De leer van dopen (1)

Inleiding

Aan het begin van Zijn bediening is Jezus als volwassen geestelijk mens gedoopt in water en heilige Geest. Dit vormde een onwankelbaar en eeuwig fundament voor Zijn werk als Christus en Here. We hebben daar in de vorige Studiebladen uitvoerig bij stilgestaan. 

Uit deze gebeurtenissen is de betekenis en samenhang van de beide dopen naar voren gekomen. Tezamen vormen zij een wezenlijk onderdeel van Gods plan met mensen. Het is de bezegeling van het verbond dat God met ieder mens persoonlijk wil sluiten. We willen nu ingaan op de toepassing van deze dopen in de gemeente van Jezus Christus.

Door God bedoeld

Vanuit het leven van Jezus hebben we kunnen zien dat de doop in water van oorsprong door God is bedoeld om de volmaakte keuze van een geestelijk volwassen mens in twee werelden tegelijk vast te leggen. Het is een daad van volledige toewijding aan God, een onomkeer­baar 'JA' ten aanzien van het willen vervullen van alle gerechtigheid Gods in eigen leven (zie Stb.68 blz.6).

Zo'n 'JA' kan in feite alleen maar worden uitgesproken door een mens die tot geestelijke volwassenheid is uitgegroeid. Pas dan - in die volwassen staat - kan hij zich werkelijk helemaal geven. En zal hij zich door niets en niemand meer van die volkomen doordachte keuze laten afbrengen. Het is een 'JA' voor altijd, voor tijd en eeuwigheid.

Niet gehaald

Adam is in zijn leven niet toegekomen aan zo'n allesomvattende keuze. Hij heeft de geestelijke volwassen­heid niet kunnen bereiken, ofschoon hij er door God wel degelijk toe in staat was gesteld. De situatie in het paradijs was in hemel en op aarde in ieder opzicht optimaal (Stb.21)!

Door de zonde is de opgaande lijn in de geestelijke ontwikkeling van Adam doorbro­ken en is hij onder de macht van Dood terecht gekomen (Stb.37). En daarom kon Adam zich niet meer onverdeeld toewijden aan zijn God en is de waterdoop in zijn leven niet meer aan de orde gekomen.

Hetzelfde geldt voor allen die uit Adam zijn voortgekomen. De waterdoop zoals deze van oorsprong door God is bedoeld, is daarom ten tijde van het Oude Verbond niet aan de orde geweest en derhalve niet in beeld gekomen.

Door Jezus

Pas bij Jezus konden de oorspronkelijke bedoelingen van God aangaande de waterdoop in volheid te voorschijn komen. Hij heeft in woord en daad laten horen en zien wat mensen behoren te doen als zij Gods plan in hun leven willen waarmaken en Zijn doel willen bereiken (zie Mat.3:15).

Door het werk van Jezus is er een nieuwe fase in de heilsge­schiede­nis aangebro­ken en een nieuw verbond van kracht geworden. Daarmee heeft Hij de waterdoop - en alles wat daarmee samenhangt - opnieuw bereikbaar gemaakt voor allen die zich in geloof aan Hem willen hechten en in Zijn voetspo­ren willen treden.

Heilige Geest

Voor de doop in heilige Geest geldt iets soortgelijks. Van oorsprong is deze doop bedoeld als het prachtige en allesomvattende antwoord van God op het volmaakte 'JA' van de geestelijk volwassen mens. Het is Zijn 'JA' naar deze mens, vol liefde en geloof in woord en daad geconcre­ti­seerd. Een inwijding in een nieuwe en hogere staat van gemeen­schap met God. We zien dit zijn beslag krijgen in het leven van Jezus.

Deze doop in heilige Geest is van meet af aan bedoeld om een onmiddel­lijke en algehele vervulling met de Geest Gods te bewerken in het leven van de mens. Voor een geestelijk volwassene die door een volmaakte keuze zijn gehele hart en leven daarvoor openstelt, is dit een volstrekt normaal en logisch gevolg. God geeft de Geest niet met mate (naar Joh.3:34) en ook in de mens is er niets dat de volledige doorwerking van die Geest verhin­dert.

We zouden dit gebeuren kunnen vergelijken met een gave, schone en geheel vetvrije spons die in het water wordt ondergedompeld. De spons zuigt zich onmiddellijk vol en raakt volkomen doordrenkt van het water.

