Bewustzijn

Inleiding

In het vorige Studieblad hebben we nagedacht over het geweten. Eén van de eindconclusies was dat we met name door de mogelijkheden van ons geweten in staat zijn om bewust te gaan leven (blz.10). We willen deze gedachte in dit artikel verder uitwerken en onze aandacht gaan vestigen op het bewustzijn. Deze term wordt in de bijbelvertaling van het NBG in Hebreeën 9:14 gebruikt voor het grondwoord voor geweten: syneidesis. Bewustzijn en geweten beschrijven in feite één vermogen: het vermogen om te toetsen, te beoordelen, je van iets bewust te worden.
Het is Gods bedoeling dat de mens volledig bewust gaat leven in twee werelden tegelijk. De volwassen geestelijke mens heeft kennis van alle dingen; hij overziet en doorziet hetgeen in en rondom hem is en is in staat geheel te beantwoorden aan wat God wil. Ieder mens is potentieel in staat door intensieve gemeenschap met Jezus Christus op basis van wederzijdse liefde en trouw tot dit niveau uit te groeien. Het is aan de orde om ons hier - met alles wat in ons is - op te richten.

Het oorspronkelijke

Het was Gods bedoeling dat de mens vanaf den beginne zijn syneidesis te allen tijde zou gebruiken en ontwikkelen: bij het zien en horen, bij het spreken en handelen, bij het denken en aanvoelen... In het beginstadium zou de mens nog niet alles kunnen onderscheiden en toetsen; hij zou zich niet van alles bewust zijn. Maar dit is op zich geen negatieve zaak. God schiep de mens als een volmaakt wezen, dat door groei en ontwikkeling vanuit een onvolwassen beginstadium zou kunnen uitgroeien naar een volwassen eindstadium. Onvolwassenheid is dus niet hetzelfde als onvolmaaktheid.
In de hele ontwikkeling naar volwassenheid in twee werelden zou God zelf zorg dragen voor goede leiding en begeleiding. Alle benodigde informatie van buitenaf zou God op het juiste moment en in de juiste dosering in dit groeiproces aanreiken. Hierdoor zouden alle vermogens in de mens aangesproken en in goede orde tot ontwikkeling worden gebracht. Het innerlijk van de mens zou zich gaandeweg mogen vullen met kennis en besef van de natuurlijke wereld, van God en van de geestelijke wereld. Het bewustzijn zou dientengevolge een steeds groter deel van de werkelijkheid van God kunnen bevatten en omvatten.
In deze ontwikkeling zou er niets in het hart van de mens ontstaan of achterblijven, dat een negatieve werking zou hebben. De mens was door en door goed en elke (nog) onbewuste handeling zou vanuit dat goede wezen meewerken aan de verdere groei naar volwassenheid en volledig bewustzijn.
In dit proces zouden uiteraard ook de andere vermogens zich ontwikkelen, zoals geloof in God en liefde tot God; we beperken ons nu tot de ontwikkeling van het bewustzijn. In geen enkel stadium zou God de mens overvoeren met (nog) onbevattelijke dingen of hem ongemerkt manipuleren. De mens zou in een volkomen open sfeer en in grote helderheid mogen onderkennen welke stap God op dat moment wilde maken en uit vrije wil, in groeiende liefde hierin mee mogen gaan. Het totale proces van groei naar volwassenheid zou mogen plaatsvinden in het volle en heerlijke licht van God, in een sfeer van liefde, rust en vrede (zie ook Stb.9).

Zonde

Deze goede ontwikkeling is door de zondeval afgebroken. Want met het zondigen kwam de mens tevens onder invloed van de boze en zijn rijk. Deze maakte gruwelijk misbruik van de nog onvolwassen staat van ontwikkeling van de mens. Waar het maar mogelijk was, probeerde Satan de mens onopvallend en ongemerkt te benaderen en in diens wezen te treffen. Er ontstonden gebondenheden met alle nare gevolgen van dien.
De vervreemding van het leven Gods had desastreuze gevolgen voor de zo goed begonnen ontwikkeling van alle menselijke vermogens. Geestelijke ogen werden verblind, waardoor het zicht op de werkelijkheid van de geestelijke wereld verdween. Geestelijke oren werden verdoofd, waardoor het verstaan van Gods stem bemoeilijkt werd. Het denken werd vertroebeld, het verstand verduisterd, het gevoel misvormd, het geweten besmet... Al deze dingen zijn in vorige nummers van het Studieblad naar voren gekomen.

