Aanvaarding van onderwijzing, terechtwijzing en vermaning

Neem toch uit de mond des Heren de onderwijzing aan en leg zijn woorden weg in uw hart. Job 22:22

Wat verstaat de bijbel onder deze begrippen? Hoe is ons beeld hierover? Wat is het belang van de aanvaarding van onderwijzing, terechtwijzing en vermaning? Wat doen we ermee?

Onderwijzing wordt in de bijbel als een ruim begrip voorgesteld en de verschillende grondwoorden beslaan ieder in hun betekenis een deel ervan. Eén van de grondwoorden heeft betrekking op het grootworden van kind tot volwassenheid, inclusief de zorg voor het lichaam, als ook op de innerlijke opbouw van een volwassene in het corrigeren van fouten en het beheersen van hartstochten. Een andere betekenis van onderwijzing is de gave van het leren, het verklaren en uitleggen, bijvoorbeeld in een schoolsituatie. Tenslotte kan onderwijzing zijn: het maken tot discipel van de meester.

Deze drie begrippen opvoeding, leren en maken tot discipel horen bij elkaar en voeren ons op in het kennen en verder bekennen van je Meester Jezus Christus. Je komt in een nauwere relatie met Hem, je verbetert en wordt deugdzaam. Zie 2 Petrus 1:5-7. Met vers 3 kunnen we zeggen, dat goed onderwijs strekt tot leven en godsvrucht. Je wordt opgevoed tot het volwassen leven Gods.

Bijbels onderwijs is niet droog, het is vol van levend water, van vroege en late regen. Het is niet theoretisch, maar praktisch toe te passen in het leven van elke dag. Het is niet saai, maar fris en het verdiept je steeds meer in het wezen van God, in de volheid van het leven Gods. Bijbels onderwijs is niet dodend, maar het brengt leven tevoorschijn.

Samenvattend kunnen we zeggen dat het gaat om het overbrengen van en het doen groeien in het woord des levens onder de zalving van de Geest des levens.

We kennen het eerste onderwijs aangaande Christus (Heb.6:1) en het gericht zijn op het volkomene daarin (zie ook Ps.32:8, Mar.12:14 en 2Ti.3:16). Waar kom je terecht zonder goede richting hierin? Wat belangrijk om het onderwijs van het Koninkrijk te aanvaarden. In Jesaja 1:10 staat: Neig uw oor tot de onderwijzing van God (zie ook Job 22:22, Spr.1:8, 4:2 en 6:23). Bij goed onderwijs kom je terecht in het centrum van de wil van God en Jezus.

In het onderwijzen past ook terechtwijzen en zorg voor je leven. God en Jezus wekken ons op met een hart vol liefde en willen ons terechtwijzen. In het Grieks betekent terechtwijzen: vermanen, aansporen en waarschuwen. Het gaat niet om het opgeheven vingertje of iemand het wel even zeggen of je gelijk willen halen. Gevoelens hierover mag je afleggen.
F.J.Pop zegt in 'Bijbelse woorden en hun geheim' over terechtwijzen: 'iemand begrip voor iets bijbrengen, lerend, corrigerend, niet zozeer door een appèl te doen op zijn verstand maar vooral op zijn innerlijk, met de bedoeling de ander te verbeteren' (zie bv. Ef.6:4). Het gaat om warme vaderlijke zorg, waardoor de weg Gods bewandeld wordt, soms gepaard gaande met een waarschuwing (bv. 1Cor.10:11). Waarschuwingen in de bijbel behoeden ons en wijzen de weg tot het goede (Col.1:28). Terechtwijzing is dan terechtbrengende onderwijzing. Dit is mooi, goed en louter positief en gericht op het doel Gods. Je mag wel de vinger ergens bij leggen, maar altijd om daarna de weg te wijzen. Dit alleen is bijbelse terechtwijzing: vaderlijk, vriendelijk, niet dwingend, doch wervend.
Colossenzen 3:16 illustreert dit leren én terechtwijzen. Het gaat erom dat we de terechtwijzing aanvaarden (Spr.10:17 en 15:5). Je mag terechtwijzing naar je toe laten komen als gesproken vanuit en gericht op liefde. Hierin kunnen we nog wel vernieuwen van denken.

