Geheimenissen onthuld (3)

Inleiding

In de vorige twee Studiebladen is de werkzame geest in het geheimenis der wetteloosheid aan de kaak gesteld. Zijn naam is Belial, de overste der wetteloze en weerspannige geesten.

Deze Belial zal zich tezamen met Apollyon in de eindtijd gaan openbaren als de geest van de antichrist.

In dit artikel willen we nagaan wat er bij deze openbaring gebeurt en wat daaraan voorafgaat. Daardoor zullen de werkingen van Belial in de huidige fase van de geeste­lijke ontwikke­ling ten volle kunnen worden doorzien en zal de gemeente van Jezus Christus de voorzegde overwin­ning op hem en zijn soortge­noten kunnen behalen.

Beest uit de zee

In Openbaring 13:1 ziet de apostel Johannes in een visioen over de eindtijd een afschuwe­lijk beest met zeven koppen en tien horens uit de zee opkomen. Dit beest wordt in hoofdstuk 11:7 en 17:8 het beest uit de afgrond genoemd.

Deze benamingen komen overeen. De zee vormt in haar totali­teit het beeld van het dodenrijk. Zij omvat een gebied waarin nog enig licht kan doordrin­gen - de 'lichtzijde' van het dodenrijk - en een terrein waarin dit absoluut niet meer kan gebeuren. Deze 'diepte der zee' wordt in de bijbel de afgrond genoemd. Het duidt op de geestelij­ke situatie die door Apollyon en zijn verderfengelen wordt bepaald (zie Stb.31).

Het beest dat Johannes ziet, komt op uit de diepte der zee; het komt op uit de afgrond.

Overdracht

Aan dit beest wordt door de draak alle kracht en troon en grote macht gegeven (Op.13:2). In dit beest - deze grote geest - wordt dus alle kracht en macht vanuit het rijk der duisternis bijeengebracht.

Het beest krijgt van Satan bovendien zijn troon. Daarmee wordt de zeggen­schap over het gehele rijk der duisternis en de eindver­antwoorde­lijkheid voor het verdere verloop van de gebeurtenis­sen in handen gegeven van deze geest.

Satan zèlf treedt terug. Hij doet afstand van zijn troon. Alles wordt overgedragen aan het beest. De geest die op dat moment in volle gedaante openbaar komt, zal het antichris­telij­ke werk moeten gaan afmaken.

Geest van de antichrist

Dit beest is de uiteinde­lijke en definitieve verschijnings­vorm van de geest van de antichrist (1Joh.4:3). Het geheimenis der wetteloos­heid zal daarmee de eindfase ingaan. Het zal niet langer in het verborgene blijven doorwer­ken, maar in de volle openbaarheid gaan treden.

In Studieblad 59 is reeds gesteld dat de antichristelijke geest in zijn uiteindelijke openbaringsvorm een samensmelting is van Belial en Apollyon. Het beest uit de zee zal dus de kenmerken van deze beide geesten moeten dragen.

Beest uit de aarde

Johannes ziet ook nog een ander beest opkomen en zich openbaren: het beest uit de aarde. En het had twee horens als die van het Lam (Op.13:11).

Dit is de aanduiding van de mens die zich in de eindtijd als de grote tegenhanger en tegenstander van Jezus Christus, het Lam Gods, gaat openbaren. Het is de valse profeet (Op.16:13, 19:20), de uiteindelijke en definitieve antichrist, de eersteling en daarmee het hoofd van de anti­christelijke gemeente.

Deze mens is degene die als eerste in de antichristelijke geest gedoopt wordt en daar geheel mee vervuld raakt (Stb.59 blz.3,4). Hij gaat daardoor spreken als de draak en alle macht van het beest uit de afgrond uitoefenen (Op.13:12).

In hem begint de laatste en grootste afval der heiligen. Hij zal naar de werking des Satans velen die op de aarde wonen, verleiden met allerlei krachten, tekenen en bedrieglij­ke wonderen, en met allerlei verlokkende ongerechtigheid (Op.13:14 en 2Thes.2:9,10).

Verband

De bovengenoemde gebeurtenissen uit Openbaring 13 hebben een direct verband met elkaar. Zij vinden ook tegelijkertijd plaats.