Gevolgen

Wat zijn de gevolgen hiervan geweest voor het bewustzijn? Ook op dit terrein heeft de mens ‘schade geleden aan zijn ziel’. Onder invloed van de vijand begon zich een heel andere ontwikkeling voor te doen dan God voor ogen stond. De vijand kon na verloop van tijd steeds gemakkelijker met zijn leugens en inspiratie doordringen tot het hart van de mens. Verkeerde dingen werden op een gegeven moment niet meer als zodanig herkend en konden dus ook niet meer geweerd worden. De verwerking in het hart kon niet meer in goede orde plaatsvinden. Er ontstond een verstoring van de innerlijke harmonie. Onverwerkte belevenissen bleven achter, negatieve ervaringen werden verdrongen. De ontwikkeling van de syneidesis naar verdere bewustwording werd omgebogen en afgebroken. In plaats hiervan vond er negatieve ontwikkeling plaats, die resulteerde in een steeds minder duidelijk besef van eigen handelingen. Onder invloed van de machten der duisternis ontstonden er neigingen en gevoelens waarvan men de achtergrond niet meer kon inzien of achterhalen. Het werd duister in het innerlijk van de mens. In zijn diepste wezen, zijn hart ontstonden schuilhoeken (Spr.20:27), waar de mens zelf niet meer bij kon komen en dus geen vat meer op kon hebben. In zijn poging om het eigen innerlijk te doorgronden, stuitte de mens meer en meer op een ‘muur’.

Onderbewustzijn

We zouden het bovenstaande ook in meer hedendaagse termen kunnen omschrijven. Onze Nederlandse taal kent namelijk naast het woord bewustzijn, dat door het Kramers woordenboek omschreven wordt met ‘besef, kennis van eigen handelingen’, de term onderbewustzijn. Hiermee wordt volgens hetzelfde woordenboek bedoeld ‘het zielenleven waarvan de mens zich niet bewust is, maar dat zich openbaart in dromen, onwillekeurige handelingen, gezegden enz.’
Alhoewel dit woord niet letterlijk in de bijbel wordt genoemd, zouden we de schuilhoeken van het hart, die in Spreuken 18,20 en 26 worden genoemd, hiermee kunnen vergelijken. Opvallend is, dat in hoofdstuk 18:8 en 26:22 deze schuilhoeken in verband gebracht worden met negatieve gebeurtenissen: zij glijden af naar de schuilhoeken van het hart.
We willen in deze studie over het bewustzijn ons eveneens bezig houden met die ‘schuilhoeken van het hart’, het onderbewustzijn. In geen enkel opzicht willen we ons hierbij begeven op het terrein van de psychologie. Het gehele mensbeeld en alles wat daarmee verband houdt, dient op bijbelse gronden gefundeerd te zijn en te blijven.

Jezus

In het leven van Jezus zien we feitelijk de oorspronkelijk door God bedoelde ontwikkeling plaatsvinden. Jezus is de eniggeboren Zoon van God. Hij is als enige mens door God verwekt. God was vanaf het allereerste en meest prille begin als ‘wettelijke Vader’ in staat zijn Zoon volledig te heiligen (Joh.10:36). Hierdoor was het hart van Jezus - en daarmee de kern van al zijn vermogens - onbereikbaar voor de vijand. Jezus werd geboren als volmaakt, gaaf mens. In Hem lagen alle menselijke vermogens in de meest originele zin en geheel onbeschadigd gereed om tot volle ontwikkeling te worden gebracht, ja om tot het hoogst denkbare niveau uit te groeien.
Jezus groeide op, werd krachtig en werd vervuld met wijsheid en de genade Gods was op Hem (Luc.2:40). God zelf wekte Hem elke morgen en sprak tot Hem (Jes.50:4). De Here, zijn behoeder drenkte Hem en behoedde Hem nacht en dag, opdat niets Hem zou beschadigen (Jes.27:3). Hij kon alles in goede orde verwerken en met het opgroeien werd Hij zich steeds meer bewust wie Hij was en wat Gods bedoeling met zijn leven inhield. Zijn hart kwam open voor alles wat God voor Hem gereed had en vulde zich daarmee. Het vermogen om te beseffen en zich van iets bewust te worden ontwikkelde zich geheel volgens Gods oorspronkelijke bedoeling. Er ontstonden geen schuilhoeken, geen muren, geen onbereikbare terreinen. Zijn syneidesis bleef volledig vrij van elke vorm van duisternis. Het ontwikkelde zich tot een volledig en volwassen bewustzijn; er ontstond hierin feitelijk geen stukje ‘onderbewustzijn’.

