Aanvaarding van jezelf
Maar gij geheel anders, gij hebt Christus leren kennen. Efeziërs 4:20
De inhoud van het woord 'aanvaarden' kan enerzijds worden aangegeven door woorden van gelijke betekenis: accepteren, aannemen en ontvangen. Het begrip 'aanvaarding' heeft daarom alles te maken met liefde: liefde geven en ontvangen, openstaan voor en aannemen van liefde. Aanvaarden draagt een volledig 'JA' in zich! Het staat aan het begin van een relatie en blijft kenmerkend voor de relatie. Het is daarom ook een kenmerk van gemeenschap, van uitwisseling, van samen optrekken. Aanvaarding is een kernzaak in het leven met Jezus en God.
Anderzijds kan de waarde van het begrip 'aanvaarding' naar voren komen wanneer we aangeven wat het niet is. Aanvaarden is het tegenovergestelde van verwerpen, afkeuren, afwijzen en terugsturen; van het zich afsluiten voor, zich afkeren van en een niet willen ingaan op. Dan ontstaat dus geen gemeenschap, geen relatie. Daar is geen opbouw maar afbraak. Daarin werkt geen liefde, maar haat. Geen uitnodigend 'ja', maar een keihard 'nee'. Aanvaarding heeft te maken met leven; het bewerkt leven. Verwerping behoort bij de dood; het voert tot de dood.
Aanvaarding hoort bij God en gaat van Hem uit; het is kenmerkend voor God en voor alles wat in de relatie met Hem funktioneert. God is enkel goed, enkel liefde; bij Hem is geen verandering of zweem van ommekeer (naar Jac.1:17). God is één in Zijn aanvaarding, bij Hem is geen zweem van verwerping of afkeuring. Het is voor ons noodzakelijk om vanuit die aanvaarding van God te denken en leven, te ontvangen en bezig te zijn (zie ook de reader 'Door God aanvaard'). Dit is niet moeilijk, want deze aanvaarding van God is gebaseerd op Zijn eeuwige, onveranderlijke, Zichzelf schenkende liefde: Zijn agapè, de hoogste vorm van liefde.
Verwerping, afkeuring, afwijzing is uit de duivel. Het behoort bij alles wat van het rijk der duisternis uitgaat; het komt in elke confrontatie met de machten der duisternis naar voren. Vooral na een zonde blijft de duivel je aanklagen, veroordelen en verwerpen; hij laat je steeds weer je tekortkomingen zien. Deze verwerping is gebaseerd op de eeuwige haat van Satan jegens ons en alle mensen.
Dit begon al bij Adam. Met diens zonde is niet alleen de dood, maar ook de verwerping in het leven van de mens gekomen (naar Rom.5:12). Bij elke misser kan dat speciale 'gevoel' over de mens komen, dat klimaat van afkeuring en verwerping, die aanklacht, die stem, dat stempel van de vijand. Het kan fnuikend werken in het leven van de mens. Het is een basisprobleem geworden voor de mensheid. Ingebracht door Satan!
De mens probeert die sfeer van afkeuring kwijt te raken en waar mogelijk te ontwijken, want in wezen wil hij dit niet. Hij wil 'aanvaardbaar' zijn en dit verwerven door het zonodig met veel inspanningen te verdienen. Vaak is de conclusie: het lukt mij niet!
Op grond van deze verwerping kunnen in het leven van de mens allerlei verkeerde dingen ontstaan zoals argwaan, achterdocht, jaloezie en bitterheid. Angst en vrees, frustraties en depressies kunnen vat krijgen. Eigen problemen kunnen op een ander geprojecteerd worden. Ook perfectionisme en vluchtgedrag komen hieruit voort. Er kan een volkomen verkeerd 'zelfbeeld' ontstaan. Verwerping bemoeilijkt allerlei vormen van relaties; de wereld is er 'vol' van.
Al deze dingen kunnen ook voorkomen in de gemeente van Jezus Christus. De oorzaak daarvan is de werkzaamheid van de geest(en) van verwerping. Zij werken vaak samen met geesten van weerspannigheid en hysterie, onreinheid en vroomheid, onwaarachtigheid en jaloersheid. Met het doel het leven Gods in mensen te belemmeren en verstikken en hen in het verderf te storten. Al jarenlang zijn we op basis van het evangelie van Jezus Christus bezig om geheel uit de greep en het klimaat van deze geesten los te komen. We praktiseren in geloof de mogelijkheden van bevrijding in de naam van Jezus en bidden voor genezing en herstel. Het uitgangspunt hierin is en blijft de aanvaarding van God. Hij beschuldigt niet, maar roept ons altijd in liefde tot Zich. Hij vergeeft ons al onze zonden en doet ze van ons weg, zover als het oosten is van het westen (Ps.103:12). Wij mogen deze vergeving van God met vreugde en dankzegging aanvaarden en in geloof volledig aannemen, zonder scrupules of enige tegenprestatie: het is genade, het is alles om niet! Wij hoeven onze verkeerdheden dan ook niet met ons te blijven meeslepen. Dat de vijand het ons hierin moeilijk wil maken, is een feit. Maar het evangelie roept ons op om op basis van een persoonlijke bevrijding tegen de geest van verwerping te strijden en bewust afstand te nemen van het denkpatroon dat hij heeft ingezaaid.
Dit denkpatroon noemen wij zelfverwerping: de aanvaarding van jezelf komt niet tot stand of blijft achterlopen op het je aanvaard weten door God, de vergeving van jezelf volgt niet als vanzelf op het vergeving vragen en ontvangen van God en Jezus. Het vergeten en achterlaten functioneert niet: het moet 'slijten', je blijft het jezelf kwalijk nemen dat het weer zo gelopen is, enz. Dit denkpatroon dient volkomen te veranderen, anders kan de genade Gods niet ten volle doorwerken. Als de geest van verwerping is teruggewezen, behoren wij anders te gaan denken en de schansen waarin deze geest zich schuilhield, af te breken. Anders kan de opgelopen schade niet worden hersteld en kan de vijand terugkomen om nieuwe pijn en ellende te veroorzaken.
De sleutel hierin is zelfaanvaarding: jezelf leren zien zoals God je ziet, jezelf aanvaarden zoals God je aanvaardt, op basis van de aanvaarding door Hem. Jezelf vergeven op grond van de vergeving door God. Het ook zèlf vergeten en achterlaten van verkeerdheden omdat God het niet meer gedenkt en volkomen achter Zich laat. Bij de aanvaarding van jezelf gaat het om een daadwerkelijk meekomen in het denken Gods, om een algehele vernieuwing van denken, gebaseerd op het woord van God en ingezaaid door de werking van de Geest van God. Dit leidt tot de ontwikkeling van een goed en bijbels zelfbeeld, waarin naast zelfaanvaarding ook zelfvertrouwen en zelfrespect hun plaats hebben. Het doet ons opwassen in de genade en kennis van Christus (naar 2Petr.3:18). Het voert ons op tot de volle beleving van het heil Gods!
Laten wij met elkaar de hand aan de ploeg slaan en niet meer zien op hetgeen achter ons ligt, maar op hetgeen vóór ons ligt. Dan zullen wij geschikt zijn voor het Koninkrijk Gods (naar Luc.9:62).