De eerste zonde van de mens (1)
Inleiding
In Studieblad 33 is naar voren gekomen op welke wijze Satan de eerste aanval op de mens heeft voorbereid en ingeleid.
Voor Adam en Eva was deze opzet - na alles wat hen door God was aangereikt ten aanzien van de nieuw ontstane situatie in de hemel - geheel te doorzien. De aanpak van Satan was in alle delen wetteloos en in elk opzicht duidelijk te onderscheiden van de benadering, de begeleiding en het spreken van God.
Toch ontstond er contact tussen Satan en de mens. En op basis hiervan werd de eerste zonde een feit. We zullen daar in de komende artikelen dieper op in gaan.
Lering
Voor ons eigen leven kunnen we uit het verloop van de gebeurtenissen die in Genesis 3 zijn beschreven, lering trekken. Zeker als we het vergelijken met de wijze waarop Jezus in zijn leven op aarde het rijk der duisternis tegemoet trad. De methoden van Satan en zijn demonen zijn niet veranderd. Nog steeds zijn deze boze geesten de veroorzakers van elke zonde. Nog steeds trachten zij op de voor hen specifieke wijze elk mens tot zonde te verleiden en in het verderf te storten.
Wij willen hun werkwijze geheel gaan doorzien, de werkelijkheid daarvan in de geestelijke wereld in volle omvang gaan verstaan, opdat de satan op ons geen enkel voordeel meer zal kunnen behalen (2Cor.2:10).
Contact
Eva werkte niet met de mogelijkheden die zij van God had ontvangen. Zij wendde zich na het eerste spreken van Satan niet tot haar man - en samen met hem tot God - maar trad in discussie met haar vijand (Stb.33/7,8).
Dit was geen juiste keuze. Zij ging in op diens wetteloze woorden en daden. Hierdoor kreeg de duivel van haar de kans om verder te gaan en alles te zeggen wat hij van plan was en daarmee zijn boos opzet geheel uit te voeren.
Satan had contact gekregen met Eva. Zij toonde door haar reactie dat zij gevoelig was voor zijn woorden. En daarmee was het (geestelijk) hart van Eva voor Satan bereikbaar geworden en kon deze zijn aanval voortzetten.
Bij het ontstaan van dit contact tussen Eva en Satan was er nog geen sprake van werkelijke zonde. Wel was er in de geestelijke wereld een basis gelegd voor de zonde, een eerste stap gezet in het proces dat tot zonde leidt. Er was in haar hart een deur opengegaan die nog slechts met veel moeite te sluiten zou zijn.
Eva is daar niet meer aan toegekomen. Zij is in dit contact met Satan daadwerkelijk tot zonde gekomen.
In geestelijke wereld
Dit contact is bovenal een zaak van de geestelijke wereld. Daar ligt het begin van ieder uitwisselingsproces, van elke vorm van informatieoverdracht, en dus ook van elke zonde.
Op aarde leek het na de eerste vraag van de slang en het eerste antwoord van Eva nog steeds een ‘gewoon’ gesprek, maar in de hemel was er tussen Satan en het innerlijk van Eva reeds een bepaalde verbinding tot stand gekomen. Hij had al enigszins vat op haar gekregen. Hierdoor was haar geestelijke situatie al aan het veranderen. Het kwaad begon daar reeds zijn intrede te doen. Haar geestelijk lichaam stond vanaf dat moment in zekere zin al onder invloed van de boze. En dat werd door hem verder uitgebuit.
Niet noodzakelijk
Niet elke confrontatie die door het rijk der duisternis wordt georganiseerd, hoeft voor de mens tot een dergelijk contact te leiden. Het kan in de geestelijke wereld door een bewuste keuze van de mens tot een ‘treffen’ beperkt worden. Het kan bij een pure confrontatie blijven, welke na enige tijd gewoon ophoudt te bestaan. In zo'n situatie ontstaat geen enkel contact tussen de mens en de duivel of één van zijn demonen. Er kan dan niets negatiefs worden overgedragen en er kan niets negatiefs uit voortkomen. Op zo'n moment kan er dus ook geen zonde ontstaan.
De confrontatie met de boze brengt dan geen verandering teweeg in de geestelijke situatie van de mens. Het duivelse doel wordt niet bereikt. Slechts bij contact kan er iets tot stand gaan komen. Dan kan de vijand verder gaan. Dan kan het proces op gang komen dat tot zonde leidt.
Proces
Het ontstaan van zonde wordt in de bijbel beschreven als een proces dat in een aantal van elkaar te onderscheiden stappen in de geestelijke wereld verloopt.
