Genesis 10 en 11

Een nieuw begin

We zijn begonnen met nadenken over de tijd ná de zondvloed. We gaan die periode in deze bijbelstudie verder verkennen aan de hand wat de Schrift ons aanreikt.

De voortijd is uitgelopen op de zondvloed. Na die zondvloed volgt er een nieuwe start voor de acht mensen die zijn blijven staan voor hun God en zijn bedoeling: Noach met zijn zonen Jafet, Sem en Cham en hun vrouwen. Die periode begint met een zegen van God en een verbond met God. In dat verbond met Noach hernieuwt en bevestigt God zijn bedoeling met mens en schepping. Noach mag dat gaan uitwerken, samen met zijn nageslacht. Een goed en veelbelovend begin. Er is vreugde in Gods koninkrijk als Noach zijn offer aan de Heer brengt en God zijn zegen over deze acht mensen uitspreekt, zijn verbond met hen bevestigt en bekrachtigt.

Satans legermacht zit vast in de afgrond

Voor Satan ziet het er op dat moment heel anders uit. In zijn rijk is geen vreugde, maar nijd. Een aanzienlijk deel van zijn legermacht is na het ontketenen van de zondvloed door het sterven van de mensen waarmee zij zich verbonden hadden, in de afgrond terechtgekomen: onder de macht van Apollyon en Dood. We hebben dat besproken bij de behandeling van de zondvloed. Satan moet na de zondvloed van voren af aan beginnen met het verleiden en misleiden van mensen. En daarbij iets extra’s bewerken, een tweede doel bereiken. Zijn legermacht moet teruggehaald worden uit de greep van het dodenrijk. De enorme misrekening die vóór de zondvloed in het rijk van Satan is gemaakt, moet ná de zondvloed worden hersteld. Dat doel kan alleen door een list worden bereikt: met inschakeling van de mensen op aarde, door een nieuwe geestelijke ontwikkeling in het leven van die mensen. Door mensen zijn al die machten in de afgrond gekomen. Alleendoor mensen kunnen die boze geesten daaruit loskomen.

De introductie van afgoderij en toverij

Met het verleiden van mensen tot zonde gaat Satan een stap verder: hij introduceert een nieuw ‘soort’ zonde. Vóór de zondvloed zie je dat mensen onder invloed van Satan en zijn legermacht verworden tot ‘vlees.’ Vleselijke lusten, hoererij en geweldenarij vieren dan hoogtij. Na de zondvloed werkt Satan ook in op de ‘geest’: hij gaat bij mensen geestelijke begeerten opwekken. Hij wil hen meenemen ‘de hemel in’, maar dan wel langs een andere weg dan die God bedoelt. God wil mensen opvoeren in zijn koninkrijk, hen zicht geven op zijn plan met hun leven, hen kennisgeven van heil. Satan gaat mensen verleiden tot zonden van afgoderij en toverij, en daarin alle zonden van vóór de zondvloed ‘meenemen’. Vóór de zondvloed zie je die zonden van afgoderij en toverij nog niet. Men is dan een en al ‘vlees’. Maar te midden van alle geweldenarij waardoor de aarde voor Gods aangezicht verdorven raakt, is er geen sprake van toverij en afgoderij. Dat begint pas ná de zondvloed. Die zonden introduceert Satan na de zondvloed met een duister doel...

Een positieve én negatieve lijn

Na de zondvloed zie je in het nageslacht van Noach door de zegen van God en het Noachitische verbond met God een positieve ontwikkeling tevoorschijn komen. Een lijn die via Sem doorloopt naar Abram. Bij het lezen van Genesis 9, 10 en 11 valt die positieve lijn nauwelijks op; toch moet die er zijn geweest. Als Abram door God wordt geroepen, blijkt hij een man te zijn die naar Gods wil leeft. Over die God moet Abram van zijn vader hebben gehoord, en die weer van zijn vader. Er moet dus een positieve ontwikkeling zijn geweest vanaf Noach, via Sem naar Abram. Die andere, negatieve lijn loopt door het werk van Satan uit op de bouw van een toren in Babel, beschreven in Genesis 11. Met grote gevolgen: een enorme verwarring en verdeeldheid, een uit elkaar gaan van volken, geslachten en families.