Buiten bereik

De zondeval heeft niet alleen de waterdoop 'onhaalbaar' gemaakt voor de mens. Ook de doop in heilige Geest kwam daardoor buiten bereik. God kan geen gemeenschap hebben met mensen die onder de macht zijn gekomen van Satan en Dood. God is heilig. Hij kan geen onrechtvaar­di­gen opnemen in Zijn geestelijk lichaam. Zelfs de toegere­kende rechtvaardig­heid - het rechtvaar­dig zijn 'naar de wet' - was daarvoor niet voldoende. Alleen volmaakt rechtvaar­digen kunnen de Geest Gods ontvangen en één geest worden met God.

En omdat niemand op deze wijze rechtvaardig was (Ps.143:2), zelfs niet één (zie ook Rom.3:10-12), heeft het tot de komst van Jezus geduurd voordat de heilige Geest in het hart van mensen kon worden uitge­stort.

Alleen door Jezus

Alleen door Jezus Christus is het mogelijk om volmaakt gerechtvaardigd te worden. En dat niet uit werken, maar door geloof (Gal.2:16). In Hem hebben wij de verlossing ontvangen, de vergeving van zonden (Col.1:13). Door Hem kunnen wij verzoend worden met God. In Hem is de genade Gods verschenen, heilbrengend voor alle mensen (Tit.2:11).

En daardoor is niet alleen de waterdoop, maar ook de doop in heilige Geest weer binnen het bereik gekomen van de gelovigen. Het verbond van liefde en trouw tussen God en mensen kan door het werk van Jezus Christus  toch worden gesloten, ondanks alles wat is gebeurd. God zij daarvoor tot in alle eeuwigheid gedankt, geloofd en geprezen!

Andere situatie

De geestelijke situatie van mensen die in Christus zijn gaan geloven is evenwel niet gelijk te stellen aan de beginsituatie van Adam of van Jezus zèlf. Zij zijn door hun geloof wel gereinigd van hun zonden, maar nog verre van volmaakt. Indien zij eerst tot geeste­lijke volwassenheid zouden moeten uitgroeien alvorens zij zich in water zouden kunnen laten dopen en dus ook pas in die fase de doop in heilige Geest zouden kunnen ontvangen, zou niemand daaraan toekomen.

De verlossing uit de macht van de dood is dan wel een feit, maar de verdere verlossing uit de hand van alle geestelijke vijanden moet nog worden gerealiseerd (zie ook Stb.52 t/m 54). En dat is een weg waarbij de mens de gemeenschap met Jezus Christus in heilige Geest gewoon nodig heeft. Alleen in en door Hem kan het herstel van alle schade en de verdere door God beoogde groei en ontwikkeling plaatsvinden.

Genade van God

Ook dit heeft God in Zijn oneindige wijsheid overzien en daar in Jezus Christus bijzondere genade toe geschonken. Zonder overigens Zijn oorspron­ke­lijke gedachten over de water- en Geestesdoop los te laten. Dat zou ook niet passen bij God. Het oorspronkelijke doel blijft altijd van kracht. Al­leen de weg waarlangs dit doel wordt bereikt, wordt anders.

In het evangelie wordt aan ieder mens - onafhanke­lijk van zijn geestelijke situatie van dat moment - de mogelijk­heid geboden om in geloof Jezus aan te nemen en een kind van God te worden (Joh.1:12). Iedereen mag op het punt waar hij zich bevindt 'instappen' en daarna onder leiding van de Christus 'meekomen' in een geestelij­ke ontwikkeling waarin al het goede van God (alsnog) zijn deel wordt. 

Oproep

Vanuit dit zicht op het volle heil roept Jezus de mens op om zich te bekeren en Zijn evangelie te geloven (Mar.1:15b). Op de pinksterdag spreekt de apostel Petrus soortgelijke woorden: Bekeer u en een ieder van u late zich dopen op de naam van Jezus Christus, tot vergeving van uw zonden, en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvan­gen. Want voor u is de belofte en voor uw kinderen en voor allen, die verre zijn, zovelen als de Here, onze God, ertoe roepen zal (Hand.2:38,39).

Door bekering en persoonlijk geloof in (het werk van) Jezus Christus verkrijgt de mens vergeving van zonden. Hij wordt overgezet uit de duisternis in het licht. Hij herleeft, wordt wederom geboren en krijgt in het Koninkrijk Gods een plaats in Christus (Stb.51).

