Jezus, de bouwer van de gemeente

Inleiding

In het vorige nummer van het Studieblad is aangegeven dat in Gods plan met mensen ook ‘de gemeente’ ligt besloten. Het gemeente-zijn behoort bij de toknith, de som (Stb.21/2). Reeds vanaf den beginne bedoelde God de mensheid als zijn gemeente, zijn lichaam, zijn volk, zijn partner tot in eeuwigheid. Dit zal uiteindelijk - ondanks alles wat door het rijk der duisternis teweeg is gebracht - volledig gestalte krijgen: God komt tot zijn doel met mens en schepping!
We zullen in een aantal artikelen op basis van deze oorspronkelijke gedachte Gods een goed en bijbels gemeente-beeld trachten weer te geven, opdat wij het gemeente-zijn op haar volle waarde kunnen schatten, er metterdaad naar gaan leven en zo kunnen meewerken aan de realisatie van Gods plan.

Christus

Bij de behandeling van het mensbeeld is veelvuldig naar voren gekomen dat wij in Jezus Christus de oorspronkelijke gedachte Gods ten aanzien van de mens kunnen herkennen. In zijn leven op aarde kwam het functioneren van de mens naar Gods bedoeling in alle volheid naar voren. Als wij eveneens naar de wil van God willen leven, dienen wij dit voorbeeld na te volgen. Hiertoe heeft God ons bestemd: gelijkvormig te worden aan het beeld van de Zoon (naar Rom.8:29), in wezen en werken, in handel en wandel.
Jezus heeft ons evenwel niet alleen maar een voorbeeld nagelaten, dat wij op eigen houtje en in eigen kracht, met alle lek en gebrek - zo goed als het maar mogelijk is - dienen na te volgen. Door zijn verlossingswerk heeft Hij het ook voor alle mensen opnieuw mogelijk gemaakt om werkelijk mens te zijn en alsnog te gaan beantwoorden aan het doel van God. Ondanks al onze zonden en overtredingen en alle vervreemding die daardoor is ontstaan, is het mogelijk - door persoonlijk geloof in Jezus Christus en in zijn werk - vergeving van zonden te ontvangen, los te komen uit elke overheersing van onze geestelijke vijanden en herenigd, verzoend te worden met God. Jezus wil ons dopen in heilige Geest en zo van binnenuit ons hele wezen herstellen, genezen, vernieuwen.
De visie op het oorspronkelijke is daarbij het uitgangspunt op de weg naar het uiteindelijke. Deze weg is door Jezus getoond en vrijgemaakt. Onder zijn bekwame leiding is het dan ook mogelijk om uit te groeien naar wat God van voor de grondlegging der wereld voor ogen stond: de mens Gods.

Gemeente

De mensen die zich voor zo'n geestelijke ontwikkeling mede inzetten, kunnen tezamen gestalte geven aan de gemeente. Dit huisgezin Gods is evenwel meer dan een willekeurige verzameling van mensen Gods. Juist het als ‘een lichaam’ functioneren van vele mensen tezamen doet de werkelijke en door God bedoelde waarde van het gemeente-zijn naar voren komen. Dit is fundamenteel. Waar mensen innerlijk niet één zijn kunnen zij tezamen met anderen geen eenheid vormen. Het gemeente-zijn in al haar volheid kan dus pas werkelijk naar voren komen, wanneer mensen onder leiding van Jezus Christus op bovengenoemde wijze uitgroeien tot mensen Gods en zich tegelijkertijd laten invoegen in de gemeente. Zo ontstaat het lichaam, bestaande uit vele leden die in één Geest gedrenkt zijn (1Cor.12:13). Dit is in wezen één zaak; het ‘uitgroeien’ en ‘invoegen’ dient tezamen op te gaan. Waar het één blijft steken, kan het ander geen doorgang vinden.

