Openbaring in vogelvlucht

Inleiding

In deze bijbelstudie geven we een kort overzicht van het gehele boek Openbaring. Bij de bespreking in details zullen we regelmatig naar dit overzicht teruggrijpen. Ook is het voor de lezer mogelijk om zich op ieder gewenst moment in de komende bijbelstudies te (her)oriënteren: over welke fase wordt op dit moment geschreven, wat is hieraan voorafgegaan, wat komt hierna aan de orde...

Dit overzicht maakt het mogelijk het boek Openbaring in goede orde te bespreken. Het helpt de lezer om het boek te leren overzien en te gaan begrijpen.

Zegels

We behandelen het boek Openbaring niet tekst voor tekst, maar volgens de leidraad die het boek zelf aanreikt: aan de hand van de opening van de boekrol, die met zeven zegels is verzegeld (Op.5:1-5, zie ook BS 27/7-9).

Jezus ontvangt de boekrol uit de rechterhand van God en opent achtereenvolgens elk van deze zeven zegels. Ieder zegel omsluit een gedeelte van de boekrol, een fase in de voortgaande openbaring van Jezus Christus.

Bij iedere opening vindt een verdere onthulling plaats: opening van zaken en verbreking van sluiers (BS 27/9-10). De geestelijke ontwikkeling die door Jezus’ werk in mensen mogelijk is, wordt zo op profetische wijze zichtbaar gemaakt; van aanvang tot voleinding.

In hoofstuk 6 en 7 opent Jezus de eerste zes zegels. Vanaf hoofdstuk 8 gaat het over de opening van het zevende zegel, het laatste zegel. Het grootste deel van het boek Openbaring is dus gewijd aan de eindfase van de geestelijke ontwikkeling, aan de eindtijd, aan de voltooiing van het werk van Jezus Christus in en door zijn gemeente.

Bazuinen

De bespreking van het zevende zegel zal evenmin volgens het tekst-voor-tekst-principe verlopen. Opnieuw geeft het boek Openbaring zélf een leidraad voor het begrijpen van de profetische beschrijving van deze eindtijd.

Na de opening van het zevende zegel worden achtereenvolgens zeven bazuinen geblazen. Deze zeven bazuinen geven een nadere detaillering aan binnen de eindfase, alsmede een volgorde in de gebeurtenissen. Zij bieden houvast in het ontdekken van de doorgaande lijn in alle geestelijke processen en ontwikkelingen. Hierdoor kun je een geordend en nauwkeurig beeld krijgen van deze indrukwekkende eindtijd.

Het blazen van de zeven bazuinen wordt beschreven in hoofdstuk 8 t/m 11.

In de hoofdstukken 12 t/m 19 wordt de tijd van de zeven bazuinen nader toegelicht. Met aanvullende woorden en beelden. Deze passen geheel in de lijn die in hoofdstuk 8 t/m 11 staat beschreven. Zij completeren het beeld van het zevende zegel.

Wederkomst

De zeven bazuinen leiden tot een markant gebeuren in de eindtijd: de wederkomst van Jezus Christus, zijn zichtbare verschijning met de zijnen, met zijn gemeente uit alle tijden en plaatsen. Dit vindt plaats bij de zevende bazuin. Deze laatste bazuin kan pas geblazen worden nadat Jezus het zevende zegel heeft geopend. Het is een ingrijpend moment in het wereldgebeuren. Met vele gevolgen, zowel in hemel als op aarde.

En daarna...?

De wederkomst van Jezus Christus - waar vele christenen naar uitzien - vormt niet het einde van Openbaring; wel is het een hoogtepunt in het proces van zijn openbaring. De geestelijke ontwikkeling gaat dóór. Het werk van Jezus is nog niet af. Zijn wederkomst luidt een nieuwe fase in.

Na de wederkomst van Jezus breekt een periode aan die de bijbel het duizendjarig rijk noemt. Een tijd waarin Jezus met zijn gemeente vanuit de hemel op aarde regeert en alle dingen tot wederoprichting brengt.