Pas wanneer Satan een volwassen geestelijk mens heeft kunnen verleiden en deze tot antichrist zal kunnen aanstellen, zal het beest uit de zee in volheid te voor­schijn kunnen komen - geheel uit de zee kunnen opkomen - en als antichris­telijke geest in deze mens - het beest uit de aarde - kunnen varen.

In feite krijgt deze mens van Satan alle macht in handen over het gehele rijk der duisternis. Voor dat verleidelijke aanbod van Satan is hij bezweken. Door de doop en vervulling met de antichriste­lijke geest - die bekleed is met alle kracht en troon en grote macht - krijgt deze machts­overdracht zijn beslag in de geestelijke wereld. Deze mens wordt hiermee door de duivel tot anti-'christus' en anti-'here' gemaakt. (De parallel met de gebeurtenissen rondom Jezus - die bij Zijn doop in heilige Geest door God èn tot Here èn tot Christus werd gemaakt (Hand.2:36) - is opvallend!)

De leiding en verantwoording over alle satanische, wetteloze en verderven­de werkingen liggen vanaf dat moment bij deze tegenstander, deantichrist!

Merkteken

De antichrist zal na zijn openbaring en 'inwijding' rondgaan als doper in de anti­christelijke geest. Hij zal aan allen die voor zijn verleidingen bezwijken - kleinen en groten, rijken en armen, vrijen en slaven - een merkteken geven, waardoor zij verbonden zullen worden en blijven met de naam van het beest (Op.13:16,17).

Zij zullen aan hun voorhoofd of rechterhand worden verze­geld: het tegen­beeld van wat bij de zonen Gods is gebeurd bij hun doop in heilige Geest (Op.7:3).

Door deze doop worden de afvalligen innerlijk verbonden mèt en eveneens doortrokken vàn de antichristelijke geest, het beest uit de afgrond. En daardoor met de antichrist, het beest uit de aarde. Zij zullen voortaan 'in hem' en 'door hem' werkzaam zijn. Zij zullen als zonen des verderfs en mensen der wetteloosheid in alle delen verbonden zijn met de zoon des verderfs, de mens der wetteloosheid. Op een wijze zoals de zonen Gods verbonden zijn met de Zoon Gods, Jezus Christus.

Kop

Van het beest uit de zee wordt in Openbaring 13 iets bijzonders beschreven: En ik zag één van zijn koppen als ten dode gewond, en zijn dodelijke wond genas... (vs.3).

In vers 12 wordt gesproken over het beest welks dodelijke wond genezen was. De dodelijke wond van het beest bevindt zich dus aan de kop die het meest karakteristiek genoemd mag worden voor het beest.

De zeven koppen duiden op zeven bergen (Op.17:9). Dit zijn zeven koningen (vs.10), dus zeven grootvorsten uit de legermacht van Satan.

Onder de aanvoerders in de legermacht van Satan neemt Belial een eerste plaats in. Hij zal dus behoren tot deze zeven koppen van het beest en onder hen de belangrijkste positie innemen. Hij vormt in feite de kop van het beest: hij toont het ware, wetteloze gezicht van de antichristelijke geest.

In Openbaring 17:10,11 blijkt dit eens te meer! Van de zeven koppen blijft er uiteindelijk maar één over, de ware en feitelijke kop van het beest: Belial!

Achterlijf

Indien de kop van het beest representatief is voor Belial, zal het achterlijf van het beest typerend moeten zijn voor Apollyon.

De beschrij­ving van dit lijf uit Openbaring 13:1,2 geeft een indruk van de enorme kracht van het beest: er wordt melding gemaakt van een beest als een luipaard gelijk, met poten als van een beer, en van tien horens op zijn rug... Een afzichtelijk geheel!

Apollyon is inderdaad een zeer krachtige geest. Hij is in staat om alles wat onder zijn macht is gekomen, vast te houden en lam te leggen (Stb.31)!

Deze grote en verdervende kracht van Apollyon wordt toegevoegd aan alles wat door Belial reeds is ingebracht in deze geest van de antichrist.

Niets onmogelijk

Mede hierdoor zal het voor de antichrist mogelijk worden om - door middel van de antichristelijke geest - in het hart van vele zonen des verderfs tegelij­kertijd werkzaam te zijn en alles in allen te kunnen beheersen en besturen. Hierin zal hij zich als wederom als tegenhanger van Jezus Christus manifesteren. Deze zal immers door de Geest Gods alles in allen gaan volmaken (Ef.1:23).