In die situatie wordt de gelovige opgeroepen om zich in water te laten dopen, waarna hij de heilige Geest als gave zal mogen ontvangen (Wb). Op deze wijze mogen alle mensen die in geestelijke zin 'van verre' waren - van het leven Gods vervreemd waren geraakt (Ef.4:18) - dicht bij God komen en deel krijgen aan de belofte Gods.

Fundament

Wanneer de wedergeboren mens op deze oproep ingaat, en zich daadwerkelijk in water laat dopen, begint hij met de invulling van de volle en oorspron­ke­lijke betekenis van de waterdoop. Hij legt een fundament voor het vervullen van alle gerechtigheid Gods (naar Mat.3:15). Hij legt de belijdenis van zijn geloof in Jezus Christus op dat moment in hemel en op aarde vast. Hij wil zich met Christus bekleden (naar Gal.3:27). Hij zegt 'JA' tegen Jezus en God op grond van het zicht dat hij op dat moment heeft op de weg en het plan van God.

De onderdompeling in het water geeft (symbolisch) aan dat hij zich geheel wil begeven in het woord van God, zich wil voegen en richten naar de gedachten en bedoelingen van God, zich helemaal één wil maken met de wil van God (zie ook Stb.68 blz.5).

Dit eerste 'JA' is de basis voor elk volgend 'JA' tegen het meerdere wat gezien, geloofd en beleefd mag worden. Ieder volgend 'JA' is een stap vooruit op de weg; het is een doorbou­wen op het gelegde funda­ment, een verder gestalte geven aan de betekenis van de ­doop.

De waterdoop dient voor hem als basis voor zijn verdere leven met Christus. Het zal het vaste uitgangspunt mogen zijn voor alle verdere keuzen en daden. Vanuit dit fundamentele mag hij zich richten op het volkomene (naar Hebr.6:1).

Geloofskeuze

De volmaakte en volwassen keuze die in wezen bij de waterdoop behoort, kan in het beginstadium van het leven met Christus niet worden gemaakt. Wel een vaste geloofskeuze. Wanneer het leven Gods zich in de wedergeborene verder ontwikkelt en doorgaat tot het volwassene daarin, zal zijn aanvanke­lijke 'JA' zich eveneens verder ontwikkelen en uitgroeien tot een volmaakt 'JA'.

Op dat moment is de betekenis van zijn waterdoop uitgegroeid tot de volle en oorspronkelijke waar­de. En is er op het gelegde 'fundament' een prachtig 'gebouw' verrezen dat geheel voldoet aan het oorspronkelijke plan en doel van God.

Doorgaande keuze

De waterdoop in het leven van de mens-in-Christus staat dus voor het totaal van zijn keuzen om de gerechtigheid Gods te vervullen. Het is voor hem geen eenmalige keuze, maar een doorgaande keuze die zich tot een volmaakte en volwassen keuze ontwikkelt. De waterdoop als handeling is dan wel een eenmalig gebeuren, maar het gestalte geven daaraan blijft actueel tot in het volwassen eindstadium. Pas dan is zijn waterdoop gelijkvormig geworden aan die van de Zoon van God, Jezus Christus. Pas dan zal hij zich werkelijk helemaal kunnen geven. En zal hij zich door niets en niemand meer van die volkomen doordachte keuze laten afbrengen. Het is dan een 'JA' geworden voor altijd, voor tijd en eeuwigheid.

Van kind tot zoon

Het is niet nodig om onze waterdoop uit te stellen tot het zoonschap is bereikt. We mogen door Gods genade reeds als kind van God onze keuze in deze doop vastleggen. Op basis daarvan mogen we kiezen voor de verdere ontwikkeling naar het zoonschap, een keuze die in feite dagelijks bevestigd en verder uitgewerkt dient te worden. Tenslotte zullen we als volwassen zonen het totale 'JA' mogen laten klinken en daarmee onze waterdoop voltooien.

Op de weg daarheen zal de reeds vastgelegde keuze in onze waterdoop steeds weer de basis mogen zijn voor de verdere invulling van de gerechtig­heid Gods, totdat ook in ons leven werkelijk alle gerechtigheid is vervuld!