Uit Jacobus 1:15 leren we dat zonde gebaard wordt na bevruchting van de begeerte. De apostel vergelijkt het ontstaan van de zonde met een geboorte, dus met het tevoorschijn komen van een vrucht. Dezelfde gedachte vinden we in Psalm 7:15, waar staat: Zie, wie met ongerechtigheid bevrucht werd, is zwanger van onheil en baart leugen. Iets soortgelijks lezen we in Jesaja: Zij gaan zwanger van moeite en baren onheil (59:4).
Uit deze woorden kunnen wij het proces dat tot zonde leidt, stapsgewijs analyseren.
In het kort
Voordat de diverse stappen in detail worden belicht, zal eerst voor alle duidelijkheid een kort overzicht worden gegeven van dit proces.
Het begint met een treffen in de geestelijke wereld, waarin geestelijk contact kan ontstaan tussen de demon en de mens.
In dit contact kan het door verdergaande verleiding of zuiging komen tot gemeenschap met de boze geest. Ook het wezenlijke van deze stap onttrekt zich aan het natuurlijke oog; het is een zaak van de geestelijke wereld.
In dit nauwe contact wordt vervolgens het zaad van de macht der duisternis uitgestort in het hart van de mens, waardoor bevruchting van de begeerte of andere menselijke vermogens plaatsvindt.
De mens raakt hierdoor zwanger van onheil en komt daarna tot baring van zonde, tot de daad van ongerechtigheid.
Keuzen
De mens is bij de start van dit proces en ook bij de voortgang ervan niet overgeleverd aan de willekeur van de duivel en zijn boze geesten.
De mens kan voor zichzelf bij elke confrontatie met het rijk der duisternis een keuze maken. Hierdoor bepaalt hij of het daarin tot een werkelijk contact komt of niet, en of hij zich voor de aangeboden informatie en bovenal voor de bron en drager hiervan afsluit of opent.
Wanneer er tijdens de confrontatie door een bewuste keuze geen contact ontstaat, kan het genoemde proces niet eens in werking treden.
Wanneer het (beginnende) contact door een duidelijke keuze en actie van de mens bijtijds en radicaal wordt beëindigd, zal er van bevruchting in diens hart nog geen sprake zijn en zal er evenmin een zonde kunnen ontstaan. Opnieuw is de eigen keuze hierin doorslaggevend. En in deze keuze is ieder mens vrij! Dat wordt niet door God of door de duivel bepaald. Dat is de vrije keuze van de mens zélf (zie Stb.19). Dat is zijn eigen, persoonlijke verantwoordelijkheid.
Bij Jezus
In de ontmoetingen die Jezus had met de duivel, kon deze niets aan de Heer kwijt. Het verliep daar geheel anders dan in de hof van Eden. In de woestijn moest Satan drie keer opnieuw beginnen, omdat hij bij Jezus geen enkel contact kreeg. Hij kon niets opbouwen, niets uitwerken, tot geen enkel resultaat komen.
Jezus werkte heel bewust met alle mogelijkheden die Hem van Godswege ter beschikking stonden. Hij maakte weloverwogen zijn keuzen. Hij hechtte geen enkele waarde aan de woorden van de tegenstander en ging op geen enkele wijze in op diens suggesties en verleidingen. Hij bleef vol liefde tot God in de geestelijke wereld met Hem verbonden. Hij hanteerde vol geloof de woorden Gods, bleef volledig gericht op de wil van God en heel nauwgezet op de weg van God.
En daardoor kon de verzoeker met geen enkele verzoeking vat krijgen op Hem.
Geen contact
Jezus hoefde in de confrontatie met de boze zelfs geen contact te beëindigen; Hij liet het gewoon niet ontstaan. En hierdoor moest de duivel er op een bepaald moment mee ophouden; het leidde tot niets. Zo hield Jezus stand en overwon Hij op de door God beoogde wijze in de strijd met Satan. De boze moest van hem wijken (Luc.4:13).
Dat was het resultaat van Jezus' opstelling, keuzen en daden. Geheel naar Gods bedoeling.
Hetzelfde gebeurde in de volgende confrontaties, die de duivel met Hem aanging. Hoe vaak de overste der wereld ook kwam, hij had aan Hem niets (Joh.14:30). Op deze wijze heeft Jezus de satan tijdens alle momenten en fasen van geestelijke strijd in zijn leven, volledig ontwapend en zo over hem gezegevierd.
Voorbeeld
Wanneer Adam en Eva eveneens op deze wijze zouden hebben gehandeld - en die mogelijkheid bestond - zou Satan bij hen in deze eerste confrontatie en ook in elke volgende fase, niets hebben kunnen bereiken. Dat was de bedoeling van God. Tot die handelwijze had Hij hen opgeroepen. In die opstelling zou Hij hen te allen tijde hebben kunnen ondersteunen en bekrachtigen.