Aan het einde van deze periode vindt het laatste oordeel plaats. Velen staan op tot eeuwig leven. Anderen tot eeuwig verderf. Het rijk der duisternis vindt zijn einde in de poel des vuurs. Hierover schrijft Openbaring 20.

Hierna beschrijft Openbaring in hoofdstuk 21 en 22 de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. De fase breekt aan waarin God zal zijn alles in allen. Een eeuwigheid in goddelijke heerlijkheid. De apostel Paulus spreekt in dit verband van de ‘derde hemel’.

Overzicht

We geven nu een globaal overzicht van het boek Openbaring, een samenvatting van de gehele ontwikkeling die in dit boek naar voren komt. Iedere fase wordt in het kort beschreven, zonder verdere verklaring. De bijbehorende schriftplaatsen worden cursief vermeld. Voor de eenvoud en duidelijkheid beperken we ons hierbij tot gedeelten uit het boek Openbaring.

In de komende bijbelstudies worden de hierna genoemde fasen en gebeurtenissen verder toegelicht en uitgewerkt. We geven dan ook de bijbelse onderbouwing voor wat nu beknopt wordt aangegeven. Hierbij zal veelvuldig naar teksten en gedeelten uit andere bijbelboeken worden verwezen. Openbaring staat niet op zichzelf: het boek is geheel verbonden met de Schrift; je kunt het boek niet verstaan zonder de overige gedeelten van de Schrift.

Positieve en negatieve ontwikkelingen

Openbaring beschrijft niet alleen positieve ontwikkelingen. Ook de negatieve processen komen aan bod. Met het openen van de boekrol geeft Jezus ons zicht op het geheel van geestelijke ontwikkelingen.

Het ‘positieve’ gaat steevast voorop; het ‘negatieve’ vormt hier altijd een reactie op. Zo gaat dit reeds van den beginne. En zo zal het blijven gaan totdat het werk van Jezus voleindigd is. Dan zullen het rijk der duisternis en het rijk des doods er niet meer zijn. Dan zal het Koninkrijk Gods het enige koninkrijk zijn in hemel en op aarde.

Wij mogen dit voor ogen houden en deze ‘koppeling’ toepassen bij de behandeling van dit profetische bijbelboek. Dit betekent onder meer dat wij mét het (verder) zicht krijgen op negatieve processen en gebeurtenissen ook meer zicht kunnen krijgen op de daaraan ten grondslag liggende positieve processen en gebeurtenissen. Door het juiste hanteren van deze sleutel van het Koninkrijk der hemelen gaat het boek Openbaring nóg verder voor ons open.

Eerste zegel

Jezus geeft ons door de opening van het eerste zegel zicht op zijn werk in de zijnen, op de verwerkelijking van het geheimenis van Christus. Het eerste zegel bepaalt ons bij het ontstaan en de verdere wording van de gemeente van Jezus Christus. Bij de groei en ontwikkeling van het leven Gods in haar en de vrucht die hierin tot volle rijping komt. Bij de allesomvattende overwinning die Jezus samen met zijn gemeente behaalt over het rijk van Satan en Dood. En dat allemaal op grond van het heilsfeit: Jezus Christus is het Lam Gods!

Openbaring 6:1-2

Tweede zegel

Bij de opening van de volgende drie zegels onthult Jezus zijn gemeente wederom een geheimenis van het Koninkrijk der hemelen. Hij verbreekt de geestelijke sluiers rondom het geheimenis der wetteloosheid en werpt vanuit zijn Koninkrijk licht op het geheel van deze duistere werkingen. Hij onthult reeds lang bestaande verborgenheden en geeft zijn gemeente zicht op haar geestelijke vijanden. Op Belial als coördinator van de duivelse reacties op het werk van Jezus Christus. Op het werk van de antichristelijke geest en de gevolgen ervan: verwarring en wetteloosheid komen op in het lichaam van Christus, ‘Babel’ ontstaat in de gemeente.