Hoofd

In Jezus vinden wij niet alleen de basis en de mogelijkheid om ieder persoonlijk uit te groeien tot mens Gods. In Hem vinden wij ook de enig juiste, bijbelse basis en alle mogelijkheden ten aanzien van het gezamenlijk functioneren van mensen naar de wil van God in de gemeente.
Dit geldt voor alle facetten van het gemeente-zijn: de vorming en de opbouw van de gemeente, de leiding van de gemeente, het leven in de gemeente, het functioneren van de gemeente, het doel van de gemeente etc. We dienen ons hierin alleen te richten op zijn onderwijs en leiding en te baseren op zijn werk. In en door Hem heen wil God Zich een gemeente verwerven, een mensheid, die partner van Hem is tot in alle eeuwigheden. In Hem wil God alles bijeenbrengen, onder een hoofd samenvatten (Ef.1:10).
Jezus is van deze gemeente van de levende God de hoeksteen (1Pe.2), de basis. Hij is daarvan de eerste; Hij is de Herder, de Leider, de Voorganger. Hij is het Hoofd van het lichaam (Ef.1:22). Jezus heeft van Godswege de opdracht deze gemeente te bouwen, haar te reinigen en te heiligen, te herstellen, te verlossen, te volmaken en stralend voor Zich te plaatsen. Voor dat werk heeft God Jezus alles in handen gegeven, Hem met heilige Geest gezalfd.

Bewust

Jezus was Zich van deze opdracht ten volle bewust. In Mattheüs 16:18 getuigde Hij daarvan: Ik zal mijn gemeente bouwen. En daar ligt de hele gedachtewereld van God omtrent de gemeente in besloten.
Jezus wilde Zich met woord en daad inzetten om dat huisgezin Gods, dat lichaam waar zijn Vader naar verlangde, voor Hem te verwerven. Hij kende de gedachten Gods, was op de hoogte van al Gods bedoelingen. Zijn gedachten waren één geworden met Gods gedachten; Gods verlangens waren zijn verlangens. Hij kende de mogelijkheden die God in de mens had gelegd. Hij wist voor welk doel de mens geschapen was en dat het gemeente-zijn de mensheid dus als het ware ‘op het lijf geschreven’ stond. Hij wist op welke wijze dit doel in vervulling kon gaan. Hij zag de weg die daartoe leidde: er was maar één weg, dwars door alle hemelen heen. Hij overzag het geheel en wist waar Hij aan begon. Op deze taak had Jezus Zich vanaf zijn jeugd onder Gods directe leiding voorbereid. Vol geloof en zekerheid is Jezus aan de invulling van zijn groots en allesomvattend werk begonnen. Met alles wat in Hem was, wilde Hij vanuit liefde tot zijn Vader voldoen aan diens wil. De gemeente zou er komen. Hij zette zijn leven daarvoor in.

Grote opgave

Dit was geen geringe opgave voor Jezus. De hele mensheid lag onder de claim van de boze. Er was een volkomen verkeerd beeld van zijn enkel goede Vader ontstaan. De visie op het plan van God met mensen was grotendeels verdwenen. Men was blind geworden voor de realiteit in de geestelijke wereld. Op religieus gebied was het een warboel geworden. In het dodenrijk werden bovendien vele mensen bewaard die op hun verlossing wachtten. Ook zij zouden uiteindelijk betrokken gaan worden bij de bouw van de gemeente. Ook dat lag besloten in de weg die de Vader Hem had getoond.
Wat een beginsituatie! Hoe moet je zoiets aanpakken, waarmee beginnen? Moet u zich eens even voorstellen!

Organisme

Jezus ging bij het invullen van zijn goddelijke opdracht voor de hele wereld uit van de mogelijkheden die God in de mens had gelegd. Hij begon met het bouwen (en herbouwen) van de gemeente bij de mens zélf.
De gemeente is een organisme, een lichaam met vele leden, waarvan Jezus zelf het hoofd is. De opbouw en groei van de gemeente komt tot stand door de opbouw en groei van mensen die in Jezus geloven en een persoonlijke relatie met Hem willen onderhouden. Dus door de verkondiging van het woord der waarheid aan mensen en de werking van heilige Geest in mensen.

