Door de Geest spreken in de gemeente (2)
Inleiding
Jezus wil zijn gemeente te voorschijn roepen en tot volheid brengen. Hiertoe spreekt en werkt Hij in ons midden door heilige Geest. Hij openbaart Zich aan ons, in ons en door middel van ons. Op een wijze die Hij juist acht, in een vorm die Hij goed acht. Hij bewerkt de vorming van geestelijke banden en pezen in zijn lichaam (BS 9 t/m11) en deelt op het terrein van de geestelijke gaven aan ieder het zijne toe, naardat Hij wil (1Cor.12:11 LuV). Hij rust ons allen toe tot dienstbetoon, tot opbouw van zijn lichaam (naar Ef.4:10,11).
Openbaringen
In deze ontwikkeling spreekt en werkt Jezus niet alleen door middel van charismatische woorden en daden die Hij door heilige Geest in ons bewerkt. Hij spreekt en werkt óók door rechtstreekse, goddelijke openbaringen die Hij ons eenvoudigweg geeft: als ‘dorea’, ‘geschenk’. Paulus spreekt in 1 Corinthiërs 14:30 over openbaringen die mensen ten deel vallen, krijgen (Wb), ontvangen (Can), geschonken worden (Br).
In onze bijbelstudie over het ‘door de Geest spreken in de gemeente’ verdienen ook deze werkingen van de Heer onze volle aandacht. We gaan er in dit artikel dieper op in.
Woordbetekenis
Door een openbaring wordt iets onthuld, opengelegd en bekend gemaakt dat voorheen verhuld, verborgen en onbekend was.
De Studiebijbel zegt: Een openbaring legt in het Nieuwe Testament gewoonlijk verborgen kennis bloot voor geestelijke waarneming, bijvoorbeeld een geheimenis (Rom.16:25) of wat nog moet gebeuren (Op.1:1).
De Online Bijbel spreekt bij zijn verklaring van het Griekse grondwoord voor ‘openbaring’ - apokalupsis - over een ‘inwendige en blijvende onthulling aan de nadenkende gelovige’. Een omschrijving die het wezenlijke van het ontvangen van een openbaring nauwkeurig aangeeft. Het gebeurt ‘inwendig’: het vindt plaats in de geestelijke wereld. Niet willekeurig, maar aan een ‘nadenkende gelovige’. Het is een werking van heilige Geest in de hemel van een kind van God die bezig is met het zoeken van de dingen die boven zijn, waar Christus is. Het is een tegemoetkoming van Jezus aan de zijnen.
Vele vormen
De vorm waarin een openbaring tot je komt, kan verschillen. Je kunt iets van Godswege te zien krijgen. De bijbel spreekt in dit kader over visioenen, verschijningen, dromen en (nacht)gezichten. Het is ook mogelijk dat je op bovennatuurlijke wijze iets te horen krijgt: een stem, zoals Samuël (1Sam.3), of een bepaald woord, zoals Daniël (Dan.10:1). Dit zien en horen kan ook samen opgaan, zoals bij de roeping van Mozes (Ex.3).
Je kunt ook een bijzondere inval krijgen waardoor iets je opeens heel duidelijk wordt, je het in één keer begrijpt. Op deze wijze wordt aan Petrus geopenbaard dat Jezus de Christus is (Mat.16:17). Dat bedenkt deze discipel van Jezus niet zelf. Hij heeft het ook niet van anderen gehoord: vlees en bloed hebben hem dit niet duidelijk gemaakt. Deze uitspraak ontspringt evenmin aan een met Jezus ‘samengegroeid’ denken; het is geen charismatische uiting, maar een goddelijke openbaring: het wordt Petrus rechtstreeks van Godswege gegeven.
Bovennatuurlijk
Door ‘openbaring’ kun je opeens weten of en hoe je iets moet doen, moet zeggen of moet aanpakken, enz. Denk bijvoorbeeld aan de woorden van Jezus: Neem u daarom in uw hart voor, niet vooraf te bedenken, hoe gij u zult verdedigen. Want Ik zal u mond en wijsheid geven, welke al uw tegenstanders niet zullen kunnen weerstaan of weerleggen (Luc.21:14-15).