Met het verbreken van deze zegels geeft Jezus zijn gemeente tevens de mogelijkheid om deze vijanden in zijn naam te ontmaskeren en te overwinnen; persoonlijk en gezamenlijk.

De opening van het tweede zegel vormt de eerste stap in de verdergaande openbaring op dit terrein: de kern van het antichristelijke verzet wordt blootgelegd.

Openbaring 6:3-4

Derde zegel

Bij de opening van het derde zegel laat Jezus zijn gemeente nog méér zien van deze wetteloze, antichristelijke werkingen. Hij gaat door met het verbreken van geestelijke sluiers die door Satan zijn aangebracht.

Jezus toont de verdere gevolgen van het werk van Belial en zijn trawanten onder de kinderen/zonen Gods in zijn lichaam, de gemeente: het echte geestelijke voedsel wordt schaars, de Geest wijkt terug, het leven verliest zijn kracht, de gezonde geestelijke ontwikkeling in de gemeente stagneert.

Openbaring 6:5-6

Vierde zegel

Er zijn nóg meer doorwerkingen van het geheimenis der wetteloosheid. Deze zijn verbonden met het voorgaande. De duivel is nooit tevreden; Belial gaat altijd verder.

Dit wordt duidelijk wanneer Jezus het vierde zegel opent. Hij laat zien wat Belial nog meer in het werk stelt om de goede ontwikkeling in de gemeente tot in de kiem te smoren en een heel andere ontwikkeling in haar op gang te brengen.

Occulte geesten worden ingezet om een nog sterkere greep te krijgen op het leven en functioneren van de gemeente. Dit leidt tot geestelijk verderf.

Openbaring 6:7-8

Vijfde zegel

Wanneer Jezus het vijfde zegel opent, geeft Hij ons zicht op de doorgaande ontwikkeling in het leven van hen die ‘in Christus’ ontslapen. Ter bemoediging van zijn gemeente op aarde. Ter versterking van het besef waar het in je leven met Hem op aankomt. Ter bevestiging van het verlangen om in je leven op aarde met Jezus werkelijk alle gerechtigheid Gods te vervullen.

Ook in deze ‘hemelse’ gemeente van ontslapenen wordt met intens verlangen uitgezien naar de voleinding van het plan van God, met name door de ‘martelaars’. Jezus geeft aan waar zijn gemeente op aarde nog doorheen moet, voordat deze volheid een feit is.

Openbaring 6:9-11

Zesde zegel

De opening van het zesde zegel geeft zicht op het ‘begin’ van het ‘einde’. Jezus laat zien wat Hij in deze aanloopfase naar de voleinding bewerkt in zijn gemeente en wat daar vanuit het rijk der duisternis tegenover wordt gesteld.

Er is sprake van een intense werking van heilige Geest en doorwerkend licht - op grond van alles wat bij de opening van het eerste zegel mogelijk is geworden. Maar ook van verhevigde werkingen vanuit het rijk der duisternis - op grond van wat geopenbaard is bij de opening van het tweede, derde en vierde zegel.

De verdere verlossing krijgt gestalte, maar de geestelijke afval gaat ook voort. De ‘verzegeling’ komt op gang - mede door het vallen van de ‘vroege regen’; voor anderen wordt het duister. De toebereiding begint, de scheiding der geesten ook. Het Lam voert de zijnen naar waterbronnen des levens; voor anderen wijkt de hemel terug als een boekrol die wordt opgerold. De ware tempel Gods komt te voorschijn, maar het geestelijke Babylon neemt eveneens toe in kracht en omvang. Alles leidt toe naar de opening van het zevende zegel.

Openbaring 6:12-17 en 7:1-17

Zevende zegel

Wanneer Jezus het zevende zegel opent, is er een half uur stilte in de hemel. Deze tijd kenmerkt zich door verdere toebereiding en het vallen van de ‘late regen’ in de gemeente. De dageraad gaat in haar midden op, de nieuwe dag breekt aan in de hemel van de gemeente. De barensweeën komen op gang; de baring van de volle en kostelijke vrucht begint. Belial kan dit niet meer tegenhouden; hij wordt gepasseerd.

