan met kracht uit de hoge, met de kracht van de Allerhoog­ste. Er ontstaat een nog diepergaan­de eenheid met God dan voorheen, een gemeen­schap met de Vader van hart tot hart.

Bij deze zalving ontvangt Jezus van Godswege de bevoegdheid van het Christus-zijn. In aansluiting op zijn volledige toebereiding verkrijgt Hij de noodzake­lijke goddelijke toerus­ting. Daarmee ontstaat de algehele be­kwaamheid om in de Christus-positie te gaan functione­ren en dit ambt in volheid te gaan bekleden.

Twee personen

Een zalving duidt te allen tijde op een gebeuren waarbij tenminste twee personen betrokken moeten zijn: degene die zalft en degene die gezalfd wordt. Niemand kan zichzelf zalven. Dat zou niets te betekenen hebben; daaraan kan geen enkele waarde worden toegekend.

Jezus' zalving tot Christus heeft wel degelijk iets te betekenen. Het heeft daadwerkelijk iets toegevoegd aan het leven van Jezus. Het houdt ongelofe­lijk veel in ten aanzien van het werk van Jezus. Het is een gebeuren waarin God zalvend (gevend) is opgetreden, en waarin Jezus gezalfd is (ontvangen heeft).

Jezus en God

In de naam Christus blijkt dat Jezus en God niet één en dezelfde persoon kunnen zijn. Het Christus-zijn van Jezus wijst er juist op dat Hij als persoon onderscheiden moet worden van God. Jezus en God hebben allebei een eigen wezen, een eigen persoonlijkheid en een eigen persoonsnaam.

De veel voorkomende gedachte dat Jezus God is, doet de hele waarde van de zalving tot Christus teniet. Deze gedachte is daarom niet juist, niet in overeen­stem­ming met wat de bijbel leert.

Wat wonderlijk mooi dat de naam Christus (Gezalfde) op zich hierover al volstrekte duidelijk­heid geeft. Dat alleen al deze meest bekende toenaam van Jezus op heldere wijze aangeeft dat Hijzelf niet God is! Jezus is de Zoon van God, en niet God zelf! We zullen daar in één van de volgen­de bijbelstudies op terugkomen en het 'zoonschap' van Jezus verder uitwer­ken.

Centrale positie

In de naam Christus komt nog een aspect van grote waarde naar voren. Het duidt op het unieke ambt in het plan van God met mensen, op de zeer speciale, door God bedoelde plaats en functie in de mensheid. Ook hierover is in de Studiebladen al eerder geschreven (Stb.5/4, 63/2); vooral het artikel 'Adam en Christus' (Stb.63) wordt hierbij van harte aanbevolen.

De Christus is in de 'Logos' de centrale persoon. Enerzijds is Hij het hoofd van alle mensen, waaronder al wat in de hemelen en op de aarde is wordt samengevat: het hoofd van de gemeente (Ef.1:10,22). Ander­zijds is Hij de drager van alle dingen, degene die alles in allen volmaakt (Hebr.1:3 en Ef.1:23).

Jezus is als Christus in feite de allesbepa­lende persoon in de mensheid en daarmee de meest karakteristie­ke vertegen­woordi­ger van die door God gescha­pen mensheid. Hij is de door God gezalfde mens door wie God alle mensen wil bereiken, degene in wie God alle mensen wil verenigen tot één. Hij is - na eerst zelf gedoopt te zijn in heilige Geest - de door God aangestelde doper in heilige Geest: bevoegd en in staat om namens God alle mensen die in en door de Christus willen leven, te dopen in en te vervullen met de Geest Gods.

Doel van God

Door het werk van Jezus Christus ontstaat er een mensheid die God al van vóór de grondlegging der wereld voor ogen heeft. Een mensheid, bestaande uit een ontelbare hoeveelheid individuen, gedrenkt in en vervuld met één Geest. Een lichaam dat als welsluitend geheel onder één hoofd is samenge­voegd. Een gemeente, ten volle toebereid en in staat om tot in eeuwigheid als partner van God te functioneren en daarmee het diepste geheimenis van God te openba­ren (Stb.22/2 ev).

In de volheid der tijden neemt God de in-Christus-verenigde mensheid tot Zich op de wijze zoals een man een vrouw tot zich neemt. Zijn oorspronke­lijke plan wordt dan werkelijkheid: een waardige partner voor Hemzelf, naar zijn beeld en gelijkenis, harmonisch bij Hem passend, complemen­tair aan Hem in wezen en werken (Stb.1/6). Het doel van God wordt daarmee bereikt: God alles in allen (1Cor.15:28). Eeuwige heerlijk­heid en zaligheid wordt het deel van allen die in Christus Jezus hun door God bedoelde plaats inneme­n.

