Verlichte ogen
Inleiding
Wij vervolgen onze studie aangaande het bewuste leven in en vanuit de geestelijke wereld. In het vorige artikel is het horen naar voren gekomen; deze keer zullen we ons verdiepen in het vermogen om te zien. Wij willen visie krijgen op de ingeschapen mogelijkheden en de door God bedoelde ontwikkeling op dit terrein. Wij mogen de werkelijkheid van Christus in de geestelijke wereld met verlichte ogen gaan zien en doorzien, om er dan ook ten volle deel aan te hebben en er vanuit te leven.
Twee werelden
God heeft de mens geschapen om volledig bewust te leven in twee werelden tegelijk. Ons waarnemen met oren en ogen is niet alleen een zaak van de zichtbare en tastbare wereld, maar tegelijk een opnemen van informatie die vanuit de geestelijke wereld tot ons komt. Dit is niet te scheiden. Elke indruk ontstaat door een waarnemen in twee werelden tegelijk. Het geestelijk en het natuurlijk lichaam functioneren tezamen als een eenheid; de mens ziet, de mens hoort. Voor het dagelijks leven is het van het grootste belang dit te beseffen en toe te zien op onszelf; we kunnen niet ‘zomaar’ onze ogen laten dwalen en maar overal naar kijken. Vooral langs de weg van ‘het zien’ kan de vijand velen verleiden en misleiden, begeerten ombuigen en zonde teweeg brengen. Wij willen onder alle omstandigheden leren zien op Jezus en vanuit onze relatie met Hem weerstand bieden aan alles wat de boze wil bewerken.
Zien
Wat gebeurt er als wij iets zien? In het natuurlijke vindt er een proces plaats dat in zekere zin te vergelijken is met het horen. In plaats van geluid - een akoestisch signaal - komt er een beeld - een optisch signaal - vanuit de natuurlijke wereld tot ons dat met behulp van onze ogen kan worden waargenomen en doorgestuurd naar de hersenen. In de geestelijke wereld gaat het op overeenkomstige wijze: de geestelijke ogen vangen een signaal vanuit de geestelijke wereld op dat innerlijk wordt verwerkt. Beide ‘lijnen’ lopen ook nu weer geheel parallel; in het hart van de mens, in zijn diepste wezen komt alles bij elkaar.
Enkele voorbeelden
Opnieuw wil ik het voorbeeld vanuit Genesis 45 aanhalen. De vorige keer bespraken we vers 25 en 26, nu lezen we verder: Maar toen zij hem al de woorden overbrachten, die Jozef tot hen gesproken had, en toen hij de wagens zag... leefde de geest van hun vader Jacob op. Hij ging het geloven; er ontstond zekerheid; zijn hart bleef niet koud, het werd er helemaal warm van!
We lezen in Handelingen 17:16 dat Paulus' geest geprikkeld werd bij het zien van de vele afgodsbeelden die in Athene stonden. Vanuit de geestelijke wereld werd ‘begeleidende’ informatie toegevoegd aan wat hij in de natuurlijke wereld zag.
Johannes ging geloven in de opstanding van Jezus bij het zien van het lege graf (Joh.20:8). Zijn droefheid werd tot blijdschap; in zijn hart ontstond de blijdschap die niemand hem meer kon ontnemen, geheel overeenkomstig de woorden van Jezus in hoofdstuk 16:20,22. Johannes ging de gebeurtenis doorzien en begrijpen.
In Jesaja 66:14 wordt heel concreet de reactie in het hart beschreven: Als gij het ziet, zal uw hart zich verblijden... Deze tekst zouden we kunnen vergelijken met de in het vorige Studieblad genoemde tekst uit Handelingen 2:Toen zij dit hoorden, werden zij diep in hun hart getroffen.
Er zijn nog vele andere schriftplaatsen te noemen, waaruit blijkt dat er bij het zien een bepaalde reactie in het diepste innerlijk, het hart van de mens, ontstaat, die sterk bepaald wordt door wat er op dat moment in de geestelijke wereld aan de orde is.
Toen Jezus de schare zag, werd Hij met ontferming over hen bewogen, daar zij voortgejaagd en afgemat waren, als schapen die geen herder hadden (Mat.9:36). Jezus zag in twee werelden tegelijk wat er aan de hand was en werd innerlijk bewogen over hun situatie.
In Handelingen 28:15 staat dat Paulus moed greep bij het zien van de broeders. Er kwam vanuit de geestelijke wereld een heerlijk positief signaal!
Het kan ook anders. Toen Petrus op de wind zag, werd hij bevreesd (Mat.14:30). In Psalm 48:6 staat: Zodra zij het zagen, stonden zij ontzet, werden verschrikt en vluchtten weg.