Tevens zal de antichrist hierdoor in staat zijn om de put des afgronds te gaan openen (Op.9:1,2) en de vele demonen die tot op dat moment in de afgrond gevangen worden gehouden, los te maken en opnieuw in te zetten voor zijn destructief werk. Hij heeft de macht van de koning van de afgrond in zich!

De antichrist kan vanaf zijn openbaring als beest uit de aarde gaan werken met alle macht en kracht van het beest uit de zee. Dus met alle kracht en ervaring uit de legermacht van Satan en met de grootste kracht uit het dodenrijk. Hij denkt en gelooft dat hem daardoor niets meer onmogelijk zal zijn!

Volheid

Het beest dat uit de zee opkomt, is representatief voor het antichriste­lijke in al zijn volheid. De wetteloosheid loopt voorop - de kop. Het verderf volgt - het lijf.

Wetteloosheid leidt te allen tijde tot verderf. Het vormt het begin daarvan, het draagt het verderf reeds in zich.

In deze volgorde zal Johannes het beest uit de zee hebben zien opkomen. Allereerst zijn de koppen - en daarmee de kop - boven water gekomen. Zij zijn de voorlopers, de wegbereiders van wat uiteindelijk naar boven zal komen: het lijf, het verderf.

Belial bereidt het moment voor van de volle openbaring van het verderf en de verderver - Apollyon. Hij is bezig het geheimenis der wetteloos­heid voortgang te laten vinden. Vooral door zijn werkingen heen zal het beest uit Openbaring 13:1 zich in de nabije toekomst geheel uit de zee kunnen gaan verheffen en zijn allesver­dervende intrede gaan doen in het leven van de mensheid.

Occult

De koppen van het beest zijn in de fase voorafgaande aan de volle openba­ring reeds met het lijf verbonden. De zeven koningen uit de legermacht hebben dus al lang voor dat allesonthullende moment een zekere relatie met Apollyon gekregen. Dit kan alleen maar duiden op het feit dat deze grootvorsten eenmaal in de afgrond hebben vastgezeten en daar naderhand op occulte wijze uit zijn losgekomen. Daaraan hebben zij die 'verbinding' met Apollyon, de heerser over de afgrond, overgehouden. Zij zijn daardoor als het ware 'gebrand­merkt'. Zij dragen het klimaat van het verderf sindsdien bij zich (zie ook Stb.50).

Zondvloed

Dit doet ons terugdenken aan de zondvloed. Dat zal het moment moeten zijn geweest dat deze grootvorsten - waaronder Belial zèlf dus ook - in de afgrondsituatie terecht zijn gekomen. Naden­kend over de gebeurtenissen in de voortijd is dat ook wel verklaar­baar.

Na de eerste zonde van de mens was Belial door Satan erop uitgestuurd om op het aangegeven spoor door te gaan. Satan zèlf had zich teruggetrok­ken. Belial moest vooraan gaan en te midden van de overige grootvorsten een centrale positie innemen in de verdere neerwer­ping van de door God geschapen wereld. Hij werd in uitvoe­rende zin belast met de leiding daarin. Hij zal derhalve verant­woordelijk zijn geweest voor alle wetteloos­heid die zich in die voortijd heeft geopenbaard.

Reuzen

We hebben geschreven over de reuzen in de voortijd, over mannen als Lamech (Stb.45). Deze mensen zullen verbonden zijn geweest met de grootste reuzen uit het leger van Satan. Zij zullen deze geesten niet hebben willen loslaten toen de zondvloed over de aarde kwam. Belial kon op dat moment in geestelijke zin dus geen kant meer uit. Hij zal op dat moment zèlf gevallen zijn in de kuil die hij al voor zoveel mensen had gegraven of laten graven. Hij zal - geheel tegen zijn wil - gekomen zijn onder de macht van degene waar hij tot op dat moment al zovelen had ondergebracht: onder Apollyon.

Bij de torenbouw van Babel zal Belial weer als één der eersten zijn losgekomen. Satan zal vooral hem hebben willen terughalen om het duivelse werk in de mensheid verder voort te zetten.