Terechtwijzen verheft je op de goede weg. Er zit ook vermaning in, dat in zijn oorspronkelijke betekenis nauw verbonden is met het grondwoord voor de Trooster, de Geest Gods. Zie wat vermanen eigenlijk is! Het is vertroosting, het wekt op, spoort je aan, bemoedigt en versterkt (Rom.12:1) Vermanen is enkel positief en op zijn plaats binnen de prediking van het evangelie (Luc.3:18, Hand.14:22). Vermanen is gericht op versterking en bemoediging als er druk is. Ook de vermaning dienen we met blijdschap te aanvaarden. (2Cor.13:11, Spr.8:33).

Wanneer worden we onderwezen, terechtgewezen en vermaand? In de woordverkondiging (2Ti.4:2, 1Ti.6:2), in het profeteren (1Cor.14:31,3), in de onderlinge omgang (1Th.5:11,14 en Heb.1:13). In alle genoemde situaties dienen we woorden Gods te spreken, die voortkomen uit de relatie met Hem en gericht zijn op het behoud. Anders werkt troost e.d. niet (Heb.12:5-11). Laten we ook voorzichtig zijn met vermaning. Alleen doen op aanwijzing van de Heer, alleen in zijn gezindheid. In de gemeente zijn er ook mensen voor aangesteld, die je zult herkennen in het onderwijzen, terechtwijzen en vermanen, omdat dit tot leven Gods opwekt of het wezen van Jezus toont. Erken hen die God heeft aangesteld (1Th.5:12).

De Heer wil ons allen opvoeren tot een niveau in Hem dat we ook anderen kunnen leren. Maar eerst zelf oefenen in het aanvaarden van onderwijzing, terechtwijzing en vermaning, voordat je dit naar anderen toe praktiseert. Degene die het beste kan luisteren mag het eerste spreken. Degene die zich het meeste onder leiding wil stellen is het meeste geschikt om anderen te leiden. Dit is een geheimenis in het Koninkrijk Gods, een wijze van opstellen, belangeloos voor de Heer.

In het leren aanvaarden van dit alles ontmoet je je persoonsvijanden. Oefen je erin eerst bij jezelf na te gaan wat er 'steekt'. Als de vijand er tussenuit is, luister dan naar de ander en ga voor jezelf na of de vermaning uit God is of niet. De wetteloze geest die in de wereld heerst, kan ook in de onderlinge verhoudingen binnen de gemeente de kop opsteken en moeilijkheden veroorzaken door ervoor te zorgen dat je je afsluit voor het kijken naar jezelf en alleen de fouten van de ander ziet. Als iemand iets tegen je zegt wat persoonlijk is, is deze vijand in staat het bij je om te draaien en het probleem bij de ander te leggen (projectie). Waak hiervoor en open je hart voor de vermaning om deze niet in de wind te slaan.
1 Timotheüs 1:5 mag zowel gelden voor degene die vermaant als ook voor de ontvanger ervan om in liefde, geloof, wijsheid en inzicht toe te nemen.

We mogen dankbaar zijn met alles wat de Heer tot nu toe aan onderwijs, opvoeding, terechtwijzing, vermaning, geboden en beloften heeft gegeven: het gebod is een lamp en de onderwijzing een licht, de vermaningen der tucht zijn een weg ten leven (Spr.6:23). Het behaagt de Heer terwille van zijn gerechtigheid ons steeds weer een grote en heerlijke onderwijzing te geven (naar Jes.42:21). Laten we ons deze toe-eigenen en met grote bereidheid zijn wil doen. In hetgeen wij bereikt hebben, in dat spoor verder!

Deze website houdt statistieken van uw bezoek bij. Wij gebruiken hiervoor Google Analytics, maar zonder persoonlijke gegevens door te geven. Geef hier uw keuze aan.