Wanneer de Heer je iets openbaart, ontvang je op bovennatuurlijke wijze inzicht, kennis, leiding, wijsheid, genade, kracht... Voor grote en belangrijke dingen, of voor kleine en minder in het oog lopende zaken. Jezus komt je op hemelse wijze tegemoet met wat je op dat moment nodig hebt.
Vele mogelijkheden
Openbaringen kunnen ons in allerlei situaties en op allerlei momenten ten deel vallen. Bijvoorbeeld in je persoonlijke omgang met de Heer, in ontmoetingen met elkaar, of in gemeentelijke samenkomsten. De ene keer alleen bestemd voor jezelf, als bevestiging. Een andere keer ook voor je broeder of zuster, als bemoediging. Of voor de gehele gemeente als vertroosting.
De Heer kan je langs deze weg op bijzondere manier leiden in je spreken en werken. Of je als toehoorder een bijzondere ervaring geven.
Openbaringen geven op specifieke wijze blijk van de werkzame tegenwoordigheid des Heren. Het zijn werkingen van heilige Geest in ons leven. Ze beslaan het hele terrein van ons geestelijk bestaan.
Soeverein
Op deze wijze kunnen dingen die zelfs voor wijzen en verstandigen verborgen blijven, aan kinderen worden geopenbaard (Mat.11:25). Met andere woorden: aan kleinen, eenvoudigen en onmondigen (Can, LeV, LuV). Het ontvangen van een openbaring is niet gekoppeld aan de staat van iemands geestelijke ontwikkeling. Een openbaring wordt niet ontwikkeld of verworven, maar ontvangen. Niet bewerkt of gewrocht, maar geschonken. Hierin verschilt een openbaring van een charismatische uiting. Op het terrein van openbaringen handelen God en Jezus soeverein. Zij bepalen het moment en nemen het initiatief. Zij geven: direct en eenvoudigweg.
Onderscheiden
Het ontvangen van een openbaring mogen we niet verwarren met het toenemen in helder inzicht en alle fijngevoeligheid om te onderscheiden waarop het aankomt (naar Fil.1:9,10). Het eerste wordt je van Godswege geschonken; het laatste mag in gemeenschap met Jezus worden ontwikkeld.
Het zien van een beeld of visioen dienen we te onderscheiden van het (meer en meer) zicht krijgen op de waarheid en werkelijkheid van Christus. Het eerste doelt op een (inwendig) zien; het laatste op een leren doorzien en begrijpen. Het eerste mag je ontvangen, het laatste mag je verwerven.
Openstellen
Je kunt je in zien van goddelijke visioenen niet oefenen; je zou je dan alleen maar wat gaan ‘verbeelden’. Je kunt wel groeien in het onderscheiden en beoordelen van deze beelden en visioenen.
Het is evenmin mogelijk om goede, heldere invallen te bedenken. Laat staan om je hierin te bekwamen. Wel is het mogelijk om je in gemeenschap met Jezus te oefenen in het verwerken, toepassen en doorgeven van wat Hij openbaart.
Je kunt je in het ontvangen van openbaringen niet ontwikkelen, ook al ben je gedoopt in heilige Geest en denk je nog zo diep na. Ze moeten je door Jezus worden gegeven. Je kunt je er wel voor openen, je ervoor beschikbaar stellen. Je mag de Heer er zelfs vol geloof en verlangen om vragen: Heer, openbaar uw raad, geef licht op deze zaak. Geef wijsheid, laat mij zien hoe nu te handelen.
Charisma of dorea?
Openbaringen vallen op grond van het voorgaande niet onder de charismata, veeleer onder de dorea’s (BS 12/3). Het zijn schenkingen van boven. Rechtstreeks van God en Jezus. Tot ons komend door de Geest van wijsheid en van openbaring (Ef.1:17), de Geest die ook alle charismata in de gemeente van Jezus bewerkt.
Het is belangrijk om dit onderscheid te maken. De ontwikkeling van geestelijke gaven komt anders stil te liggen; het verwerven van kennis, (profetisch) inzicht en wijsheid is dan niet meer belangrijk, onderscheiding van geesten wordt dan niet meer ‘beoefend’.