Het voorbeeld van Jezus is ook voor ons ter navolging. De meest radicale houding in elke confrontatie met het rijk der duisternis is de beste: geen contact laten ontstaan. Het is tevens de meest eenvoudige en in diepste zin ook de meest oorspronkelijke en normale opstelling. Het is eenvoudiger de duivel in zijn allereerste benadering af te houden, dan in een reeds gelegd contact de verbinding te verbreken. Waarmee niet gezegd wordt, dat dit laatste niet meer mogelijk zou zijn. Het kost alleen meer moeite en meer strijd!
Geen voet
Paulus adviseert terecht: Geef de duivel geen voet (Ef.4:27), geef hem geen millimeter terrein in de geestelijke wereld, dan krijgt hij ook geen voet meer tussen de deur van ons geestelijk hart. Dat is de beste basis voor het voorkomen van zonde en het overwinnen van de duivel.
Het is zaak om je van deze dingen op de juiste momenten bewust te zijn en op geen enkele wijze met de door de boze aangeboden informatie te spelen. Dat is in de geestelijke wereld spelen met vuur! Het gaat om een radicaal en totaal nee.
Wij mogen daarbij bedenken dat in elke confrontatie met Satan en diens demonen de Heer, die de boze op alle terreinen heeft overwonnen, aan onze zijde staat. We mogen de Here Jezus Christus aandoen (naar Rom.13:14) en vanuit de positie in Hem de strijd met de boze aanbinden. De bijbel roept ons hiertoe op: Vestig uw aandacht dan op Hem (Heb.12:3), juist in zo'n situatie. Wedersta de duivel, vast in het geloof (1Pe.5:9). Dan geldt voor ons ook de belofte: En hij zal van u vlieden (Jac.4:7).
Wanneer wij dit met liefde en trouw in volharding blijven doen, zal ook voor ons - in navolging van Jezus - gaan gelden dat de overste der wereld nog wel komt, maar niets meer aan ons heeft.
Dat aan zo'n strijd en overwinning op het rijk der duisternis in ons leven met Jezus werkelijke geestelijke vrijheid ten grondslag moet liggen, moge duidelijk zijn. We zullen er in een later stadium van onze studie in aparte artikelen op terugkomen.
Verder
Satan gaat na het leggen van het eerste contact met Eva, verder met het uitvoeren van zijn boosaardig plan. En nog duidelijker dan daarvoor gaat hij nu rechtstreeks in tegen wat God gezegd heeft. Daarbij is geen sprake meer van suggestie of van listig verpakte onwaarheden, maar van grove leugens en openlijke tegenspraak: Gij zult geenszins sterven, maar God weet, dat ten dage dat gij daarvan eet, uw ogen geopend zullen worden en gij als God zult zijn, kennende goed en kwaad (Gen.3:4,5).
In deze woorden ligt al het verzet van Satan tegen God en diens plan met mensen besloten. Het duivelse venijn is in elk onderdeel te bespeuren.
Tegen God
De woorden van Satan stellen God voor als een leugenaar en een misleider, als iemand die bewust onjuiste informatie heeft gegeven. Zij tekenen God als iemand die niet wil dat de mens open oog krijgt voor een hogere werkelijkheid en zijn eigen niveau daarin gaat benaderen. Gods waarachtigheid en liefde worden geloochend. Zij worden als leugen en jaloezie voorgesteld. God wordt geschilderd als een vijand en tegenstander van de mens.
Tenslotte wordt God beschreven als een kenner van goed en kwaad, dus als iemand die niet één is, als iemand waarvan je niet op aan kunt.
Grove leugen
Met deze uitspraak ontkent Satan niet alleen het wezen van God, zijn goedheid, zijn liefde en zijn waarheid, maar ook zijn plan met mensen. In alle toonaarden klinkt de leugen en het verzet erin door.
God wil van den beginne dat de mens juist wél - en volkomen - besef krijgt van de hogere, hemelse werkelijkheid en onder zijn intens goede en zorgzame leiding toegroeit naar het niveau van partner Gods. Het bestaan van dit plan bij God ten aanzien van de mens is Satan meer dan bekend. Het is voor hem de reden geweest om zich van God af te keren. Geen wonder dat hij in deze uitspraak naar de mens toe, dit plan van God helemaal op zijn kop probeert te zetten.