Plaats van God en Jezus

In dit uiteindelijke 'huwelijk' tussen God en de mensheid neemt God als Schepper en Formeerder van alles wat is de plaats en positie van de man in. Hij is de enige die deze plaats kán innemen: Hij is Jahweh, de Enige en Waarachtige, de hoogverheven en almachtige God.

De vrouwelijke positie wordt belichaamd door de mensheid: Christus als hoofd en ieder mens afzonderlijk als lid van dit door de Geest Gods verenigde, harmonieuze en majestueuze lichaam.

Jezus neemt als Christus in deze intieme relatie tussen God en mensen dus niet de plaats in van God. Hij is het hoofd van de mensheid. Hij blijft in deze gemeente van de levende God de allerhoog­ste en aller­eerste plaats innemen, de centrale en allesbe­palen­de positie bekleden. Zo heeft God het van oorsprong bedoeld; zo zal het tot in eeuwigheid zijn.

Waarachtig mens

Het Christus-zijn van Jezus duidt van den beginne op zijn plaats temidden van de mensen, zijn werk in de mensen, zijn positie ten opzichte van de mensen, zijn door God bedoelde eenheid en verbonden­heid met de mensen.

De naam Christus karakteriseert de persoon Jezus daarom in zijn aard en wezen. Alleen een mens kan als hoofd van het lichaam, de gemeente - die uit louter mensen bestaat - functioneren. Er kan geen wezensongelijkheid bestaan tussen de vele leden van één lichaam en dus ook niet tussen het hoofd en de overige leden van dat lichaam. Tezamen vormen zij één geheel. Zo heeft God het in zijn schepping bedoeld en uitgewerkt.

Het Christus-zijn van Jezus duidt dus mede op zijn menszijn! Jezus is geen God, maar waarachtig mens, juist omdat Hij de Christus is! Wat mooi dat deze toenaam ook op dit punt volstrekte duidelijkheid biedt.

Zoon des mensen en Zoon van God

Jezus noemt Zichzelf voortdurend de Zoon des mensen. Dat is Hij ook: waarachtig mens in aard en wezen. Tegelijkertijd is Hij de Zoon van God, de eniggeboren Zoon des Vaders! Dat duidt onder meer op de bovenna­tuurlijke conceptie die aan zijn geboorte vooraf is gegaan. Daarin is Hij als mens werkelijk uniek: niemand anders stamt op deze directe wijze af van God. Het is goed om Studieblad 66 hier nog eens op na te slaan.

Deze twee prachtige namen van Jezus staan niet tegenover elkaar: tezamen geven zij opnieuw zicht op wie Jezus is en waartoe Hij van Godswege is bestemd en aangesteld. We zullen in de ko­mende bijbelstudies op beide namen ingaan.

Jezus Christus

Jezus functioneert vanaf zijn zalving in de positie van de Christus. Hij is met alle daarbij behorende bevoegdheden bekleed en kan met alle goddelijke mogelijkheden werken. Hem is gegeven alle macht in hemel en op aarde (Mat.28:18). Hij is de Christus Jezus; Hij heet daarom Jezus Christus!

Jezus voert het werk dat God Hem te doen heeft gegeven met vaste hand uit. Gezeten op de troon is Hij als de grote Heiland der wereld bezig om de wederoprichting aller dingen tot stand te brengen en alle gerechtigheid te vervullen (Hand.3:21 en Mat.3:15).

Naam boven alle naam

Bij zijn troonsbestij­ging heeft God zijn Zoon - mede door het werk dat Hij op aarde heeft verricht - uitermate verhoogd en Hem de naam boven alle naam geschonken (Fil.2:9). Vanaf dat moment is aan de naam van Jezus nog meer goddelijke autoriteit verbonden. Hij is verheven boven alle macht en kracht en sterker gebleken dan alles wat het rijk der duisternis en dood kan opbrengen. Het is de naam waarin elke overwinning op de vijand van God en mensen kan worden behaald en elke stap vooruit op de weg des heils kan worden gezet. Jezus heeft werkelijk alles in handen om mensen zalig te maken.

Indrukwekkend

Wat een prachtige en verheven naam draagt Jezus! En wat een indrukwekkend persoon is Hij die deze naam draagt en waardig is, en alle facetten ervan invult en waarmaakt.

Laten we dit toch vooral beseffen. Wij mogen met deze Jezus verbonden zijn door ons geloof en dagelijks bemerken dat Hij Zich vol liefde met al zijn wezensken­mer­ken, func­ties en mo­gelijkhe­den voor ons inzet. Hij wil Zich in heilige Geest verbinden met ons diepste wezen. En met alles wat in Hem is werkzaam zijn in ons hart en leven om zijn naam Jezus waar te maken en zijn Christus-taak te vervullen.