Verband
We dienen charismatische uitingen te onderscheiden van goddelijke openbaringen, zonder ze van elkaar los te maken. Paulus noemt het ontvangen en doorgeven van openbaringen in een gedeelte over het functioneren van geestesgaven in de gemeente (1Cor.14:26-40, zie ook 14:6). En terecht: er is een duidelijk verband tussen de verschillende werkingen van deze éne Geest.
Een geestesgave - een geestelijke begaafdheid - kun je pas gaan ontwikkelen nadat je de doop in heilige Geest als gave hebt ontvangen (BS 12/3). Met andere woorden: de basis, het fundament van ieder charisma is het dorea.
Fundamenteel en actueel
Zou dit alleen gelden voor het begin van deze ontwikkeling? Zouden God en Jezus op deze wijze ook niet tijdens de ontwikkeling van charismata geestelijke impulsen willen geven, teneinde deze ontwikkeling te stimuleren? Door een openbaring in de vorm van een visioen of woord, door het schenken van nieuw en verhelderend licht op bepaalde zaken? Door inwendige en blijvende onthullingen aan nadenkende gelovigen (zie blz.1)? Het fundamentele blijft ook in de opbouw en verdere ontwikkeling actueel. Dit geldt voor alle aspecten van de groei naar het volwassen leven Gods.
Jezus komt ons bij het nog onvolkomen en onvoldoende functioneren van geestelijke gaven in zijn gemeente heerlijk tegemoet. Het gevolg is, dat we - ondanks wat nog niet is - mede door het uitzien naar de openbaring van Jezus Christus ten aanzien van geen enkele genadegave tekort komen. Ik geloof dat we 1 Corinthiërs 1:7 ook op deze wijze mogen lezen. God zal mede langs deze weg in al onze behoeften naar zijn rijkdom heerlijk voorzien, in Christus Jezus (Fil.4:19).
Aanvullend
Visioenen geven stof tot nadenken. Bepaalde woorden brengen je verder in je denken, openen nieuwe perspectieven. Je mag er in gemeenschap met de Heer op doordenken, op charismatische wijze in verder gaan. Goddelijke openbaringen zetten aan tot verdere groei en ontwikkeling van het leven Gods in de gemeente. Ze werken stimulerend en aanvullend op het hele terrein van het charismatische spreken en werken. In deze zin zijn ze verbonden met het functioneren van geestelijke gaven in de gemeente van Jezus Christus.
Samen op
Geestelijke begaafdheden mag je in gemeenschap met Jezus ontwikkelen. Hij geeft kracht en reikt alles aan om deze vermogens te verwerven (naar Deut.8:18). Op het terrein van het spreken door de Geest is het mogelijk en aan de orde om kennis, inzicht en wijsheid te verwerven (Spr.4:5, 18:15).
Je mag ook om wijsheid bidden (Jac.1:5), om kennis en inzicht vragen (Col.1:9). Zeker als je hierin op enig moment tekort schiet. God geeft aan allen die Hem hierom in geloof bidden, eenvoudigweg en zonder verwijt.
Vanuit beide invalshoeken mogen we ons richten op het vermeerderen van deze hemelse kennis en wijsheid. Niet alleen maar bidden en vervolgens (af)wachten totdat het je al of niet gegeven wordt. Ook niet alleen maar werken en denken dat het door al die (eigen) inspanning tot stand komt. Het één en het ander: bid en werk! Juist in het samen op gaan van het ‘ontwikkelen’ en ‘ontvangen’ zullen kennis, inzicht en wijsheid ruimschoots tevoorschijn komen in onze levens, zullen alle geestelijke gaven in de gemeente tot volheid komen.
Opstelling
Dit vraagt om een soepele en flexibele opstelling, een opmerkzaam en ontvankelijk hart, een voortdurende afhankelijkheid van en gerichtheid op Jezus. Waardoor Hij het je op een bepaald moment zomaar kan geven en het in een andere situatie in je kan bewerken.