In alle bovengenoemde voorbeelden blijkt dat er bij het zien vanuit twee werelden tegelijkertijd informatie wordt aangeboden, die tezamen in het hart wordt verwerkt.
Aandacht schenken
Moet al deze aangeboden informatie worden opgenomen en verwerkt? Is de mens hierin passief? Nee, zeer zeker niet! Bij het horen bestaat er een verschil tussen horen en luisteren, en is de mogelijkheid aanwezig om je voor iets te openen of af te sluiten. Bij het zien is het precies hetzelfde.
Er zijn twee uitersten met allerlei mogelijke tussenvormen, te weten het min of meer toevallig zien, zonder er ook maar enige aandacht aan te besteden... en het aandachtig en geconcentreerd beschouwen en in je opnemen. Daarnaast is er altijd de mogelijkheid de ogen af te wenden of zelfs te sluiten en bewust naar iets anders te kijken. De mens behoeft hierin allerminst passief te zijn; de mogelijkheid om volledig bewust te zijn wat je ziet en er al of niet aandacht aan te schenken, is in ieder mens aanwezig. Dit heeft God in de mens gelegd; het mag dan ook geheel gaan functioneren.
Ik geloof dat het in eerste instantie van groot belang is, dat wij gaan inzien en begrijpen dat wanneer we in de natuurlijke wereld iets zien, er tegelijkertijd iets wordt waargenomen in geestelijke wereld. Vanuit die wetenschap is het dan ook aan de orde om te kiezen waaraan we wel en waaraan we geen aandacht willen schenken.
Bronnen
Vanuit de geestelijke wereld wordt er te allen tijde vanuit verschillende bronnen informatie toegevoegd aan wat wij in de zichtbare wereld waarnemen.
Wanneer ik bijvoorbeeld Gods Woord lees, neem ik met mijn natuurlijke ogen letters, woorden en zinnen waar. Een ander die het leest, ziet precies hetzelfde. Toch kunnen er verschillende indrukken ontstaan. Dit wordt niet veroorzaakt door het verschil in natuurlijke informatie. Het feit, dat de één er dit en de ander er dat uithaalt, of er misschien helemaal niets van begrijpt, wordt veroorzaakt door het verschil in informatie vanuit de geestelijke wereld, die met het lezen wordt aangeboden en opgenomen.
De Heer wil ons geestelijk oog verlichten, zodat wij niet alleen kunnen lezen wat er staat, maar ook verstaan wat we lezen. Daarnaast trachten de machten der duisternis ons eveneens te beïnvloeden. Een leugengeest of een vrome, weerspannige geest zal ons het zicht op de volle waarheid proberen te onthouden of te ontnemen. Voor een helder en duidelijk verstaan der dingen is het noodzakelijk deze werkingen in de geestelijke wereld te onderscheiden en daarbij de geestelijke ogen uitsluitend te richten op wat de Heer wil laten zien.
Ook bij het lezen van andere lectuur is er beïnvloeding vanuit de geestelijke wereld. Bij het lezen van een boek of een tijdschrift komt de mens in contact met het werk van de schrijver en dus ook met de geesten die de auteur hebben geïnspireerd.
Wanneer wij in het dagelijks leven naar de dingen rondom ons kijken, zal de boze via onze geestelijke ogen onze aandacht proberen te trekken en vast te houden. Hierdoor kunnen bepaalde begeerten worden omgebogen en onreine gedachten worden opgewekt, die zonden tot gevolg kunnen hebben.
Op alle mogelijke manieren wil de vijand zich in de geestelijke wereld aan ons opdringen en in ons leven indringen. Hij buit iedere situatie uit. Degene die geen kennis heeft van de geestelijke wereld, is voor hem een gemakkelijke prooi; de duivel kan dan ongemerkt zijn verwoestend werk doen.
Keuze
Wij hebben door het evangelie van Jezus Christus zicht gekregen op deze realiteit. Jezus heeft de overheden en machten openlijk tentoongesteld (Col.2:15). Het is voor ons dus mogelijk om in alle situaties de vijand te gaan onderkennen; wij behoeven niet langer blind te zijn voor de geestelijke werkelijkheid. Wij mogen onder alle omstandigheden bewust kiezen waar wij onze aandacht op richten; niet bevangen en gekweld, gebiologeerd en geobsedeerd door de (vaak occulte) machten der duisternis, maar ten volle onze aandacht gevestigd op Hem (Heb.12:3). Dit is onze eigen keuze. Wij dragen geen verantwoordelijkheid voor de dingen die er vanuit twee werelden op ons afkomen, maar wij zijn wel persoonlijk verantwoordelijk voor wat wij doen met wat wij zien.