Evangelie

Vandaar dat Jezus begon om het evangelie Gods te prediken: De tijd is vervuld en het Koninkrijk Gods is nabij gekomen. Bekeert U en gelooft het evan­gelie (Mar.1:14,15). Dit is het enig juiste begin van gemeente-bouw: de prediking van het evangelie van het Koninkrijk der hemelen. Hierdoor wordt visie gegeven op het wezen van God en het wezen van de mens, het doel van God en de mogelijkheden van de mens. Het evangelie toont de weg tot behoud voor alle mensen door geloof in de persoon en het werk van Jezus Christus.
In het evangelie wordt tevens de enige weg gewezen om tot inzetbaarheid en bruikbaarheid te komen, om als mens daadwerkelijk geschikt te zijn voor het Koninkrijk Gods en tezamen met andere mensen - onder van God gegeven leiding - gestalte te geven aan de gemeente. Dit evangelie van het Koninkrijk der hemelen, het evangelie van Jezus Christus is dan ook helemaal verbonden aan het gemeente-zijn. Door geloof in deze blijde boodschap zal de gemeente van Jezus Christus gegrond en gebouwd kunnen worden. Door dit evangelie in gemeenschap met Jezus te blijven hanteren zal de gemeente tot volheid kunnen komen.

In de rust

Jezus liet Zich in zijn werk door niemand van de wijs brengen. Niet door geestelijke leidslieden die Hem vanuit een historisch en vermeend wetenschappelijk verantwoord denkpatroon aanvielen en afwezen, noch door dweepzieke mensen die Hem op hun manier koning wilden maken. Hij zag in elke tegenwerping de opzet van de boze om Hem te dwarsbomen en zijn opdracht te laten mislukken. Jezus ging met liefde en trouw de weg die de Vader Hem had getoond.
Aan het einde van zijn rondwandeling op aarde bleek er van de grote aanhang die er in een bepaalde fase was geweest, nog maar een heel klein deel over. Ja, zelfs binnen zijn eigen discipelenkring was er één die Hem afvallig was geworden. In de zichtbare wereld leek Jezus van elk succes verstoken te zijn gebleven en zijn opdracht om een gemeente te bouwen in eerste instantie totaal te zijn mislukt. Toch bleef Jezus in de rust en vol geloof, hoop en liefde. Door zijn onvoorwaardelijke overgave en gehoorzaamheid aan de Vader - vanuit volmaakte liefde tot zijn Vader - kon Jezus volharden tot het einde. Hierdoor stonden de zaken er in de geestelijke wereld geheel anders voor. Jezus was bezig een eeuwig fundament te leggen voor zijn gemeente. Dit fundament was zo dóór en dóór goed, zo hecht en sterk, dat op basis hiervan de gehele mensheid en de gehele schepping weder opgericht zou kunnen worden.

Overwinning

Op Golgotha overwon Hij de duivel en zijn gehele legermacht (Col.2:15). In het dodenrijk predikte Hij het evangelie aan de geesten die in de gevangenis zaten (de mensen in het dodenrijk - 1Pe.3:19) en beroofde Hij de dood van zijn kracht (2Tim.1:10). Na zijn opstanding getuigt Jezus: Ik ben levend tot in alle eeuwigheden, en Ik heb de sleutels van dood en dodenrijk (Op.1:18); Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde (Mat.28:18).
Jezus was in alle opzichten geslaagd! Het was precies gegaan zoals God het had bedoeld. In de hemel was de ‘rots’ ontstaan, waarop alles in de toekomende tijd zou komen vast te staan. Daar was de hoeksteen gelegd voor de bouw van de tempel. Daar was het begin van de gemeente van de levende God in alle volheid te voorschijn gekomen.

Vanuit de troon

Na zijn sterven voor onze zonden en het opstaan voor onze rechtvaardiging (Rom.4:25) is Jezus ten hemel gevaren. Hij heeft, na de reiniging der zonden tot stand gebracht te hebben, Zich gezet aan de rechterhand van de majesteit in de hoge (Heb.1:3). Vanuit die verhoogde en verheerlijkte positie wil Jezus nu verder gestalte geven aan de realisatie van Gods bedoeling. Hij bouwt verder aan zijn gemeente met alle mogelijkheden die Hem als Here en Christus van Godswege ter beschikking zijn gesteld.