Eiland

Sinds die tijd zal Belial als een occulte grootvorst hebben geopereerd, als een eiland (Stb.50 blz.5-8), een berg die gefundeerd is op de bodem van de zee, de afgrond. Op deze wijze zal hij de bovengenoemde relatie hebben verkregen met de koning van de afgrond.

Vanaf dat moment zal Belial dus als de grote kop van het beest, te midden van andere koppen, hebben gefunctioneerd. De uitingen van zijn eigen wezen zullen hierdoor nog eens extra onderstreept zijn: wetteloze, verderver van waarde. In zijn antigoddelijk - en na de komst van Jezus Christus anti­chris­telijk werk - is een occulte, betoverende en bevangende kracht werkzaam geworden. Hij is zich als een afgod gaan gedragen.

Gewond

Van deze belangrijkste kop van het beest - van Belial dus - wordt in Openba­ring 13:3 vermeld: En ik zag één van zijn koppen als ten dode gewond, en zijn dodelijke wond genas...

Bij de openbaring van de antichrist geneest de kop, die daarvoor als ten dode gewond is geraakt. Belial komt in deze antichrist, opnieuw tot volle activiteit, nadat hij daarvoor in zijn werkzaamheden bijna geheel is 'gedood', dus is overwonnen.

Deze dodelijke wond is hem toegebracht door het zwaard (vs.14), en dat kan in dit geval alleen maar duiden op het woord van God, waarin de kracht van de Geest Gods werkzaam is. En wie anders dan de gemeente van Jezus Christus zal hem deze dodelijke slag hebben kunnen toebrengen?

Zonen Gods

Er moet dus in de fase voorafgaande aan de openbaring van de antichrist iets bijzonders zijn geschied binnen de gemeente van Jezus Christus. En dat is ook zo.

De gemeente, uitgebeeld door de vrouw uit Openbaring 12, heeft gebaard. De eerstelingen der zonen Gods hebben zich binnen de gemeente geopenbaard. De kostelijke vrucht waar de Landman zo lang op heeft gewacht, is rijp geworden, zichtbaar geworden.

De late regen die daarvoor nodig was, heeft zijn doel in de eerstelingen bereikt (Jac.5:7). En deze heerlijke werking van het woord Gods in de gemeente van Jezus Christus zal in de fase daarop vol­gend nog veel méér zonen Gods tot de volmaaktheid en volwassenheid voeren.

Weerhouder

Deze late regen was de gemeente van Jezus Christus eeuwen- en geslachten­lang onthouden. Niet door God of Jezus, maar door de grote weerhouder van de late regen, de vorst der wetteloosheid en weerspannig­heid. Deze heeft het hart van het volk van God lange tijd weerbarstig en weerspannig kunnen maken en houden, waardoor de regens geweerd en ingehouden werden, en met name de late regen niet kon komen (naar Jer.3:3 en 5:23-25).

We zouden dit wel één van de belangrijkste taken van Belial kunnen noemen. Hij dient - in opdracht van Satan - ervoor te zorgen dat er geen zonen Gods openbaar komen in de gemeenten van Jezus Christus en dat het geheimenis Gods, het geheimenis van Christus niet tot voltooiing gebracht zal kunnen worden. En daarom richt hij zich met name op het weerhouden van de late regen.

Dit is de harde kern in het geheimenis der wetteloosheid. Het gaat in tegen alles wat God bedoelt en Jezus wil bewerken.

Passeren

Uit het bovenstaande mogen wij concluderen dat Belial dit satanische doel niet zal bereiken. Integendeel: dit bezigzijn in de gemeenten van Jezus Christus zal hem dodelijk gaan verwonden, het zal het beest uit de zee bijna de kop gaan kosten!

Wij mogen dit als een heerlijke toezegging van heil en overwinning zien: Belial zal ten diepste beschaamd komen te staan in de komende tijd. Wij zullen hem niet alleen ontmaskeren, maar ook geheel mogen passeren en hem daarbij dodelijk verwonden!

Wij zullen het doel van God daadwerkelijk gaan bereiken; onze geeste­lijke ontwikke­ling zal door hem niet kunnen worden tegengehou­den!