De aanloop naar de torenbouw van Babel

Wanneer vindt die torenbouw plaats? Genesis 10:25 zegt: En aan Eber werden twee zonen geboren; de naam van de ene was Peleg, want in zijn dagen werd de aarde verdeeld, en de naam van zijn broeder was Joktan.

De torenbouw van Babel vindt plaats tijdens het leven van Peleg. Wie is deze Peleg? Dat vind je in Genesis 11:10 e.v. Peleg is een nakomeling van Sem. Sem verwekt Arpaksad, Arpaksad verwekt Selach, en Selach verwekt Eber (of Heber) en Eber verwekt Peleg. Dat zijn vanaf Noach vijf geslachten. Via deze Peleg kom je na vijf geslachten terecht bij Abram: Peleg verwekt Reü, Reü verwekt Serug, Serug verwekt Nahor, Nahor verwekt Terach, Terach verwekt Abram. Dat vind je in Genesis 11:18-26. Aan de hand van de leeftijden van deze mensen en het jaar waarop ze hun zoon krijgen, kun je een tijdsindeling maken en zien wanneer de bouw van die toren in Babel heeft plaatsgevonden. In het Overzicht van het Oude Testament staat bij die torenbouw van Babel het jaar 2247 (vóór Christus): het jaar waarin Peleg wordt geboren. Peleg leeft 239 jaar. Die torenbouw heeft dus plaatsgevonden tussen 2247 en 2008 vóór Christus. Dat is dus 100 tot 350 jaar ná de zondvloed.

Een nieuw dieptepunt

Het zijn dus vanaf Noach maar vijf geslachten tot aan die torenbouw: dan is daar alweer zo’n dieptepunt. Wonderlijk dat het zo snel kan gaan. Leeft Noach dan nog? Ja, Noach is 701 jaar als Peleg wordt geboren. En als Peleg sterft, leeft Noach nog 10 jaar. Noach maakt het dus mee. En Sem? Sem is 199 jaar als Peleg wordt geboren; hij wordt 600 jaar. Sem maakt de bouw van die toren dus ook mee. Hij leeft nog als Abram wordt geboren. Arkpaksad leeft dan ook nog, evenals Selach en Heber. Ze maken het allemaal mee…

Peleg leeft maar vrij kort: 239 jaar. In die tijd vindt de bouw van die toren in Babel plaats. Ik ga er vanuit dat de getallen van Genesis 11 kloppen. Dat is de Hebreeuwse tijdrekening. Het is ook mogelijk dat die periode langer heeft geduurd. De Septuagint - de Griekse vertaling van het Oude Testament - spreekt van een veel langere periode. Voor de eenvoud ga ik uit van de genoemde getallen, dan heb je een indruk.

Noach maakt het mee

Noach, de man die de zondvloed meemaakt, ziet dat er vrij kort ná dat mooie, nieuwe begin met God zich opnieuw een geestelijke achteruitgang inzet. Ik denk dat dit voor Noach heel erg is geweest. En ook voor zijn zoon Sem, die zo voor zijn vader is opgekomen. Zij beiden zullen voor God en zijn bedoeling zijn blijven staan, maar bemerken in de tijd daarna ook die ‘andere’ beweging. Na zijn misstap met de wijn is Noach opgestaan en in Gods kracht doorgegaan. Hij zegent Sem: in zijn nageslacht ziet hij een positieve lijn en profeteert daarover. Die ontwikkeling loopt in de tijd daarna uit op de roeping van Abram. Noach ziet ook hoe de vijand in zijn zoon Cham een nieuwe ‘opening’ heeft gevonden en voorziet hoe de vijand in dat geslacht gaat toeslaan. Ook daar profeteert hij over. In de tijd daarna loopt die negatieve lijn uit op de bouw van die toren in Babel. Tijdens zijn leven ziet Noach het allemaal gebeuren...

