Aanvaarding van de geboden en beloften van God
Wie wijs van hart is, neemt geboden aan. Spreuken 10:8a Want hoevele beloften Gods er ook zijn, in Hem is het: Ja; daarom is ook door Hem het: Amen, tot eer van God door ons. 2 Corinthiërs 1:20
Beloften en geboden van God zijn woorden Gods die onlosmakelijk verbonden zijn met de logos - het woord en plan van God dat van den beginne is. In al deze woorden werkt van de Geest Gods: doelgericht, oproepend, stimulerend, neigend, bekrachtigend, bevestigend en vervullend. Woorden, geboden en beloften komen voort uit het hart van God dat vervuld is van liefde en kracht, van Geest en leven. Wat uit Hem komt, richt zich op ons: op het leven Gods in ruimte, vrijheid, vrede, blijdschap, gerechtigheid en volheid, het leven in algehele eenheid en verbondenheid met God.
In het nadenken over de geboden en beloften Gods dienen we uit te gaan van het godsbeeld dat Jezus, de Zoon van God, ons heeft getoond. Zoals Hij over de Vader spreekt en Hem doet kennen, zo mogen we God zien en vanuit dit zicht kijken naar de geboden en beloften: alles daarin plaatsen, invullen en uitwerken.
Tegelijkertijd dienen we ons los te maken van de tegenstander van God, die de geboden van God zwaar maakt en de beloften onbereikbaar laat zijn. Hij wil geboden en beloften vertekenen en verdraaien, je de blijdschap over deze woorden des Heren ontnemen. Hij wil onrust brengen, je bang maken en tot ongehoorzaamheid en wetteloosheid brengen.
Geboden Gods zijn woorden van God die je leven richting geven en je willen leiden op de weg ten leven. De bijbel spreekt over de wetten Gods, de bevelen en voorschriften des Heren. God heeft ze bekend gemaakt en ze aan zijn volk opgedragen. Ze zijn aangereikt als een volmaakt en zeer goed geheel en door Hem als regel gesteld.
Zo heeft God zijn schepping tot stand gebracht. Dat heeft Hij erin gelegd en Hij geeft daar duidelijkheid over. Daartoe heeft Hij de autoriteit, de kennis, het inzicht en de wijsheid. Hij is de Schepper; wie zal Hem tegenspreken!
Al Gods geboden zijn waar, waarachtig, rechtvaardig, trouw, heilig, louter en onbegrensd (zie Ps.19,119). Ze bewerken heil!
Deuteronomium 30:11-20 beschrijft het belang van onze keuze in het houden van de geboden en woorden Gods, die niet ver weg en niet zwaar zijn (1Joh.5:3). Deze geboden zijn belangrijk voor alle mensen van alle tijden, voor allen die God liefhebben en naar zijn woord en Geest willen leven, zowel in het oude als in het nieuwe verbond (1Cor.7:19). De gemeente in de eindtijd komt tot overwinning, doordat zij de geboden Gods bewaart en het getuigenis van Jezus heeft (Op.12:17).
Jezus heeft door zijn leven getuigenis gegeven van wat God met al de wetten en geboden bedoelt. Hij heeft de geboden Gods bewaard en de wet vervuld - dus niet afgeschaft! Hij roept ons op om Hem hierin te volgen (Joh.15:10).
Als we de geboden Gods lezen, behoren we dit te doen vanuit onze positie in Christus: met verlichte ogen en oren, met een open hart om de bedoeling van God te leren verstaan en de geestelijke waarde ervan te zien. Dan mogen ook wij - in eenheid met Jezus - de wet Gods vervullen, dat is: tevoorschijn laten komen, vlees laten worden, het woord Gods gestalte laten aannemen in ons bestaan.
Wat is de inhoud van het gebod? In Mattheüs 22:34-40 vat Jezus de wet samen in de twee belangrijkste geboden en 1 Johannes 3:23 getuigt ervan 'in de naam van de Zoon Jezus Christus te geloven en elkander lief te hebben, gelijk Hij ons geboden heeft'. 1 Johannes 4:21 benadrukt het OT-gebod: God liefhebben en de naaste als jezelf. 2 Johannes 4 noemt het 'in de waarheid wandelen' een gebod Gods. Verder zijn er vele uitspraken in de gebiedende wijs: Verblijd u te allen tijde, wees niet bezorgd, zoek en bedenk de dingen die boven zijn, doe aan..., leg af..., zie nauwlettend toe..., enz.