Bedrog
Satan liegt niet alleen ten aanzien van Gods bedoeling met de mens. Ook wat betreft zijn eigen plan met mensen geven zijn woorden precies het tegenovergestelde weer van zijn bedoelingen. Het concrete en door hem bedoelde gevolg van de zonde, waarover God zo openlijk had gesproken en waarvoor Hij de mens zo duidelijk had gewaarschuwd - het komen in de dood, het beginnen te sterven - wordt namelijk ontkend. De duivel spiegelt zoals altijd de mens iets geheel anders voor dan wat er in werkelijkheid gaat gebeuren. Hij bedriegt de mens te allen tijde.
Het eten van de boom der kennis van goed en kwaad wordt door hem verbonden aan het kunnen benaderen van God. Maar in plaats van dichter bij God te gaan komen, zou de mens - wanneer hij zou gaan eten van deze boom - juist bij God vandaan gesleept gaan worden.
Tenslotte wordt God ten overstaan van de mens door Satan ook nog eens als de kenner van goed en kwaad bestempeld. Daarmee verbindt hij de naam van God aan de naam van de boom die naast de boom des levens stond. En daardoor wordt het onderwijs dat God aan de mens juist in de naamgeving van deze boom had willen geven ten aanzien van de nieuwe situaties in de hemel, onderuit gehaald.
Ware aard
Satan geeft dus een volkomen onjuiste voorstelling van zaken. Hij liegt en bedriegt in elk opzicht. Satan is niet en nooit te vertrouwen. In hem is geen (enkele) waarheid. Met alles wat hij zegt en doet, wil hij niets anders dan dood en verderf teweeg brengen in het leven van de mens. Dit is nog steeds zijn opzet. Altijd!
Hier reeds blijkt de ware aard van Satan. Hij ontpopt zich als de vader der leugen, de mensenmoorder van den beginne (Joh.8:44), en de grote verleider (Op.12:9).
Verzet
Nadat hij op bovenstaande wijze twijfel en wantrouwen ten aanzien van God heeft gezaaid in het hart van Eva, daagt hij haar met deze woorden tevens uit tot openlijke ongehoorzaamheid aan God en verzet en weerspannigheid tegenover God: Eet maar, doe het maar, je zult het zien!
De mens wordt hiermee tot weerspannigheid verleid, tot weerspannigheid tegenover God gebracht.
Dit verzet vormt de harde kern van elke zonde. De weerspannigheid ligt ten grondslag aan elke handeling, aan elk woord en elke daad die ingaat tegen de woorden en bedoelingen van God. Daarmee is de ongerechtigheid in het wezen van Lucifer tot stand gekomen (Stb.28/4,7). Door weerspannigheid is het gehele rijk der duisternis ontstaan en van God afgevallen (Stb.29).
Door het in Genesis 3 beschreven optreden van de grote weerspannige wordt nu ook de mens tot verzet tegen God opgeroepen. Wanneer de mens hierin zou meegaan en na een keuze hierop daadwerkelijk zou ingaan, zou de ongerechtigheid daardoor ook in diens leven zijn intrede doen.
Mogelijkheid
Deze uitspraak van Satan had Eva alsnog de ogen kunnen openen voor wat hier nu werkelijk aan de hand was. Zij had op dit moment - dus nog vóór het aanraken en eten van de verboden vrucht - het kwade kunnen onderkennen vanuit haar besef en kennen van het goede en deelhebben aan dit goede. Ook in dit stadium had zij het ontstane contact met de vorst der duisternis nog kunnen afbreken en haar vijand kunnen doen afdeinzen.
Zij kon haar keuze voor God en diens bedoeling met haar leven nog steeds maken. Zij had zichzelf wakker kunnen schudden bij deze openlijke geweldpleging naar God toe en op haar eerste schreden kunnen terugkeren. Nog steeds was daar de mogelijkheid om alle redeneringen die opgeworpen werden tegen de kennis van God als krijgsgevangene te brengen onder de gehoorzaamheid aan God (naar 2Cor.10:5).
Maar in plaats van het contact af te breken, liet zij het bestaan. Dat was haar keuze. Satan kon hierdoor het contact gaan intensiveren en nog meer (innerlijke) vermogens aanspreken en bespelen. Eva werd door deze keuze medeverantwoordelijk voor het verdere verloop.
Vervolg
In het volgende artikel zullen we het overige deel van het proces dat tot de eerste zonde heeft geleid, bespreken. Daarin zal ook aandacht besteed worden aan de zuiging en verlokking van de eigen begeerte (Jac.1:14).
Wij willen de mogelijkheden die ons door God in Jezus Christus zijn aangeboden, in geloof en met volharding hanteren en zijn voorbeeld navolgen. Want hiertoe zijn wij geroepen, om in de voetstappen van Christus te treden (1Pe.2:21).