Combinatie
In veel situaties is er sprake van een horen en zien tegelijk. De indruk die hierdoor ontstaat is nog sterker dan bij het zien of horen alleen. Alle toegangswegen naar het hart van de mens worden gebruikt. Dit is bijvoorbeeld het geval bij het kijken naar een TV-programma of een film. Zoiets kan een hele diepe indruk achterlaten. Het is niet ongevaarlijk om je hieraan bloot te stellen en je hiervoor te openen. In de geestelijke wereld wil de vijand mensen verwonden, beschadigen, ongevoelig maken, ongeïnteresseerd en lui. Men wordt gehard, raakt nergens meer van onder de indruk en vervreemdt steeds meer van het leven Gods.
Met dit alles willen we natuurlijk niet zeggen dat een televisie op zich duivels is; wij dienen ons bewust te worden van de activiteit van de boze die via zo'n kanaal op mensen kan inwerken, en programmamakers en kijkers onder zijn beslag wil krijgen.
Als kinderen Gods die bewust willen leren leven vanuit de werkelijkheid van Christus, is het van groot belang uiterst selectief bezig te zijn met de huidige moderne media. Laten we de aandacht voor Gods woord en werk boven alles blijven stellen en vanuit die basis beslissen waar we in onze vrije tijd mee bezig willen zijn.
Hart bewaren
Een bekend kinderliedje zegt: pas op je oog, pas op je oog voor wat je ziet, pas op je oor, pas op je oor voor wat je hoort, enz. Hier zit een hele grote waarheid in. Wij zelf mogen en moeten toezien op wat wij horen en zien... en op wat wij bijvoorbeeld onze kinderen laten horen en zien. Zeker als we beseffen hoe in het leven van alledag via onze zintuigen ons hart onder vuur genomen kan worden. Wij willen ons hart behoeden boven al wat te bewaren is (Spr.4:23). Wij willen loskomen van elke vorm van geestelijke blindheid of onoplettendheid.
Marcus 8:17,18 noemt de oorzaak van deze dingen: Verstaat gij nog niet en begrijpt gij niet? Hebt gij een verhard hart? Hebt gij ogen en ziet gij niet; hebt gij oren en hoort gij niet? Het door de machten der duisternis verharde hart is er de oorzaak van. Het hart van dit volk is vet geworden, zegt Jezus in Mattheüs 13:15. Wanneer wij iets van deze dingen in eigen leven ervaren, is het goed om dit openbaar te maken en de werkelijke veroorzaker aan te wijzen. Een vet en verhard hart ontstaat vooral door het werk van weerspannige geesten. In de gemeente is deze (vaak occulte) weerspannige geest onder handoplegging in de naam van Jezus te verbreken, waarna we door goed onderricht in de waarheid visie kunnen krijgen op de geestelijke werkelijkheid. Hierdoor is herstel mogelijk van alle opgelopen schade. In die situatie is het pas werkelijk mogelijk het hart te behoeden voor alles wat niet uit God is.
Lamp
In Lucas 11 spreekt Jezus over de lamp van het lichaam: Indien dan uw oog zuiver is, is ook uw gehele lichaam verlicht. Hiermee illustreert Jezus de enorme waarde van een heldere visie op de werkelijkheid in de geestelijke wereld. Dit bepaalt ons hele bestaan en kan mede van invloed zijn op het bestaan van anderen: Als je van binnen licht bent, zonder een enkel donker hoekje, zul je een stralend mens zijn, die anderen verlicht als een heldere lamp (Luc.11:36 HLW). Te allen tijde mogen we ons bewust zijn van wat er bij de Heer aan de orde is; we mogen dan die dingen doen, die we Jezus zien doen. We kunnen dan standvastig zijn als ziende de Onzienlijke en ziende het onzienlijke (Heb.11:27). Met verlichte ogen weten welke hoop zijn roeping wekt en hoe rijk de heerlijkheid is zijner erfenis bij de heiligen (Ef.1:18).
Dit alles is voor ons aan de orde. Vanuit het mensbeeld kunnen we ons een concrete voorstelling vormen van het bewuste leven in twee werelden tegelijk. Aan ons om dit in de praktijk van alledag waar te maken en te beleven.
Spreuken 20:12 leert: Het oor dat hoort en het oog dat ziet, de Here heeft beide gemaakt. Laten wij onze leden stellen ten dienste van de gerechtigheid; onze oren en ogen gebruiken zoals God het heeft bedoeld, opdat wij allen zullen zijn en leven tot lof zijner heerlijkheid.