Het leven met Jezus bestaat niet uit vaste patronen. Het is en blijft boeiend, afwisselend en verrassend. Hij werkt in ons op basis van liefde en trouw, toewijding en overgave, geloof en vertrouwen. Hij speelt met grote wijsheid in op specifieke omstandigheden en wil alle dingen laten meewerken ten goede.
Wij mogen hier helemaal in meekomen en aan meewerken, vol geloof en verwachting, overtuigd van het feit dat Hij die in ons een goed werk begonnen is, dit ten einde toe zal voortzetten tot de dag van Christus Jezus (Fil.1:6).
Toetsen
Niet alles wat je op bovennatuurlijke wijze in de geestelijke wereld ziet of hoort, is goddelijke openbaring. De duivel kan je ook een ‘beeld’ voor ogen toveren, of je een ‘stem’ laten horen. We dienen dit te leren onderscheiden, in gemeenschap met de Heer. Het is goed om dit in de gemeente te toetsen, in heilzaam overleg met elkaar. Het is daarom van belang dat de gave van ‘onderscheiden van geesten’ tot ontwikkeling komt, een charisma dat in de gemeente van Jezus Christus niet gemist kan worden.
Het gaat bij visioenen niet om mooi aangeklede herinneringsbeelden of fantasiebeelden die voortkomen uit een rijk en levendig voorstellingsvermogen van mensen. Zelfs al zouden deze beelden in bepaalde situaties mogelijk als ‘voorbeelden’ kunnen dienen.
Zo zijn de meeste dromen ook geen goddelijke ‘nachtgezichten’. In veel dromen is de duivel bezig om mensen tijdens de nacht onklaar te maken voor de komende dag. Je moet je er ‘s morgens helemaal van losmaken in plaats van erop door te denken.
Schijn
Laat u niet verleiden om op het gebied van openbaringen en visioenen op de ‘solotour’ te gaan. Blijf bezig binnen het kader van de vorming van de gemeente. Zet je in om mede gestalte te geven aan het lichaam van Christus. Paulus waarschuwt ons onomwonden: Laat u niet de prijs ontnemen door mensen die voldoening vinden in het doorvorsen van hun (eigen) visioenen, waarbij zij zich in hun ongeestelijke gezindheid van alles inbeelden. Zo iemand houdt zich niet aan Christus, die het hoofd is en van wie het hele lichaam, door gewrichten en banden gesteund en bijeengehouden, zijn goddelijke wasdom ontvangt (Col.2:18 Wb). De Leidse Vertaling spreekt in dit vers over ‘mensen die pralen met de gezichten die zij krijgen’. Het Boek zegt: Het enige wat die trotse mensen hebben (ook al beweren zij nederig te zijn) is een rijke fantasie.
Je komt op deze wijze in een schijnwereld terecht, een pseudo-werkelijkheid die mensen eindeloos lang kan bezighouden en uiteindelijk in het tegenovergestelde van de waarheid en werkelijkheid van Christus terecht doet komen, buiten het lichaam van Christus. Op dit terrein werkt de pseudo-christelijke geest: de antichristelijke geest (BS 8/11,12).
Van den beginne
Goddelijke openbaringen zijn - in tegenstelling tot charismatische uitingen - niet specifiek voor de nieuwtestamentische gemeente. Jahweh spreekt en werkt op deze wijze reeds van den beginne. Het Oude Testament geeft hiervan vele voorbeelden. Jahweh doet geen ding of Hij openbaart zijn raad aan zijn knechten, de profeten (Amos 3:7). De Heer maakt zijn heil bekend en openbaart zijn gerechtigheid (Ps.98:2). Hij is een God die diepe en verborgen dingen openbaart (Dan.2:22 SV), die bekend maakt wat zal geschieden (vs.29).
Dit openbarend spreken van God blijkt van levensbelang te zijn voor het volk des Heren. De Spreukendichter merkt terecht op: Indien openbaring ontbreekt, verwildert het volk (29:18). Andere vertaling zeggen hier: Als de profetie ophoudt, wordt het volk wild en woest (LuV). Als niemand de stem van God meer hoort, wordt het volk bandeloos (GN).