Late regen

De late regen zal ruimschoots gaan stromen in die gemeenten van Jezus Christus die zich richten op het voleindigen van het geheimenis Gods. Het woord van Christus zal rijkelijk wonen in de harten van hen die zich ten volle als mensen-in-Christus gedragen. Zeker waar zij in de tijd van deze regens de Here vragen en bidden om die late regen. Een stortbui zal de Here hen geven, voor iedereen gewas op het veld (Zach.10:1).

Waar wij werken met het geopenbaarde woord en handelen naar de verkregen inzichten, zal het woord Gods niet van zijn kracht kunnen worden beroofd, maar juist zijn volle kracht gaan openbaren. Dan zal ook deze berg, dit eiland, deze grootvorst Belial, in onze hemelen werkelijk van zijn plaats kunnen worden gerukt (Op.6:14). Dit houdt in dat hij zijn weerhouden­de invloed op de levende leden van de gemeente van Jezus Christus geheel zal verlie­zen.

Dodelijk

En dat is voor (de kop van) het beest uit de zee hetzelfde als een dodelijke wond. Het doel wordt niet bereikt. De opdracht, het werk kan niet worden voltooid. Hij is ontdekt, ontmaskerd, openlijk tentoongesteld, overwonnen, gepasseerd. Hij heeft moeten toestaan dat er zonen Gods openbaar zijn gekomen. Dat heeft hij niet kunnen verhinderen!

Hernieuwde activiteit

Dat Belial daarna in de antichrist opnieuw tot volle activiteit zal kunnen komen - de dodelijke wond zal immers genezen - is voor de huidige fase van de geestelijke ontwikkeling van onderge­schikt belang. Daar behoeven we ons nu geen zorgen om te maken.

In de gemeente van Jezus Christus zullen in die fase de eerste volmaakte en volwassen zonen Gods al openbaar zijn gekomen en nog vele andere zonen zullen dat voorbeeld gaan volgen. De Geest Gods zal in volheid werkzaam zijn binnen de gemeente.

Voor hen die de waarheid liefhebben en niets anders willen doen dan de wil van God, zal de gemeente een oord zijn waar absolute veiligheid is tegen elk boos opzet. Zij genieten volledige bescherming tegen elke vijandelijke aanval en krijgen alle ruimte om daadwerkelijk te leven naar Gods bedoe­ling.

Einde

Ook in die fase zal Belial niets kunnen uitrich­ten tegen de gezegenden des Heren, zelfs al heeft hij zich tezamen met Apollyon kunnen manifes­teren in de anti­christ en diens gemeente.

Bij de laatste grote confrontatie tussen Jezus Christus tezamen met Zijn verheer­lijkte Gemeente en de antichrist en diens gemeente, zal deze tegen­stander door de Here Jezus geheel worden gedood door de adem Zijns monds en volledig machteloos worden gemaakt door Zijn verschijning (2Thes.2:8).

Als gevolg hiervan zullen Belial en Apollyon - tezamen met de valse profeet - als eersten gestalte moeten gaan geven aan de buitenste duister­nis, het eeuwige vuur, de tweede en definitieve dood, de hel, de plaats die voor de duivel en zijn engelen is bereid (naar Op.19:20; zie ook Stb.31). Daar zullen zij boeten met een eeuwig verderf, ver van het aangezicht des Heren (2Thes.1:9). Dat zal hun einde zijn!

Belangrijk

Wij bevinden ons als gemeenten van Jezus Christus in de aanloopfase, de tijd die voorafgaat aan de openbaring van de eerste zonen Gods, de openbaring van de antichrist en de voleinding aller dingen. De geheimenis­sen van het Koninkrijk der hemelen worden steeds verder ontslo­ten. Het gaat erom dat wij Jezus de gelegenheid geven Zijn werk in ons te voltooien. En dat wij Belial alle werkterreinen in ons leven ontnemen. Het één kan niet zonder het ander!

Dan zal de volle overwinning ons persoonlijk deel worden en de positieve ontwikkeling ondanks het grootst mogelijke verzet kunnen doorgaan. Daarover de volgende keer meer.

Nu reeds mogen wij roemen in de hoop op de heerlijkheid Gods en vol geloof belijden: Prijs God, die ons te allen tijde in Christus doet zegevieren!