De negatieve lijn vanuit Cham richting Nimrod

In die negatieve geestelijke ontwikkeling in het geslacht van Cham, staat de Bijbel stil bij één van zijn nakomelingen. We lezen daarover in Genesis 10 vanaf vers 6:En de zonen van Cham waren Kus, Misraïm, Put en Kanaän. En de zonen van Kus: Seba, Chawila, Sabta, Rama en Sabteka; en de zonen van Rama waren Seba en Dedan. En Kus verwekte Nimrod; deze was de eerste machthebber op de aarde; hij was een geweldig jager voor het aangezicht des Heren; daarom zegt men: Een geweldig jager voor het aangezicht des Heren als Nimrod.

Nimrod is een kleinzoon van Cham en een achterkleinzoon van Noach. Zijn naam betekent: opstandeling, oproerige. Met iemand die zo heet en wiens leven en wezen door die naam wordt gekarakteriseerd, daar kan Satan wat mee. En dat gebeurt ook. Er staat: Nimrod was de eerste machthebber op aarde. De Lutherse vertaling heeft hier: Nimrod was de eerste geweldenaar op aarde. Andere vertalingen zeggen: Nimrod begint machtig te worden op aarde, hij begint geweldig te zijn op aarde. Nimrod verheft zich dus bóven zijn broeders, terwijl hij als nakomeling van Cham zijn broeders zou moeten dienen. Hij wil niet tot de knechten van zijn broeders behoren en komt daartegen in opstand.

Nimrod dient niet, hij gaat heersen op aarde

Nimrod gaat over zijn broeders heersen en verwerft daarin grote macht. Wie geeft hem die macht? Wie zet hem in zijn opstandige leven tot dat gewelddadige heersen aan? Dat kun je wel raden: dat is Satan. Nadat hij Cham tot een afschuwelijke daad tegen zijn Noach vader heeft kunnen aanzetten, vindt Satan twee geslachten verder nu deze man, deze oproerige opstandeling. Daarin ziet hij zijn kans schoon om een heel andere ontwikkeling in te zetten dan die God met mensen bedoelt.

Nimrod groeit uit tot een man zoals Lamech in de voortijd uit het nageslacht van Kain, maar dan nog een graadje erger. Lamech is een brute geweldenaar, maar hij is op aarde geen ‘machthebber’ geworden. In Nimrod komt nog veel meer dan geweld tevoorschijn: eerzucht, heerszucht, hoogmoed, overmoed, hij matigt zich heel wat aan. Hij streeft als eerste mens op aarde naar de ‘wereldheerschappij’. Als eerste van de vele machthebbers op aarde na hem.

Wat is er zo bijzonder aan Nimrod?

Er staat: hij is een groot jager. Denk daarbij niet aan het jagen op dieren. Nimrod gaat op mensen jagen. Hij groeit uit tot een overweldiger van zijn naaste. Tot een veroveraar van mensen, families, volken. Tot iemand die zijn zin doorzet dwars door alles heen, ten koste van wie en wat dan ook. Nimrod is een groot heerser. Dat lezen we in Genesis 10:10: En het begin van zijn koninkrijk was Babel, Erek, Akkad en Kalne, in het land Sinear (dat is heel Mesopotamië; heel Irak om het zo maar eens te zeggen).