Hij wil ons verlossen van al onze geestelijke vijanden en in de ruimte van zijn Koninkrijk plaatsen. Ons bevrijden van alle geestelijke banden en de ware vrijheid - die alléén in Hem is - laten beleven. Ons vervullen met al het goede van God en Zichzelf ten volle aan en in ons openbaren. Hij wil Gods bedoeling met ons leven heerlijke werkelijk­heid laten worden en ons als levend lid van zijn lichaam tot volheid en zaligheid voeren. Hij is Jezus Christus, onze Heiland en Zaligmaker!

Reactie

Wanneer de waarde en betekenis van de naam JezusChristus tot ons door­dringt, het voor ons duidelijk wordt wie Hij is, en we bovendien gaan beseffen dat deze Jezus er helemaal voor ons wil zijn, is er eigenlijk maar één reactie van onze kant denkbaar: een ten volle willen ingaan op zijn evangelie, een volledig geloof schenken aan zijn woord en werk, een jezelf helemaal willen geven en toevertrouwen aan Hem.

Wie anders dan Hij kan leven geven? Wie anders dan Hij kan het heil bewerken? Tot wie anders zouden wij heengaan...? Hij is Jezus, Hij is de Christus!

Leven door Hem

Door deze keuze voor Hem zal er in ons hart een warme wederliefde voor Hem kunnen opbloeien, alsmede een verlangen om Hem steeds beter en persoonlij­ker te leren kennen. We wijden ons dan in geloof en gehoorzaamheid aan Hem toe en stellen ons in diepe afhankelijk­heid van Hem op. We spreken zijn naam vol eerbied en dankbaar­heid uit en geven Hem alle mogelijkheden om zijn werk in ons te doen.

Het geloofsvertrouwen zal hierdoor toenemen. De zekerheid dat Hij ons leven leidt en vervult tot alle volheid Gods, doet ons standhouden en overwinnen.

We leren leven door Hem. In deze leef- en werkgemeenschap met Hem mogen we alles doen in zijn naam, dat wil zeggen: op zijn aanwijzing, naar zijn wil en vanuit de positie in Hem verkregen, dus met de macht en kracht die in deze naam - in Hem - aanwezig is.

Gemeenschap met Hem

Wij mogen Jezus Christus leren kennen zoals Hij werkelijk is, Hem leren bekennen, in de betekenis van: gemeenschap met Hem hebben. Dat is Gods bedoeling, daartoe zijn wij van Godswege geroepen (1Cor.1:9). Besef daarbij dat Hij ons in de heilige Geest heel dicht nabij is geko­men: Hij heeft door het geloof in onze harten woning gemaakt (Ef.3:17) en wandelt temidden van de zeven gouden kandela­ren, beeld van de plaatse­lijke gemeenten (Op.1:13).

We mogen Jezus in de verheven positie waarin Hij is gesteld, vrijmoedig benaderen. Maar laten we dat vooral met eerbied doen en in diep ontzag. Hij is Jezus, de Christus Gods! We hoeven geen angst te hebben voor Hem, want in de volmaakte liefde die van Hem naar ons uitgaat, is daarvoor geen plaats (naar 1Joh.4:18). We mogen zijn grootheid beseffen, in zijn mogelijkheden geloven en alles van Hem verwachten.

Genade Gods

Ons leven wordt door deze relatie met Jezus intens verrijkt! Er is ontwikkeling en groei, verdieping en bekrachtiging. Wij raken vast geworteld en verankerd in Hem, die ons leven is. De verdere verlossing krijgt gestalte in de naam van de Verlosser. We overwin­nen steeds meer in de naam van onze grote Overwinnaar. Het heil treedt te voorschijn onder de bezielende leiding van de Heiland.

Wat een genade is ons hierin door God geschonken: in deze Christus te mogen zijn en leven, en met de naam van Jezus Christus te mogen werken!

Dank en aanbidding

We behoren onze God voortdurend te danken voor wat Hij ons in zijn Zoon gegeven heeft. Alle aanbidding en lofprijzing is daarom voor Hem, onze God en Vader, die ons met allerlei geestelijke zegen in de hemelse gewesten gezegend heeft in Christus Jezus (naar Ef.1:3).

Laten we ons bewust zijn van deze geestelijke zegeningen en ook onszelf ten volle inzetten voor het werk dat Jezus in ons wil voortzetten en voltooien. In en door Hem zullen we deel krijgen aan het volle heil!