Al deze uitspraken zijn geboden des Heren, die één geheel vormen binnen de totaliteit van 'geloven in Jezus Christus', 'God en elkaar liefhebben' en 'het doen van de waarheid'.
Wie wijs van hart is, neemt geboden aan (Spr.10:8a). Hij luistert ernaar, herkent ze als woorden Gods en brengt ze in toepassing (Deut.26:16, Ps.119:4, Op.14:12, Ps.119:127,66). De vijand maakt alles zwaar, maar het juk van Jezus is zacht en zijn last is licht.
Achter elk gebod ligt een belofte tot leven. Het zal je dan in alles 'wel' gaan: gezondheid (Ex.15:26), (geestelijke) welvaart (Jer.7:23), een lang leven (Joh.12:50), barmhartigheid (Ex.20:6), enkel opgang (Deut.28:13), de goddelijke inwoning (1Joh.3:24), de zegen van de Heer (Deut.11:27).
Met andere woorden: je zult zalig zijn in het onderhouden van de geboden des Heren!
Het aanvaarden van de geboden doen we vanuit liefde, waarin God zich dan weer kan geven in zijn beloften. Het gaat er niet om een systeem van leefregels aan te nemen, maar om Hem en Jezus te aanvaarden in alles wat zij spreken in geboden en beloften. Blijf de geboden Gods aanvaarden, onafhankelijk van de vervulling van een belofte.
Beloften zijn woorden Gods, die ons iets toezeggen van wat God wil geven. Zij zijn altijd positief, verheffend, inspirerend en verblijdend. Evenals de geboden zijn de beloften waar, waarachtig en betrouwbaar (Joz.21:45). En zo is het nog steeds (2Cor.1:20, Heb.10:23).
Door geloof, geduld en volharding verkrijgen we deze beloften (Gal.3:23, Heb.6:12,15 en 10:36), die we in rust mogen verwachten (Heb.4:11) en in liefde tegemoet zien; niet door met 'de hand op de troon' erop te 'hameren'!
Er wordt ons heel veel beloofd: de heilige Geest (Luc.24:49), het eeuwige leven (1Tim.4:8, 1Joh.2:25), het onwankelbare Koninkrijk (Heb.12:28), deel aan de goddelijke natuur (2Pe.1:4), ingaan in de volle rust (Heb.4:1), nieuwe hemelen en een nieuwe aarde (2Pe.3:13). Denk ook aan al de beloften in Openbaring 2 en 3: Wie overwint... Kortom: leven, heerlijkheid en zaligheid; het volle heil, voor ieder die met Hem wil leven!
We vinden kostelijke beloften voor allerlei situaties in Jac.2:5, Jes.43:2, 2Cor.4:17, Ps.34:19, Jer.3:22, Jac.4:6, Luc.14:11, Heb.2:18, 1Cor.10:13, Jac.4:17, Rom.16:20, Deut.4:29, Luc.11:9, Mar.9:23 en 11:24, Joh.6:35 en 14:12, Luc.11:28, Joh.7:16,17 en 14:23, Dan.12:3, 1Cor.3:14 en 15:58, Spr.11:25, Luc.6:38, Jes.58:10, 2Cor.9:7. Zoek ze op en neem ze tot je!
Wanneer de vervulling van de belofte uitblijft, dienen we het woord dat op de belofte wijst, vast te houden en tegenover het nee van de vijand ons amen te plaatsen. Wortel je in het woord met alle geboden en leefregels, en wijd je toe aan de God van deze woorden en aan de Heer van het getuigenis; heilig je voor Hen (2Cor.7:1). Dit voert ons door alle hemelen heen naar het uiteindelijke doel: God alles in allen.
Wij danken en eren Hem voor wat Hij doet!