Dit alles gebeurt in diepe verbondenheid met Jezus Christus, in hemelse vrede, ondanks het vuur en het intimiderende geweld vanuit het rijk der duisternis.

Openbaring 8:1-6 en 12:1-4

Eerste bazuin

Bij het blazen van de eerste bazuin komen de eerste volwassen zonen Gods openbaar in de gemeente. De vrouw baart haar eerstelingen. Velen zullen volgen.

De ‘parousia’ van Jezus in de zijnen vangt aan. De gemeente van Jezus Christus begint aan haar openbare bediening; de twee getuigen gaan uit.

De grote verdrukking begint ook. Met hagel en vuur, afkomstig van de grote draak die voor de vrouw staat.

Openbaring 8:7 en 12:5-6

Tweede bazuin

Direct na het openbaar worden van de eerste zonen Gods komt er oorlog in de hemel. De tweede bazuin roept op tot standhouden in deze strijd en het definitief overwinnen van Satan en zijn legermacht.

Dit loopt uit op een kreet van vreugde en gejuich vanwege de volledige overwinning van de zonen Gods op de draak en zijn engelen. Hun plaats wordt in de hemel (van de gemeente) niet meer gevonden.

Openbaring 8:8-9 en 12:7-12

Derde bazuin

De derde bazuin wordt geblazen in de bovenstaande oorlog tegen de draak en zijn engelen. Het is de laatste waarschuwing voor hen die ernaar neigen zich te openen voor de grootste verleiding van Satan. Het loopt uit op een kreet van verdriet en pijn vanwege het verlies van sommigen in deze strijd.

Na het blazen van deze bazuin komt de antichrist openbaar, de mens der wetteloosheid, de zoon des verderfs: het beest uit de aarde. Hij gaat in op de duivelse verleiding en ontvangt al diens (duistere) macht in hemel en op aarde. Het beest uit de zee vaart in hem: Belial en Apollyon komen in hem wonen; tezamen geven zij gestalte aan de ‘geest van de antichrist’.

Met de val van deze ‘grote ster’ en het vallen van nog meer ‘sterren des hemels’ begint de vorming van de antichristelijke gemeente. Zij allen worden gedoopt in de geest van de antichrist; zij ontvangen het merkteken en de naam van het beest. Ook deze anti-gemeente begint aan een openbaar optreden.

Openbaring 8:10-11, 12:13-18 en 13:1-18

Vierde bazuin

De confrontatie tussen de twee geestelijke ‘kampen’ op het christelijk erf begint. De gemeente van Jezus gaat rond om velen uit het geestelijke Babylon te redden en in te voegen in het lichaam van Christus. De antichristelijke gemeente werkt dit met alle macht en kracht tegen. Zij is eropuit om allen die in ‘Babel’ verkeren, in te lijven.

Het geestelijke ‘grijze’ en innerlijk verdeelde kan hierdoor niet blijven bestaan. Het gaat in de tijd die volgt over in geestelijk ‘wit’ of ‘zwart’. De gemeente beleeft een heerlijke en benauwde tijd. Van verder opgaan en toeleven naar de voleinding, maar ook van lijden en verdrukking.

Openbaring 8:12-13

Vijfde bazuin

Na het blazen van de vijfde bazuin neemt de intensiteit van deze confrontatie toe. De antichrist opent de put des afgronds: hij mobiliseert alle (occulte) machten der duisternis om zijn doel met Babel te bereiken en de gemeente van Jezus de voet dwars te zetten. Dit is het eerste ‘wee’.

In het lichaam van Christus neemt de heiligende werking toe: er wordt geen schade geleden. Steeds meer leden komen tot geestelijke volwassenheid.

