Aanvaarding van de situatie
Maar gij, blijf nuchter bij dit alles, aanvaard uw lijden... wijd u geheel aan uw dienst. 2 Timotheüs 4:5
Het aanvaarden van situaties staat niet los van wat hiervoor reeds binnen het kader van het onderwerp 'aanvaarding' naar voren is gekomen (zie de readers 'Door God aanvaard', 'Aanvaarding van jezelf' en 'Aanvaarding van elkaar'). Het vormt daarmee een geheel. Wij zullen ook dit in eigen leven dienen uit te werken, want bij het niet-aanvaarden van een situatie zou een zekere ontevredenheid kunnen ontstaan, een gebrek aan innerlijke vrede. En daardoor zouden we niet vrij en capabel zijn om door te gaan.
Wat is nu precies een situatie? Volgens het woordenboek 'een geheel van heersende omstandigheden, waarin iemand zich geplaatst ziet'. Een situatie is niet voor iedereen gelijk en al zou dat wel zo zijn, dan nog zou er een verschillende beleving kunnen zijn. We dienen in de benadering van een situatie niet alleen de omstandigheden in de natuurlijke wereld te bezien, maar zeker ook de bijbehorende omstandigheden in de geestelijke wereld. Deze laatste zijn in feite bepalend voor het 'geheel van omstandigheden'.
Voor een geestelijk volwassen mens zal dat duidelijk zijn, maar als je daar geen zicht op hebt, blijft het vaag. Bij Jezus Christus was dat volkomen helder; Hij doorzag alle dingen in alle situaties. Voor ons mag dit steeds duidelijker worden.
Situaties worden bepaald door mensen en door geesten die in en rondom mensen aanwezig zijn. God, Jezus en de heilige engelen willen daarin altijd ten goede werkzaam zijn en het klimaat van het Koninkrijk Gods verspreiden; de duivel en diens engelen zijn in alle situaties op het tegenovergestelde gericht.
In den beginne was alles zeer goed (Gen.1:31). De paradijselijke situatie rondom het eerste mensenpaar kon geheel door God worden bepaald. Er was vrede, blijdschap en gerechtigheid alom, in hemel en op aarde.
In de geestelijke wereld is er een rijk bijgekomen, een bron van ellende: Satan en zijn rijk, de oorzaak van alle moeilijke situaties. Dit klimaat is binnengedrongen in het bestaan, in de hemel van de mens. Dat rijk werkt nog steeds, maar het zal éénmaal teniet gedaan worden (Op.21:3,4).
Wij zullen moeten accepteren dat het zover nog niet is; God doet dat en Jezus doet dat ook. God heeft de ontstane situatie doorzien en aanvaard. Daarbij is Hij blijven uitgaan van Zijn eigen goddelijke mogelijkheden. Hij weet dat het uiteindelijk allemaal goed zal komen. Door het werk van Jezus Christus, Zijn Zoon, zal de wederoprichting aller dingen tot stand komen. Zo beziet God het geheel van omstandigheden en dit is voor Hem bepalend in de huidige situatie.
Deze opstelling is ook kenmerkend voor Jezus: Hij beziet de grote, algemene situatie van mens en schepping alsmede alle kleine, specifieke situaties in levens van mensen vanuit de mogelijkheden van God en werkt daarin met de kracht van de Geest Gods.
Wij mogen Jezus hierin volgen, dit onder alle omstandigheden in eigen leven van Hem overnemen. Dat betekent dat wij allereerst in iedere situatie leren zien op de werkelijkheid van de geestelijke wereld en de werkzaamheid van de verschillende wezens daarin: van mensen, engelen en machten, van God en Jezus en van de duivel. En vervolgens op de eigen mogelijkheden als mens in Christus. Een volwassen geestelijke benadering is hierin gewenst. Deze mag zich in gemeenschap met Jezus ontwikkelen. Vraag de Heer om met verlichte, geestelijke ogen te mogen zien en met geopende geestelijke oren te kunnen horen; bid om inzicht, wijsheid en kracht, want dat is nodig.
Je mag je afvragen: waar ben ik zelf verantwoordelijk voor (geweest), wat is mijn aandeel in het ontstaan van de situatie, misschien al lang geleden? Je kunt fouten hebben gemaakt, zonden hebben gedaan. Vraag je dan af waar je verantwoordelijkheid nù ligt. Laat de vergeving functioneren want God vergeeft; vergeef en aanvaard dan ook jezelf. Mocht je anderen hebben geschaad, dan ook dat in orde maken. Eventuele blijvende gevolgen van daden zullen we moeten accepteren, al zijn we door de Heer vrijgesproken van de daad. We mogen dat doen vanuit de kracht en genade die Hij daarvoor geeft.
Mocht je goed hebben gedaan, dan ook daarin blijven staan en je niet van je stuk laten brengen. Ook dan weer de situatie aanvaarden. Bij lijden en onrecht zal genade worden geschonken (zie 1Petr.2:20).
Daarnaast kun je nagaan waar die ander verantwoordelijk voor is geweest. Aanvaard daarbij de ander en wees vergevingsgezind als er fouten zijn gemaakt; ook hij heeft te maken met de vijand. Merk tevens de goede dingen van de ander op en wees daar dankbaar voor.
Er bestaan ook situaties waarvoor alleen de vijand verantwoordelijk is: bijvoorbeeld ziekten. Ook deze dienen we te aanvaarden, niet in passieve berusting, maar in actieve verwachting. We mogen ons daarbij volledig toevertrouwen aan de Heer!
We moeten dus leren onderscheiden, benoemen en onderkennen wat we zelf kunnen doen en wat daarbuiten ligt. We zullen ons niet laten inperken, maar ook geen dingen opblazen: een reële benadering vanuit de positie in Christus. De middelen van Jezus aanpakken en hanteren, maar als de ander daarin niet mee wil, dan zeker niet pushen. Wèl zegenen; je hebt dan gedaan wat je kon, je mag de grens van je eigen mogelijkheden ook zien. Dit kun je beoefenen, te beginnen bij jezelf en niet bij de ander!
Wij hebben bij dit alles te maken met vijanden die de ontwikkeling naar Gods bedoeling willen tegenhouden. Weerspannige geesten willen het aanvaarden van situaties onmogelijk maken en de actieve opstelling daarin beletten. Geesten van hysterie willen zaken opblazen en je ermee bezighouden. Geesten van verwerping willen schuldgevoelens opwerpen, moeite en pijn teweegbrengen. Onderscheid je eigen persoonsvijanden en bied weerstand in de naam van Jezus.
Een heel mooi gebed is: Heer, geef me de rust om de dingen te aanvaarden waaraan ik niets kan veranderen, de moed de dingen te veranderen waar ik dat wèl kan, en de wijsheid om het verschil te zien.
In aanvaarding van situaties zullen we vaak dingen moeten loslaten en geduld oefenen. Denk ook eens aan mensen als Job en Habakuk. Het gaat bij deze levenshouding eerder om de goede opstelling dan om een oplossing.
Jezus wil ons dit allemaal leren. Weten, geloven en beleven worden dan niet meer bepaald door de situatie, maar door de relatie met Hem (zie Ps.23:4). Belijd het woord, de belofte, de overwinning, de openbaring van het heil. Leef in diepe verbondenheid met Christus, nuchter en toegewijd; dan zal alles kunnen medewerken ten goede. Het geestelijk uithoudingsvermogen dat behoort bij het volwassen leven Gods zal als vrucht van die gemeenschap naar voren komen. Wij zullen genade vinden bij God en het einddoel des geloofs, de zaligheid der zielen, mogen bereiken (1Petr.1:9).