Het moment van de waterdoop is dus naar voren gehaald, zonder dat de diepte, de omvang en vooral de waarde van dit prachtige gebeuren is verminderd!

Ingaan op Gods genade

In de waterdoop van Jezus is niet alleen de oorspronkelijke betekenis van de doop naar voren gekomen. Ook de weg waarlangs Hij als Lam Gods de verlossing der wereld tot stand zou brengen, lag daarin besloten (Stb.68 blz.7).

Hetzelfde geldt voor onze waterdoop. Wij belijden daarin niet alleen ons geloof in Jezus en ons voornemen om te gaan doen wat God wil, maar ook het feit en de zekerheid dat dit in ons leven alleen tot stand kan komen dankzij het verlos­singswerk van Jezus.

Door ons in water te laten dopen geven we in hemel en op aarde aan dat we vol geloof en dankbaarheid willen ingaan op de genade Gods die in Christus Jezus is verschenen. We belijden dat Hij de Zoon van God is, onze persoon­lijke Verlosser en Zaligmaker. We getuigen dat wij op grond van Zijn werk voor ons, een goed en gereinigd geweten hebben (naar 1Petr.3:21). We maken ons in geloof en daad één met Hem!

Gestorven en opgewekt

Door de doop belijden wij dus tevens dat wij met Christus gestorven zijn en daarmee rechtens vrij zijn van de zonde. De onderdom­peling in het water symboliseert dat wij met Hem begraven zijn in de dood, dat wij samenge­groeid zijn met hetgeen gelijk is aan zijn dood. Het opkomen uit het water geeft aan dat wij mede opgewekt zijn uit de dood en voortaan met Hem zullen leven, in nieuwheid des levens met Hem mogen wandelen. De doophandeling geeft hier op prachtige wijze uiting aan. Zo mooi en rijk is dit gebeuren, dat ook deze geloofsbelijdenis erin kan worden vastgelegd!

Door de doop staat het voor ons vast dat wij dood zijn voor de zonde, maar levend voor God in Christus Jezus. Deze heerlijke uitspraken zijn terug te vinden in Romeinen 6:3-12.

Wat een vreugde om dit te mogen belijden en in de waterdoop te mogen vastleggen!

In de gemeente

De opdracht tot de doop in water is verbonden met een leren onderhou­den van alles wat Jezus bevolen heeft (Mar.16:15,16 en Mat.28:19). In het kader van het voorgaande is dat ook heel logisch. De waterdoop duidt op een begin, op een fundament waarop doorge­bouwd dient te worden. Als de dopeling niet wordt opgevoed in het woord Gods, zal het leven Gods in hem niet tot ontplooiing komen en het doel van God niet worden bereikt. Zijn waterdoop zal dan ook niet tot de bedoelde vervulling komen.

De doop in water dient daarom plaats te vinden in de gemeente, de door God bedoelde plaats en omgeving voor de mens die alle gerechtig­heid wil vervullen. Alleen binnen het lichaam van Christus kan medever­ant­woorde­lijkheid worden opgenomen voor de ontwikke­ling van het geloofsle­ven van de dopeling, onder meer door prediking, onderricht en pastoraat. Juist in Zijn gemeente wil Jezus - als Hoofd van het lichaam - door Zijn Geest ten volle doorwerken en alles in allen volmaken (naar Ef.1:23).

Invoegen

Het spreekt vanzelf dat deze ontwikkeling alleen tot zijn recht kan komen, indien de dopeling zich werkelijk invoegt in de gemeente en op alle terreinen van het gemeenteleven zijn medeverantwoorde­lijk ziet. Door de doop heeft hij zich met Christus bekleed, en daarmee zich dus als levend lid in het lichaam van Christus ingevoegd. De waterdoop geldt derhalve als een toetre­ding en invoeging in de gemeente van Jezus Christus. We zien dit ook gebeuren in de bijbel: Zij dan, die het woord aanvaardden, lieten zich dopen en op die dag werden ongeveer drieduizend zielen toegevoegd (Hand.2:41).

In de naam van Jezus

De doophandeling dient binnen de gemeente te worden uitgevoerd in de naam van Jezus Christus (Hand.2:38). Men wordt in Christus gedoopt en met Christus bekleed (Gal.3:27). Zo doopten de discipelen in opdracht van hun Meester, zo dienen ook wij te dopen. De zo bekende trinitarische doopformu­lering uit Mattheüs 28:19 blijkt bij nader onderzoek niet oorspronkelijk te zijn, maar later te zijn ingevoegd.