Het begin van zijn koninkrijk, staat hier; het begin van het eerste koninkrijk op aarde. Nimrod verheft zich tot koning. Hij roept zichzelf uit tot koning over mensen. Er was voor die tijd nooit een koning op aarde geweest, maar hij doet het. Hij vangt de mensen in zijn net, gaat over hen heersen en sticht en vestigt een koninkrijk. Hij is een groot bouwer, want hij trekt naar Assur en bouwt Nineve, Rechobot-Ir, Kalach en Resen tussen Nineve en Kalach, staat er in Genesis 10:11. Dat is een grote stad, hij is een geweldig bouwer, hij trekt alles uit de kast. In heel Babel - in Zuid-Babylonië maar ook in het noorden (het tegenwoordige Irak) - wordt van alles en nog wat gebouwd. Daar worden mensen gedwongen om in huizen te wonen; er wordt daar een koninkrijk gesticht. Notabene op de plaats waar de hof van Eden heeft gelegen, tussen de Eufraat en de Tigris. Precies daar vestigt Nimrod Babel, bouwt hij Babel op en breidt hij van daaruit zijn koninkrijk steeds verder uit. Hij ontwikkelt tichelstenen en gebruikt asfalt (Gen.11:3). Voor een Jood is dat heel vreemd: hij is gewend om stenen uit te bikken en goed passend op elkaar te leggen. Hier worden stenen door een ‘specie’ verbonden met andere stenen, door asfalt. Dat is in Babel uitgevonden. Het gebied tussen de Eufraat en de Tigris is bijzonder vruchtbaar. Nimrod ontwikkelt methodes om hele steden uit de grond te stampen. Samen met de mensen over wie hij koning is, bouwt hij de ene stad na de andere. Hij is een jager, een heerser, een bouwer.

Daar blijft het niet bij; er gebeurt nog veel en veel meer. Dat blijkt uit het voorgaande. Hoe krijgt een man het voor elkaar om op mensen te jagen en ze te vangen, om over zijn gelijken te gaan heersen en koning over hen te worden, om alles en iedereen voor zijn doel in te zetten, om steden te gaan bouwen op plaatsen waar hij dat wil, naar zijn believen?

Nimrod wil als een god worden

Nimrod is ook in de geestelijke wereld actief. Ook daarin is hij een opstandeling. Hij wil de overste zijn van de mensen, de opperheer van de mensen. Hij wil op alle terreinen van hun leven ‘grip’ krijgen. Hij ontwikkelt een heel andere dienst dan de dienst aan God, de Heer. Hij wil zélf die ‘heer’ zijn, zélf die verheven plaats van ‘god’ onder de mensen innemen. Dat is bovenmenselijk en niet eerder vertoond. Die geestelijke macht heeft hij nodig om zijn heerschappij over mensen te vestigen. Om mensen onder zijn macht te houden en hen te laten doen wat hij wil. En precies dát biedt Satan hem in deze ontwikkeling aan. De zonde om zichzelf ‘heer’ te noemen, om zich in de hemelsferen op de plaats van God te stellen en voor alle mensen als een god te worden, is nog veel erger en gaat ook veel verder dan de zonde van Eva in het paradijs.

Eva wordt door Satan verleid: gij zult ‘als’ God zijn en kennis hebben van goed en kwaad. Bij Nimrod gaat Satan een stap verder: hij wordt uitgenodigd om in de geestelijke wereld de plaats en positie van god in te nemen. Dat maakt deel uit van Satans list: Nimrod ‘groot’ maken, hem met van alles uit zijn rijk begiftigen, en hem zich als ‘machthebber’ boven alles en iedereen laten verheffen. Om daarna door hem het duistere doel te bereiken dat hij voor ogen heeft: het losmaken van zijn legermacht uit de greep van Dood en Apollyon.

Nimrod gaat op dit aanbod in. Hij laat zich vergoddelijken. Samen met zijn vrouw Semiramis ontwikkelt hij deze dienst aan afgoden. Willem Ouweneel noemt de naam van Nimrods vrouw in zijn boek ‘De zevende koningin’. Nimrod wil ‘naam’ maken, zich een naam onder de mensen verwerven. Een naam waaronder alle mensen op aarde verenigd zullen zijn en blijven. Je leest daarover in Genesis 11:4: Ook zeiden zij: Welaan, laten wij ons een stad bouwen met een toren, waarvan de top tot de hemel reikt, en laten wij ons een naam maken, opdat wij niet over de gehele aarde verstrooid worden.

Op dat moment spreken alle mensen nog dezelfde taal. Nimrod kan ze allemaal bereiken, allemaal beïnvloeden, allemaal betoveren.