Visioenen
Visioenen nemen in deze openbaringen een belangrijke plaats in. Tot Abram spreekt Jahweh in een gezicht (Gen.15:1), tot Jakob in een nachtgezicht (Gen.46:2). Voor veel oudtestamentische profeten geldt wat Jahweh in Numeri 12:6 tot Aäron en Mirjam zegt: Indien onder u een profeet is, dan maak Ik, de Heer, Mij in een gezicht aan hem bekend, in een droom spreek Ik met hem.
Het is dus niet zo verwonderlijk dat de oudtestamentische profeten in vroegere tijden zieners worden genoemd (1Sam.9:9). Zij spreken en profeteren op grond van de dingen die zij van Godswege hebben ontvangen. Joël profeteert: Uw zonen en uw dochters zullen profeteren; uw ouden zullen dromen dromen; uw jongelingen zullen gezichten zien (2:28).
Gesproken woord
Toch gaat het in het Oude Verbond nooit om het beeld, maar altijd om het woord dat Jahweh door middel van dit beeld laat klinken. Dit blijkt eens temeer uit wat God in Numeri 12:7 zegt: Niet aldus met mijn knecht Mozes, vertrouwd als hij is in geheel mijn huis. Van mond tot mond spreek Ik met hem, duidelijk en niet in raadselen, maar hij aanschouwt de gestalte des Heren.
Steeds weer gaat het Jahweh om het gesproken woord. Hierin werkt Gods grote kracht. Hierdoor zijn alle dingen geworden (Joh.1:3) en zullen ook alle dingen tot aanzijn komen die nog niet geworden zijn. Door zijn woord geeft God richting en leiding aan het leven van mensen. Door zijn wet (woord) verkwikt Hij de ziel, door zijn getuigenis (woord) schenkt Hij wijsheid aan de onverstandige. Zijn bevelen (woorden) verheugen het hart, zijn gebod (woord) verlicht de ogen. Zijn verordeningen (woorden) zijn kostelijker dan goud en zoeter dan honig. Knechten des Heren laten zich er ernstig door vermanen, in het houden ervan ligt rijke beloning (naar Ps.19:8-12).
Jezus
In Jezus’ leven blijkt dit eveneens. Wanneer de Heer tijdens zijn rondwandeling op aarde iets duidelijk wil maken, spreekt Hij. Aanvankelijk in directe bewoordingen, later ook op indirecte wijze: in ‘beelden’, voorbeelden, in gelijkenissen. Hij vertelt korte, fictieve verhalen gebaseerd op bekende ervaringen, met een toepassing op het geestelijke leven. Hij doet dit omdat de mensen Hem niet begrijpen (Stb.74/8). Hij wil ze hierin tegemoet komen: waaraan is het Koninkrijk Gods gelijk en waarmede zal Ik het vergelijken (Luc.13:18)?
Aan het einde van deze periode zegt Hij tot zijn discipelen: Ik heb tot nu toe veel beeldspraak gebruikt, maar er komt een moment dat dit niet meer nodig is. Dan kan Ik u zonder beperking over de Vader vertellen (Joh.16:25 HB).
Hier wil Jezus ook met ons naartoe. Vrijuit spreken over de Vader, over het heil dat Hij ons heeft bereid. Het woord Gods in volheid werkzaam laten worden in zijn gemeente.
Gemeente
Na de uitstorting van de heilige Geest op de Pinksterdag komen vele gaven van de Geest tot ontwikkeling in de nieuwtestamentische gemeente in wording. De apostelen prediken de waarheid, met kennis van geestelijke zaken, met profetisch zicht op de tijd waarin zij leven en met grote wijsheid. Wonderen en tekenen volgen hen, naar het woord van hun Heer.
In deze tijd keren ook de visioenen terug. Vaak op momenten waarin belangrijke stappen moeten worden gezet. Stappen waar mensen uit zichzelf niet zo snel toe zouden komen. Denk maar eens aan Ananias die door middel van een gezicht de opdracht krijgt om de ‘levensgevaarlijke’ Saulus in Damascus te bezoeken (Hand.9:10). Aan Petrus die aan de hand van een visioen voor het eerst naar het huis van een heiden moet gaan om het evangelie te prediken: naar Cornelius (10:3). Aan Paulus die in een nachtgezicht wordt opgeroepen om de oversteek naar Macedonië te maken (16:9).