Openbaring 9:1-12

Zesde bazuin

De zesde bazuin geeft zicht op het tweede ‘wee’. De laatste fase van de voleinding van Gods geheimenis gaat in. Jezus Christus bereidt zijn gemeente toe voor het ontvangen van Gods heerlijkheid. Hij rust de zijnen toe om de vergankelijkheid definitief af te leggen en de onvergankelijkheid te beërven: om de dood te overwinnen.

De twee getuigen voleindigen hun getuigenis. De tempel Gods is gereed door het werk van Jezus Christus, de voorhof is vertreden door het werk van de antichristus. De scheiding tussen licht en duisternis op het geestelijk erf is voltooid: het is nu wit of zwart; het grijs is verdwenen.

Babylon valt in handen van de antichrist en de zijnen. Daarna slaat deze de hand aan de twee getuigen, de eerstelingen uit de gemeente van Jezus Christus. Zij worden gedood. Hiermee treden zij geheel in de voetsporen van hun Meester. Mede door hen zal de gemeente van Jezus komen tot overwinning op de dood.

De wederkomst van Jezus Christus is op handen.

Openbaring 9:13-21, 10:1-11, 11:1-14, 14:1-13, 17:1-18, 18:1-24 en 19:1-5

Zevende bazuin

Wanneer de zevende bazuin wordt geblazen, daalt Jezus van de hemel neer met de engelen zijner kracht. Het is zijn dag; Hij verzamelt, verenigt en verheerlijkt al de zijnen.

Op zijn woord staan de gedode getuigen op ten overstaan van de antichrist en de zijnen: de overwinning over de dood wordt een feit. Zij klimmen op in de wolk waarmee Jezus verschijnt. Deze wolk bestaat uit allen die in Christus ontslapen zijn.

De levend achtergebleven op aarde worden op hetzelfde moment opgeroepen en in staat gesteld om hun Heer tegemoet te gaan in de lucht, om zich te voegen bij de wolk, beeld van de totale gemeente van Jezus Christus uit alle plaatsen en alle tijden.

Allen krijgen deel aan de verheerlijking: allen worden ‘veranderd’; allen ontvangen een verheerlijkt lichaam. De oogst wordt binnengehaald, de eerste opstanding voltooid. Jezus’ wederkomst met de zijnen is een feit.

Alle leden van het lichaam van Christus nemen hun plaats in onder het hoofd. De verheerlijkte gemeente stelt zich op in ‘de lucht’, in afwachting van de dingen die nu gaan gebeuren. Zij maakt zich gereed voor de laatste en allesomvattende krachtmeting in de lucht - de slag bij Harmagedon. Om daarna in het Koninkrijk Gods de troon te mogen bestijgen.

Openbaring 11:15-19, 14:14-16, 15:1-4 en 20:4-6

Harmagedon

Direct aansluitend hierop volgt het derde ‘wee’: zeven schalen van gramschap worden uitgegoten over de antichrist en degenen die door de antichristelijke geest met hem verbonden zijn. Er wordt verdrukking vergolden aan de verdrukkers. Degeneratie en verderf werken door in de antichristelijke gemeente. De gerichten komen in haar openbaar.

De antichrist zweept de zijnen op tot een achtervolging van de gemeente van Jezus Christus in de lucht. Dit leidt tot de slag van Harmagedon, een beslissende confrontatie op alle niveaus in de geestelijke wereld, in alle luchtlagen.

Hier behaalt Jezus met zijn gemeente de definitieve overwinning over de antichrist met diens ‘gemeente’. De tegenstander staat machteloos bij de verschijning van Jezus.

De antichrist gaat na deze nederlaag met de antichristelijke geest in hem, gestalte geven aan de poel des vuurs. Satan wordt gebonden in de afgrond geworpen.

Openbaring 11:19, 14:17-20, 15:5-8, 16:1-21, 19:11-21 en 20:1-3

Vrederijk

De gemeente van Jezus Christus bestijgt nu de troon. Het koningschap in hemel en op aarde wordt aanvaard. De bruiloft des Lams begint.