Alles wat wij doen in woord en werk, dienen we in de naam van Jezus Christus te doen (naar Col.3:17), dus op Zijn gezag en in Zijn kracht. Het is niet meer dan logisch dat de zo belangrijke doop in water plaats­vindt in de naam van Jezus.

Geheel

In de waterdoop kunnen alle genoemde aspecten bijeen gebracht worden en in één daad tot uitdrukking komen. Het heeft derhalve zowel bij Jezus als bij ons een enorme en diepe betekenis. Het duidt op overgave, gehoor­zaamheid, gewillig­heid, voegzaamheid op basis van persoonlijk geloof en liefde. Een allesomvattend 'JA' ten opzichte van Jezus en God. Het verenigt oorspronke­lijke en actuele mogelijkheden in zich en geeft ons uitzicht op het volkomene en volwassene hierin.

Volwassendoop

De doop in water is een heilig gebeuren. Je treedt vol geloof toe, met een hart dat gezuiverd is van besef van kwaad. Je legt je keuze voor een leven met Jezus vast en neemt de verantwoordelijkheid op om als lid van de gemeente van Jezus Christus te functioneren. Je geeft je aan Hem, wijdt je in liefde aan Hem toe. Je wilt onder leiding van Jezus alles doen wat God vraagt.

Dit doe je niet zomaar. Een dergelijke stap kan een kind niet doen. Voor een puber geldt in feite hetzelfde. Slechts van een meerder­jarige mag je verwachten dat hij zijn woorden en daden kan overzien en een dergelijke belangrijke stap vol overtuiging kan nemen.

We spreken daarom ook wel over de 'volwassen'-doop.

Tegenstand

De vijand wil mensen op allerlei wijze van de door God bedoelde waterdoop afhouden. De introductie van de 'kinderdoop' is daar een sprekend voorbeeld van. Daarmee wordt een zeer wezenlijk element van dit gebeuren - het persoonlijke geloof - ontkend. Het wordt dan een ceremonie met een schijn van godsvrucht, maar waarvan de kracht verloochend is (naar 2Tim.3:5).

Het punt van het 'breken met de kerk' en 'invoegen in de gemeente' is een volgend voorbeeld. Vrome, weerspanni­ge geesten hebben op dit terrein al bij velen voor grote moeilijkhe­den gezorgd.

Ook wanneer mensen eenmaal in water gedoopt zijn, willen deze geesten hen afhouden van de verdere opbouw op het gelegde fundament. Hetzij door gebrek aan kennis rondom de volle waarde van de waterdoop, hetzij door weerhouding om de keuze voor Jezus in alles door te voeren en volkomen te breken met al het oude.

Binnen de gemeente mogen en kunnen we op elk terrein loskomen van deze weerspannige geesten en in volkomen vrijheid onze waterdoop ten volle gaan invullen.

Vragen

Er worden wel eens vragen gesteld of men 'overgedoopt' zou moeten worden als men destijds in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes is gedoopt. Het antwoord op deze vraag is 'neen'. Ook dan is men gedoopt in de naam van de Zoon, en daarmee dus in de naam van Jezus Christus. Maar nu we meer inzicht hebben in deze dingen, is het beter om te dopen zoals de discipelen dit in de eerste gemeenten deden.

Een andere veelgehoorde opmerking na het vernemen van de grotere en diepere betekenis de waterdoop is: Had ik dit maar eerder geweten! Dit heb ik allemaal niet beseft!

Ook ten aanzien hiervan kunnen we gerust zijn. Het meerdere mag worden toegevoegd aan hetgeen er reeds is. We mogen te allen tijde voortbouwen op het gelegde fundament met de kennis die er nu is. Het gaat uiteindelijk om de waarde die de waterdoop zal gaan krijgen in onze levens. Of wij werkelijk alle gerechtigheid zullen vervullen. Laten we dat goed beseffen, want dat is bepalend!

Vervolg

De waterdoop dient samen te gaan met de Geestesdoop. De bijbel spreekt niet voor niets over de leer van dopen (Hebr.6:2). In het volgende artikel zal worden ingegaan op de betekenis van de doop in heilige Geest alsook op de samenhang met de waterdoop.