Mens Gods

Jezus groeide uit tot geestelijke volwassenheid. Tijdens zijn rondwandeling op aarde functioneerde in Jezus alles naar goddelijke maatstaven op het allerhoogste niveau. Alle volheid Gods woonde in Hem lichamelijk (Col.2:9). Jezus was zich te allen tijde bewust van wie Hij was, wat er rondom Hem in twee werelden gebeurde en wat God met Hem bedoelde. Hij beheerste elke situatie waarin Hij terecht kwam. Hij doorzag en doorgrondde elke opzet, elke bedoeling; niets ontging Hem. Hij wist wat Hij zei en overzag de gevolgen ervan. Hij kon in zijn leven alle gerechtigheid Gods invullen en vervullen. Hij was de mens Gods in alle volheid; de Zoon in wie de Vader een welbehagen had.
In een later stadium van onze studie zullen we de nog veel meer aandacht gaan besteden aan de persoon en het werk van Jezus. De bovenstaande dingen zullen dan in een veel breder kader besproken kunnen worden.

Nieuwe mogelijkheden

In Jezus Christus heeft God voor alle mensen nieuwe mogelijkheden ontsloten om los te komen uit de greep van de machten der duisternis, te herstellen van alle aangebrachte schade en alsnog uit te groeien tot de volwassen mens Gods. Nadat de mens wederom geboren en gedoopt is in heilige Geest, zal het proces van groei en herstel kunnen gaan plaatsvinden. Bevrijding van de machten der duisternis die de misvorming hebben bewerkt, is daarbij onontbeerlijk. Een goed zicht op het wezen en de werkwijzen van onze geestelijke vijanden stelt ons in staat hun hernieuwde aanvallen te onderscheiden en ons er van af te keren.
Door een heel bewuste relatie met Jezus Christus op te bouwen zullen door de vernieuwing van denken, die hiervan het gevolg is, de aangetaste vermogens vanuit de kern gaan genezen. Vervormingen - in welke gradatie dan ook - zullen onder leiding van Jezus hervormd worden. Dit geldt ook ten aanzien van ons geweten, ons bewustzijn. We mogen door onze verbondenheid met Hem in heilige Geest, samen met Hem de blik naar binnen slaan en met het licht dat Hij ons geeft al de schuilhoeken van ons hart doorzoeken en daaruit wegdoen wat niet bij ons hoort. Het zal volledig licht gaan worden in ons hart. We zullen uiteindelijk weer ten volle mogen gaan beseffen wat er in ons is (1Cor.2:11) en volledig bewust kunnen gaan leven naar Gods wil.

Verleden

In dit herstelproces zijn er soms fasen, waarin zich een stukje verleden opnieuw aandient. In vele situaties mogen we onszelf voorhouden, dat het dan aan de orde is om te vergeten hetgeen achter je ligt en je uit te strekken naar hetgeen voor je ligt (Fil.3:14). De vernieuwing van denken mag verder en dieper doorwerken; de schade wordt zodoende opgeruimd.
Op andere terreinen zal het nodig zijn bepaalde personen, die een negatieve rol gespeeld hebben in je verleden, van harte te vergeven. Pas dan is ‘het vergeten’ mogelijk. Goede pastorale hulp zal hierbij nodig zijn om eventuele verborgen, duivelse blokkades - waardoor je niet kunt vergeven - te verbreken en alle restanten schade weg te werken.

Meer nodig

Op sommige terreinen kan het wel eens voorkomen dat ondanks dit alles het herstel toch niet ten volle plaatsvindt. Het nieuwe is dan wel gekomen, maar het oude is nog niet helemaal voorbij gegaan (naar 2Cor.5:17).
In dit soort situaties spelen de schuilhoeken van het hart (het onderbewustzijn) vaak een rol van betekenis. Want het is vaak dit terrein waar vijand zijn laatste ‘steunpunten’ en ‘landingsbanen’ heeft. In het verleden heeft de boze bij voorkeur de mens daar willen treffen, omdat hij zich met zijn werkzaamheden hier het meest kan onttrekken aan het waarnemingsvermogen van de mens en dus het langst verborgen kan blijven. De geest van hysterie is op dit terrein gespecialiseerd.
Gode zij dank dat deze vijand is ontdekt en ook van dit terrein verdreven kan worden.