Alle mensen die nog op aarde wonen, worden uitgenodigd tot deze bruiloft. Alle schade die in de loop der tijden is aangebracht, wordt weggewerkt. De wederoprichting aller dingen komt tot stand.

Aan het einde van deze periode maakt Jezus Zich met zijn verheerlijkte gemeente op om het dodenrijk te vernietigen en alle mensen die in dit rijk naar licht en leven hunkeren, te bevrijden. Satan wordt door Dood uit de afgrond losgelaten om dit te voorkomen. Hij gaat uit om de volkeren op aarde te verleiden tot opstand tegen de gemeente van Jezus Christus.

Deze confrontatie van Gog en Magog leidt tot de volledige overwinning over Dood - de laatste vijand - en de algehele ontbinding van zijn dodenrijk.

Satan en Dood, de legermacht en het dodenrijk komen nu ook in de poel des vuurs.

Openbaring 19:6-10 en 20:4-10

Laatste oordeel

Bij de ontbinding van het dodenrijk vindt de tweede, algemene opstanding der doden plaats. Allen gestorvenen die niet in Christus zijn ontslapen, staan op; het laatste oordeel wordt uitgesproken. Allen worden geoordeeld naar hun werken; ieder draagt weg wat hij in zijn lichaam heeft verricht: hetzij goed, hetzij kwaad.

Velen staan op tot eeuwig leven: zij mogen het hemelse Jeruzalem, de stad Gods, binnengaan. Anderen staan op tot eeuwig afgrijzen; zij komen terecht in de tweede dood, de poel des vuurs.

Openbaring 20:11-15

Nieuwe hemel en nieuwe aarde

Dan begint de laatste fase van het totale herstel van mens en schepping. Allen die zijn opgestaan ten leven krijgen deel aan de goddelijke natuur. Ook zij worden genodigd tot de bruiloft des Lams. Ook zij mogen zich invoegen in het lichaam van Christus. Hiermee vindt de gemeente van Jezus Christus haar voleinding.

Jezus voltooit zijn werk. Alles wat in de boekrol is beschreven, is uitgewerkt. Het plan van God met mensen is voleindigd. Alles is zeer goed.

Jezus draagt nu het koningschap over aan God. God huwt met de in-Christus-verenigde mensheid: de gemeente. Hij is nu alles in allen, en blijft dit tot in alle eeuwigheid.

Openbaring 21:1-27 en 22:1-21

De derde hemel - het paradijs

Met het huwelijk van Jahweh en zijn mensheid begint een nieuwe tijd, een nieuwe ‘aioon’: het leven zoals God dit van den beginne voor ogen staat: op ‘goddelijk’ niveau. Paulus heeft er iets van gezien; hij noemt het de ‘derde hemel’. De bijbel geeft geen verdere onthullingen hierover. Het zal paradijselijk zijn, in ieder opzicht; dat is zeker.

2 Corinthiërs 12:2-4

Lofprijzing en aanbidding

Wat een heerlijk werk volbrengt Jezus Christus namens God. En wat een genade om daar niet alleen zicht op te krijgen door de profetieën van het laatste bijbelboek, maar hier ook deel aan te krijgen door onze verbondenheid met Jezus Christus, de Zoon van God, de Heer van ons leven, het hoofd van onze gemeente.

Bid de Heer om geopende ogen en oren, om verlichting van uw verstand. Om de kracht van zijn Geest, waardoor wij samen met Hem alle gerechtigheid Gods kunnen volbrengen.

Jezus komt ons tegemoet. Want wie bidt, zal gegeven worden, wie zoekt zal vinden, en wie klopt zal worden opengedaan (Mat.7:8).

Wij besluiten dit overzicht met de aanbidding en lofprijzing uit Openbaring 5:13: Hem die op de troon gezeten is en het Lam zij de lof en de eer en de heerlijkheid en de kracht tot in alle eeuwigheid. Amen.

Deze website houdt statistieken van uw bezoek bij. Wij gebruiken hiervoor Google Analytics, maar zonder persoonlijke gegevens door te geven. Geef hier uw keuze aan.