Nimrod wil zich een naam maken

Nimrod wil de naam van God niet meer verheerlijken, niet meer leven tot zijn eer, niet meer staan in zijn dienst. Hij wil zijn eigen naam verheerlijken, leven tot zijn eigen eer en alle mensen in zijn dienst laten leven, onder zijn heerschappij. Als machthebbers op aarde zich laten vergoddelijken en zichzelf een goddelijke status aanmatigen, zit daar in de geestelijke wereld altijd een duister, antigoddelijk rijk achter. Macht over mensen uitoefenen is niet uit Gods koninkrijk, nooit! Hier gebeurt het voor het eerst. Nimrod maakt inderdaad naam, het is hem gelukt: we spreken nog steeds van hem.

Nimrod wil mensen verenigen

Hij gaat met deze actie rechtstreeks in tegen de wil van God. God wil dat de mensen de aarde gaan vervullen, dat ze zich verspreiden, dat ze heel de aarde weer gaan bewonen. Maar Nimrod wil het bij elkaar houden, hij wil de eenheid die er is en die hij kan overkoepelen met die macht die hem gegeven is, in stand houden. Hij wil alles bijeen houden. Ieder laten doen wat hij wil. Voor mensen die met deze macht bekleed zijn, is niets onmogelijk. Nimrod ziet het voor zich: één volk, één taal, één van zin, één van geest. Zo is de situatie op dat moment. We lezen daarvan in Genesis 11:6.

Daar wordt niet beschreven hoe Nimrod het zich voorstelt, maar wat God in de ontstane situatie vaststelt: De Here zei: Zie, het is één volk en zij allen hebben één taal. Dit is het begin van hun streven; nu zal niets van wat zij denken te doen voor hen onuitvoerbaar zijn.

De overmoed en hoogmoed van de anti-god Nimrod

Nimrod wil alle mensen bij elkaar hebben, onder één hoofd verenigen, dat is hijzelf. Om daarmee de dingen te doen die hij voor ogen heeft. Die hele stad Babel is nog maar het begin. Nimrod wil verder. Niets zou ‘onuitvoerbaar’ zijn voor hem, zijn vrouw en de mensen die hem dienen. Wat een overmoed, wat een hoogmoed! Hier zie je de eerste ‘anti-god’ die zich in de hemelsferen rechtstreeks tegenover God opstelt. De eerste mens die een ‘machtsgebied’ ontwikkelt door het ontvangen van geestelijke kracht vanuit het rijk der duisternis.

De Heer doorziet deze hele ontwikkeling

God ziet het. Hij doorziet de hele situatie, het hele proces. Hij overziet de doorwerking en de afloop. Genesis 11 beschrijft het. En ook nu weer als een ‘antropomorfisme’: Toen daalde de Here neder om de stad en de toren, die de mensenkinderen bouwden, te bezien, (natuurlijk hoeft God niet neer te dalen, alsof hij vanuit de hoogte komt kijken wat er beneden gebeurt) en de Here zei: Zie, het is één volk en zij allen hebben één taal. Dit is het begin van hun streven; nu zal niets van wat zij denken te doen voor hen onuitvoerbaar zijn. Welaan, laat Ons nederdalen en daar hun taal verwarren, zodat zij elkanders taal niet verstaan. Zo verstrooide de Here hen vandaar over de gehele aarde, en zij staakten de bouw van de stad. Daarom noemt men haar Babel, omdat de Here daar de taal der gehele aarde verward heeft en de Here hen vandaar over de gehele aarde verstrooid heeft.

‘Welaan’ (vs.7), precies hetzelfde woord wordt God in de mond gelegd als Nimrod tegen de mensen zegt: Welaan! Laten we een stad bouwen… (vs.4). Op die wijze spreekt God niet; het geeft aan dat het rechtstreeks ingaat tégen God. De Heer weet precies wat er aan de hand is, en Hij weet ook dat deze ontwikkeling op heel wat ‘anders’ uitloopt dan Nimrod bedoelt.