Geheimenissen
Paulus kent het wonder van de goddelijke openbaring (Gal.1:12, Ef.3:3). In Romeinen 16:25,26 schrijft hij over het evangelie, de boodschap van Jezus Christus: een goddelijk geheim waarover eeuwenlang het stilzwijgen is bewaard. Maar nu is het op bevel van de eeuwige God onthuld en aan de hand van de profetische geschriften bekendgemaakt aan alle volken, om hen te brengen tot geloof en gehoorzaamheid (GN). Hij wijst hier op het prachtige samengaan van ‘openbaring’ en ‘profetische geschriften’.
Ook op andere plaatsen in zijn brieven spreekt Paulus over goddelijke openbaring (bijv. 2Cor.12:1). Hij heeft op een gegeven moment zelfs een ‘buitengewone’ openbaring ontvangen (vs.7), waarin hem iets van de derde hemel wordt getoond en hij onuitsprekelijke woorden hoort die het een mens niet geoorloofd is uit te spreken.
Nieuwe tijden
Vaak worden door visioenen nieuwe tijden aankondigend. Denk maar eens aan Johannes op Patmos, waar hij ‘de Openbaring van Jezus Christus’ ontvangt. Dit zijn visioenen die steeds weer opnieuw tot nadenken aanzetten en die tezamen met profetische woorden en geschriften steeds meer zicht willen bieden op de geestelijke ontwikkeling van de gemeente. Van groot belang voor ieder die mede vorm wil geven aan het lichaam van Christus. Fundamenteel en actueel voor de (plaatselijke) gemeente die zich vol geloof en verwachting richt op het tot volheid komen van het leven Gods in haar, op de openbaar wording van de zonen Gods.
Ook nu
Ik meen dat het ook in onze tijd op deze wijze mag toegaan in het lichaam van Christus. Ontwikkeling van geestelijke gaven in de leden en goddelijke openbaring waar nodig. Niet alleen in de ‘grote’ dingen, ook in alle ‘kleine’ dingen. Teneinde de tijd, de Schrift en de huidige situatie ten volle te leren verstaan en helemaal met Jezus mee te kunnen gaan.
De Heer wil ons leiden, ons voorgaan op de weg die steeds hogerop voert. Ons zicht geven op alle schatten van zijn Koninkrijk. Ons kennis geven van zijn volle heil. Ons laten delen in de volheid van zijn heerlijkheid.
Geen zorgen
Maak je geen zorgen als je niets 'ziet'. Vergelijk jezelf niet met anderen die wel iets ‘zien’ of ‘horen’. Het gaat in het Koninkrijk Gods niet om het zien van visioenen of het horen van stemmen, maar om een zien op Jezus, een horen en bewaren van de woorden die Hij spreekt, het doen van de wil van God, een leven door de Geest van God.
Zorg ervoor dat je een hechte verbinding met Jezus hebt en houdt. Dat je vanuit deze relatie leeft, met toenemend zicht op zijn waarheid en werkelijkheid. Hierdoor zul je daadwerkelijk deelhebben aan de prediking en praktisering van het evangelie. Ontwikkel vanuit deze relatie de gaven die je hebt; kom in de gemeente maar tevoorschijn als gave van Christus.
Door de Geest spreken
We mogen leren om door de Geest te gaan spreken: in ons persoonlijk leven met de Heer, in de omgang met elkaar, in ons getuigen binnen de gemeente en naar buiten. We mogen hierin heerlijke dingen bewerken en tot stand zien komen.
Jezus werkt hierin door met alles wat God Hem in handen heeft gegeven. Hij wil alles in allen volmaken (naar Ef.1:23).
Hem nu, die blijkens de kracht, welke in ons werkt, bij machte is oneindig veel meer te doen dan wij bidden of beseffen, Hem zij de heerlijkheid in de gemeente en in Christus Jezus tot in alle geslachten, van eeuwigheid tot eeuwigheid! Amen (Ef. 3:20-21).