Uitgangspunt

Een ding weten we zeker: als het woord van Christus rijkelijk in ons zal gaan wonen, zal er hierdoor steeds meer aan het licht komen, waardoor het ongemerkte, onbewuste afgedaan zal hebben en het ongecontroleerde, nog niet beheerste en doorgronde deel van ons innerlijk volledig gaat reageren zoals wij dat zelf (bewust) willen.
Samen met Jezus, die de kern van ons vermogen om te beseffen door heilige Geest verlicht, zullen we, ondanks al het verzet van het rijk der duisternis, een verschuiving gaan beleven van het onbewuste naar het bewuste. Alle schuilhoeken zullen worden verlicht. Het onderbewustzijn zal verdwijnen en het volledige bewustzijn te voorschijn treden. Christus zal in ons gezien gaan worden!

Niet forceren

We kunnen dit proces niet versnellen of forceren. De Heer weet wat er op ieder moment voor ons aan de orde is. Hij, onze grote Herder, zal ons ieder persoonlijk voeden met de ware spijs voor het hart. Hij weet als geen ander op welke terreinen het nodig is om terug te gaan naar bepaalde gebeurtenissen in het verleden. Hij zal het ons indachtig maken en in de gemeente onder goede pastorale begeleiding openbaren. Hij zal waar nodig licht geven op verborgen en donkere schuilhoeken, teneinde samen met ons de resterende schade te herstellen.

Als vanzelf

Voor vele andere zaken is het helemaal niet nodig om ‘terug te gaan’. Wij mogen voor onszelf vasthouden dat wij, nadat we zijn bevrijd van onze geestelijke vijanden, door het woord van God waarin de Geest des Heren werkzaam is, volkomen zullen genezen. Dit geldt voor ons hele bestaan, voor zowel ons geestelijk als ons natuurlijk lichaam.
Bij een positief en intensief persoonlijk bezig zijn met en verwerken van de waarheid in eigen leven, zal het herstel op veel terreinen in ons bestaan ‘als vanzelf’ plaatsvinden. Je wordt je soms pas naderhand van zo'n stukje herstel bewust. We zeiden reeds eerder, dat vernieuwing van denken de totale mens aanpakt (Stb.15). Dit geldt dus ook ten aanzien van ons (onder)bewustzijn. Ons hele leven zal veranderen en aan dat van Jezus gelijkvormig worden (Rom.8:29).

Heiliging

We mogen ons op grond van het voorgaande ook meer bewust worden welke taak en mogelijkheden wij in de gemeente hebben als ouders ten opzichte van onze kinderen. Hoe meer wij zelf geestelijk in handen hebben gekregen, des te intensiever, gerichter en concreter wij onze kinderen kunnen beschermen tegen allerlei invloeden vanuit het rijk der duisternis. Wij mogen en kunnen onze kinderen heiligen en opvoeden in de gerechtigheid. We mogen de in hen zijnde potentiele vermogens aanspreken met de juiste woorden Gods en binnen de gemeente tot ontwikkeling laten komen. Steeds meer zullen zij in dit proces zelf mogen gaan bijdragen en vanuit een eigen, persoonlijke relatie met Jezus Christus meewerken aan de groei naar volwassenheid in twee werelden. Als gemeente staan we om de ouders heen. Tezamen bieden we veiligheid, geborgenheid en ruimte voor allen om naar Gods bedoeling tot ontplooiing te komen. De vijand zal steeds minder gelegenheid hebben om bij het jonge, groene gras binnen de gemeente in te werken op hun geweten en bewustzijn. Uiteindelijk zullen de (geestelijk volwassen) ouders in de gemeente tot volledige heiliging van hun kinderen in staat zijn. Natuurlijk zal dit onze kinderen in de toekomst nooit ontslaan van een eigen keuze voor de Heer en zijn plan en een persoonlijke verantwoordelijkheid.

Heerlijke toekomst

Het is de bedoeling van de Heer een gemeente voor Zich te plaatsen, stralend, zonder vlek of rimpel of iets dergelijks, heilig en onbesmet (Ef.5:27). Daar wil Hij door zijn Geest in ieders hart naar toe werken.
Het is aan ons of wij hierop ingaan en ernst maken met het heil, dus met alles wat de Heer ons tot op de dag van vandaag heeft geopenbaard. We dienen hiermee in ons persoonlijk leven te gaan werken, in de verwachting dat de Heer ons in alle dingen inzicht zal geven. We zullen ons hart dan kunnen bewaren in alle situaties en ontdoen van alle donkere schuilhoeken. Het zal ruim worden in ons binnenste (naar 2Cor.6:13). Ons bewustzijn zal de werkelijkheid van Christus ten volle mogen gaan bevatten en omvatten. Als mensen Gods zullen we samen met de Zoon Gods alle gerechtigheid Gods mogen gaan vervullen. Dit is onze heerlijke toekomst.