Niet in de hoogte opstijgen, maar de diepte ingaan

Dit proces brengt geen eenheid teweeg; God weet het. Dit streven naar eenheid bewerkt juist het tegenovergestelde. Dit leidt tot verwarring en verdeeldheid, tot een scheiding tussen volken, in spreken en streven. Nimrod denkt dat hij in de hemel gaat opstijgen, maar in feite voert Satan hem in de geestelijke wereld steeds verder de diepte in. Om hem voor zijn duistere bedoeling te misbruiken en zijn eigen macht en heerschappij, die van Satan dus, opnieuw in de mensheid te vestigen. Terwijl Nimrod denkt, en de mensen met hem, dat ze een toren bouwen die hen hogerop voert, gebeurt het tegenovergestelde. Satan voert hen geestelijk naar de diepte om daar zijn plan te verwezenlijken.

Op occulte wijze kunnen geesten weer loskomen

In die geestelijke diepte kunnen mensen contact leggen met de geesten en de grootvorsten die in die diepte gevangen zitten. Zij kunnen hen tot hernieuwde activiteit oproepen en daarmee losmaken uit hun gevangenschap. Zij kunnen die geesten op occulte wijze vrijmaken, met alle gevolgen van dien. Dat gebeurt ook als die torenbouw vordert. Dan komen die opgesloten geesten los. Dan maken die mensen met hun streven en hun gezamenlijke inspanning die geesten uit die diepte los. Dan slaat de verwarring toe en de verdeeldheid (Daar zullen we nog op terugkomen).

De afgoderij die met Nimrod begon

Wat doet Nimrod in feite? Hij begint met de afgoderij. In dat land waar Nimrod Babel heeft gebouwd, Sumerië, heeft men ook vele jaren daarna, eeuwen en eeuwen nadat Nimrod geleefd heeft, een god gediend die Ninurta heet, de god die naar Nimrod is genoemd. Het is de god van de jacht, van de oorlog, van het natuurleven. ‘Wij zullen opstandig zijn’ betekent die naam. Die god is vereerd in het land Sinear, in Mesopotamië, onder de volken die daar hebben geleefd. Er is dus een sterke macht, een grootvorst uit het rijk der duisternis die zich met Nimrod verbonden heeft, en hem zo sterk gemaakt heeft dat het zover is gekomen. Deze macht werkt door, ook nadat ‘koning’ Nimrod overleden is. Het is een (af)godsdienst geworden met zijn naam erbij. Nimrods vrouw Semiramis sterft ook; haar naam als ‘koningin’ leeft door in een godin. Heel opmerkelijk: in die woelige periode na de zondvloed worden voor het eerste goden en godinnen geëerd, aanbeden en gevolgd.

Goden en godinnen vinden hier hun oorsprong

Afgoderij met goden en godinnen vinden hun oorsprong in Nimrod en Semiramis. Wonderlijk. Voor het eerst is er in de geestelijke wereld sprake van ‘mannelijk’ en ‘vrouwelijk’. De bijbel zegt: engelen hebben geen geslacht; gevallen engelen dus ook niet. Maar het is wel kenmerkend voor alle (latere) vormen van afgoderij: ze zijn afgeleid van deze oervorm van afgoderij. Je komt die ‘goden’ en ‘godinnen’ overal tegen. In het land Kanaän: Baäl en Astarte. In Egypte: Osiris en Isis. Bij de Romeinen en de Grieken: Zeus en Leto, en ga zo maar door. Steeds weer een god en een daarbij horende godin, een ‘koning’ en een ‘koningin’. Bij die torenbouw in Babel zijn vele geesten actief geworden in de volken die zich daar hebben gevormd en zich van daaruit hebben verspreid. Die geesten zijn als afgoden met al die volken meegegaan. Ze hebben zich voorgedaan in vrouwelijke en mannelijke vorm om de hele zaak te bedriegen en in hun macht te houden. Weet dit: in de geestelijke wereld bestaan er geen goden en godinnen. Het zijn grootvorsten uit het rijk van Satan die zich met twee gezichten voordoen, die je een ‘mannelijke’ en een ‘vrouwelijke’ kant willen voorspiegelen van één en dezelfde geest.