Heilige Geest

Jezus is de doper in heilige Geest; Hij is door de Vader in staat gesteld mensen te dopen in heilige Geest, hun innerlijk te omhullen en steeds meer te vervullen met de Geest van God. Hierdoor is het voor Jezus mogelijk geworden aan vele mensen tegelijk te werken; ja, het is nu voor Hem mogelijk aan allen en in allen volkomen door te werken en alles in allen te volmaken (Ef.1:23). Door deze doop worden mensen met Christus verbonden van hart tot hart (Stb.13/7,8). Hierdoor kan door ieder mens persoonlijk de innerlijke eenheid worden herkregen en de groei naar Gods bedoeling plaatsvinden. Door deze Geest kunnen vele afzonderlijke mensen - door hun gezamenlijke verbondenheid met een Heer - ook tezamen één geheel worden, waardoor de gemeente gestalte krijgt en groeit. Door één Geest zijn wij allen tot één lichaam gedoopt, hetzij Joden, hetzij Grieken, hetzij slaven, hetzij vrijen, en allen zijn met één Geest gedrenkt, zegt Paulus (1Cor.12:13). Het werk van Jezus in en door de heilige Geest is dus essentieel in de bouw van de gemeente. Elk mens mag in dit werk een medearbeider zijn (1Cor.3:9).

Gemeentebouw

Jezus roept ons op het werk dat Hij op aarde is begonnen onder zijn leiding vanuit de troon voort te zetten. Wij dienen dit te doen op de wijze zoals Jezus dit zelf deed. Ook in dit opzicht moeten wij zijn voorbeeld nauwkeurig navolgen.
Wij dienen hetzelfde evangelie, zijn evangelie te geloven en te prediken en bezig te zijn vanuit hetzelfde model (toknith), dezelfde gedachtewereld en visie als Hij. Jezus wil ons hiertoe kennis geven van heil, onze gedachten vernieuwen, onze ogen verlichten en door zijn Geest ons alles te binnen brengen wat hiervoor nodig is. Onze gedachten mogen één worden met Gods oorspronkelijke gedachten; Gods verlangens mogen onze verlangens worden.
Overal waar mensen tot erkentenis van deze (volle) waarheid komen en dit evangelie in geloof aanvaarden, is het mogelijk om in eigen leven te gaan functioneren naar de oorspronkelijke bedoeling van God. Tevens wordt hierdoor de mogelijkheid ontsloten om onder leiding van de Heer gezamenlijk met anderen het gemeente-zijn gestalte te gaan geven. Zoals in het begin van dit artikel reeds is opgemerkt, behoren deze twee aspecten onlosmakelijk met elkaar verbonden te zijn. Op deze wijze wordt het plan van God gerealiseerd.

Geheel

We mogen Jezus nooit meer los zien van de gemeente, van zijn gemeente. Ook dit is één zaak: Hij is het hoofd van het lichaam.
In Christus zijn betekent ook in de gemeente zijn. We zijn geroepen tot gemeenschap met de Zoon. Dit behelst ook een geroepen zijn om als een levend lid van zijn gemeente te gaan functioneren. Het openbaar worden van Jezus, zijn wederkomst is allereerst een openbaar worden in zijn gemeente, een met verbazing aanschouwd worden in allen, die tot geloof zijn gekomen (2Thes.1:10). Daarna zal Hij gezien worden met de zijnen. Jezus en zijn gemeente zullen tezamen een eenheid vormen in alle eeuwigheden.

Vervolg

In volgende artikelen zullen we op deze dingen doorgaan. Zo zullen we stilstaan bij de plaatselijke gemeente en onze eigen positie en verantwoordelijkheid hierin. Daarna zal het interne functioneren van de gemeente aan de orde komen, alsmede de opdracht naar buiten. Opdat wij ten volle zullen weten hoe wij ons behoren te gedragen in het huis Gods (1Tim.3:15). In al deze facetten zal blijken dat de gemeente van de levende God met recht een pijler en een fundament der waarheid is.