Machten met twee gezichten

Dat zie je vaker in de geestelijke wereld: een macht kan twee gezichten hebben. Die twee geesten lijken tegenover elkaar te staan en daarmee wil die macht je alleen nog maar méér in verwarring brengen. Het is één en dezelfde geest die je twee gezichten wil laten zien. Of je nu ter linker- of ter rechterzijde afwijkt, maakt niet uit. Als hij het maar voor elkaar krijgt dat je afwijkt. Zo werkt het ook in de afgoderij. Door twee gezichten te laten zien willen zulke geesten mensen misleiden en het hele plan van God met mensen onderuithalen.

God wil met de mensheid huwen

Goden en godinnen trouwen niet met elkaar, zij krijgen geen kinderen, geen godenzonen en noem het allemaal maar op. God wil huwen met de mensheid. Hij, de ware koning in de hemel, wil een gemeente aan zijn zijde die als koningin met Hem tot in alle eeuwigheid mag heersen op zijn troon. En dat verdwijnt helemaal uit beeld als je gaat denken aan goden en godinnen, aan koningen en koninginnen des hemels die in de afgoderij ten tonele worden gevoerd. Dan raak je het zicht op wat God bedoeld kwijt. Afgoderij is afschuwelijk. Het leidt de aandacht volledig af van de ware God en van de ware bedoeling van God met mensen.

Verering van natuurverschijnselen

Met de afgoderij komt in die tijd na de zondvloed ook de verering van hemellichamen en natuurverschijnselen tot ontwikkeling. De zon en de maan worden aanbeden, de stand van de sterren leidt tot de ontwikkeling van de astrologie. Door de zondvloed is er op aarde een wisseling van seizoenen ontstaan: er is sprake van winter en zomer, van lente en van herfst. Dat heeft enorme gevolgen in de plantenwereld en de mensen zien het. De natuur sterft en een aantal maanden later komt alles weer tot leven... Ook dat ‘sterven’ en ‘opstaan’ van de natuur wordt verbonden met godsdienst. De momenten dat herfst en lente intreden worden vereerd. Het ‘vruchtbaar worden’ wordt aanbeden. Satan weet misbruik te maken van alles wat er ten opzichte van de situatie van vóór de zondvloed veranderd is. Wat een weerzinwekkende en afschuwelijke ontwikkeling!

Hoge plaatsen, wat zit erachter?

Denk nog even terug aan wat de vorige keer naar voren is gekomen. Noach bouwt een altaar op een hoge plaats, hij wil zijn God vereren. In Babel gaan mensen een toren bouwen, ook nu weer zo’n ‘hoge plaats’. Die toren moet voor de mensen iets gaan betekenen: het zichtbare neemt de plaats in van de onzichtbare werkingen en krachten erachter. Dat is bedrieglijk: het gaat niet om die zichtbare dingen, maar om de machten die zich daarachter verschuilen. Het gaat niet om de zon of de maan, maar om de krachten en machten die zich zo gaan noemen en daarmee de eer en de aanbidding van mensen gaan ontvangen. En zo demonische macht over die mensen gaan krijgen.

De regenboog wordt aanbeden

De regenboog vormt een prachtig teken van Gods trouw, waar God zijn belofte aan heeft verbonden in de tijd van Noach. Die regenboog heeft in de afgoderij een heel andere betekenis gekregen. Men is die regenboog gaan aanbidden. Men gaat zichtbare dingen aanbidden. Er worden beelden van allerlei (af)goden gemaakt. Verschrikkelijk! Die Nimrod heeft heel wat in het leven geroepen! Hij doet wat Satan wil en maakt mogelijk wat Satan beoogt.

Niets van wat Nimrod denkt te doen is onmogelijk

In het eerste deel van zijn leven lukt alles: hij onderwerpt zijn broeders, hij wordt koning. Onder zijn leiding verrijst Babel en vordert de bouw van de toren. Hij krijgt het voor elkaar om die torenbouw te starten met inzet van zoveel mensen: hij betovert met bovenmenselijke kracht de mensen uit zijn tijd. Hoeveel zullen het er geweest zijn? Ik heb een schatting gelezen in één van de commentaren. Men schat dat in die tijd de wereldbevolking bestond uit zo’n 30.000 tot 50.000 mensen. Zo’n groep mensen heeft zich in Mesopotamië onder Nimrod geschaard. Niet allemaal: Noach niet en Sem ook niet, en wellicht nog meerderen… Nimrod maakt ‘naam’, maar bereikt zijn doel niet.

Nimrod bereikt zijn doel niet, Satan wel

Nimrod krijgt het niet voor elkaar om alle mensen tot één machtig volk samen te smeden en zo bij elkaar te houden. Hij bereikt dat doel niet, maar Satan bereikt zijn doel wel: bij die torenbouw van Babel gaat de afgrond open. Satan krijgt het voor elkaar om mensen geestelijk zó te misleiden en te misbruiken dat zij het demonenleger dat door de zondvloed in de afgrond gevangen vast, daaruit gaan losmaken en weer actief laten worden.

Nimrod is een beeld van de antichrist

Nimrod is een type is van de antichrist, van een mens die zich in die tijd - net zoals de antichrist in zijn tijd - tegen alles en iedereen verzet. Hij verheft zich boven zijn broeders, hij wil koning zijn en aan ieder laten zien dat hij een god is. In 2 Tessalonicenzen 2:4 staat: De tegenstander, die zich verheft tegen al wat God of voorwerp van verering heet, zodat hij zich in de tempel Gods zet, om aan zich te laten zien, dat hij een god is.

Het Babelse wordt het Belialse

Die geestelijke ontwikkeling begint in Babel: daar start in Genesis 10 en 11 de bouw van die toren. Vanaf dat moment is Babel beeld van het antichristelijke en antigoddelijke. Wat destijds in Babel is gebeurd, zal in de hemelsferennóg een keer gaan gebeuren: in het geestelijke Babel van de eindtijd. Ook dan zal dat ‘grote Babylon’ door een grootvorst worden geregeerd, door de geest die in Genesis 11 door het werk van Nimrod en de zijnen gaat vrijkomen: Belial. (zie voor ‘Belial’ het boek 'De strijd tussen licht en duisternis', hoofdstuk 7, of de Studiebladen 59-62)

De antichrist bereikt zijn doel niet

Ook in de eindtijd gaat een mens ‘als Nimrod’ opstaan. Ook dan is er zo’n grote ‘opstandeling’ die naam maakt, zijn zin doordrijft en met hoogmoed en overmoed zich van alles en nog wat aanmatigt. Ook in dat leven zal in het begin alles ‘goed’ lijken te gaan. Maar uiteindelijk bereikt de antichrist zijn doel niet. We weten dat vanuit de Openbaring van Jezus Christus. Als de antichrist zich met de zijnen verheft tegen Jezus en zijn gemeente, en in de hemel opklimt om Jezus zijn macht en autoriteit te ontnemen, delft hij het onderspit en gaat hij ‘ten verderve’.

Wat doen we met de volkerenlijst?

De tijd na de zondvloed is een indrukwekkende tijd met grote invloed op de tijd daarna. De doorwerkingen van die tijd vinden we terug tot op de dag van vandaag. Misschien zeg je: wat moet ik aan met die volkerenlijst uit Genesis 10? Die lijst is het gevolg van de gebeurtenissen die in Genesis 11 worden beschreven. Vóór de bouw van die toren in Babel horen alle mensen nog tot één volk en spreken zij één taal. Ná die torenbouw en mede dóór alles wat daarbij gebeurt, worden zij in een groot aantal volken en talen opgesplitst. Die volken worden in Genesis 10 en in het tweede gedeelte van Genesis 11 genoemd. In deze bijbelstudies houden we de volgorde van de gebeurtenissen aan en niet zozeer de volgorde van de hoofdstukken.

De torenbouw van Babel is een markant punt in de geestelijke ontwikkeling van de mensheid. Daarom gaan we daar in de volgende bijbelstudie dieper op in.