Genesis 29:1 – 30:24
We zijn bezig met de geschiedenis van Jakob, de derde aartsvader: Genesis 29:1 - En Jakob begaf zich op weg en ging naar het land der stammen van het Oosten.
Jakob op de vlucht
Jakob begeeft zich op weg. Hij moet vluchten voor zijn broer Esau. Na alles wat er in het gezin van Isaak en Rebekka is gebeurd, is zijn positie daarin onhoudbaar geworden. Onderweg krijgt Jakob in Betel een prachtig visioen en weet hij zich door de Heer gesterkt. Maar daarmee kan hij niet terug naar huis. De situatie daar is nog steeds zoals die was.
In het gezin van Isaak en Rebekka werkt niet alleen de Gods Geest. In Esau is een geest werkzaam geworden die hem tot een onverschillig, goddeloos en wetteloos leven heeft gevoerd. Als Esau door Jakob wordt bedrogen, bewerkt die geest ook bitterheid en haat in Esau, en zet die geest hem aan tot moord op Jakob. Daarom moet Jakob vluchten.
De geest die in Esau is binnengedrongen wordt later in de Bijbel het ‘gebergte van Esau’ genoemd. Je kunt die geest nog steeds ontdekken en herkennen in het onverschillige, goddeloze en wetteloze dat zich in mensen blijft verzetten tegen de werking van Gods Geest.
Jakob is ook niet vrij
In Jakob werkt niet de geest die in Esau werkt. In Jakob werkt een leugenachtige geest die hem heeft aangezet tot list en bedrog. Ten opzichte van Esau, in verband met die linzenmoes, maar ook ten opzichte van zijn vader Isaak in verband met het verkrijgen van de zegen. Hoe kan dat, zou je zeggen. Een gezegende des Heren en toch nog beïnvloedbaar door dit soort geesten? Ja, dat kan. Het kan in hemels van mensen nog door elkaar lopen. Je ziet het bij Jakob. Er is geloof, vertrouwen en liefde voor God in zijn hart, maar ook een opkomen voor zichzelf, een menen dat je het voor jezelf ook nog moet regelen, een voor God uitlopen. En daar gaat hij dan, zevenenzeventig jaar oud. Te voet naar Haran, een tocht van 1250 km. Hier, in Genesis 29 is hij Betel voorbij. Dat ligt op ongeveer 90 km van de plaats waar hij met zijn ouders woonde. Hij heeft dus nog ruim 1150 km voor de boeg. Jakob is onderweg, staat er, en hij ging naar het land van de stammen in het oosten. Hij is een heerlijke ervaring rijker geworden in Betel. God heeft hem iets laten zien van de geestelijke werkelijkheid en spreekt zijn belofte over hem uit. Hij maakt zich aan Jakob bekend. Ik ben met je, Ik zal je behoeden, Ik zal je niet verlaten tot Ik gedaan heb wat Ik je heb toegezegd. Wat een belofte!
De volgende ochtend staat Jakob vroeg op, nog vervuld van alles wat hij heeft gezien en gehoord. Hij doet een belofte aan de Heer, richt een steen op en gaat verder. Hij heeft nog een lange reis voor de boeg.
Op vleugels gedragen
In Genesis 29:2 staat dan: Toen hij rondkeek, zag hij een put in het veld, en zie, drie kudden kleinvee waren daarbij gelegerd, want men placht de kudden uit die put te drenken.
In vers 2 is Jakob al in Haran. De bijbel vertelt dus niets over die verdere reis. Ik denk ook dat die dagen voor Jakob zijn ‘omgevlogen’, vol als hij is van de dingen die Heer hem heeft laten zien en horen. Hij is ‘opgegaan’ in de werkelijkheid die voor hem is opengegaan. Hij weet zich door de Heer ‘op vleugels gedragen’. Hij is niet meer beangst en niet meer verlamd, ondanks de vele gevaren voor een eenzame reiziger die alleen een staf bij zich heeft. In zo’n gesteldheid weegt het lijden van het heden niet meer op tegen de heerlijkheid waar je zicht op hebt gekregen (naar Rom.8:18). Om de vreugde die vóór hem ligt gaat Jakob zijn weg met blijdschap (naar Heb.12:2, Hand.8:39). Als je leeft in de werkelijkheid van Christus en zicht houdt op wat de Heer je heeft laten zien en horen, kun je heel wat aan! Dan kan de reis nog lang zijn, maar dan word je door de Heer gedragen. Je krijgt dan vleugels omdat de engelen je dienen. Dan kun je het ‘bovenmenselijke’ aan.
Bij de waterput
Jakob leeft vanuit de geopenbaarde werkelijkheid van zijn God. Zo komt hij in Haran aan. En dan ziet hij daar een waterput. Vanaf dat moment begint zijn verhaal in Haran. Wonderlijk. Vaak begint een verhaal bij een waterput, bij zo’n ontmoetingsplaats voor mensen. Eliëzer ontmoet Rebekka bij een waterput als hij voor Isaak een vrouw zoekt. Enkele eeuwen later ontmoet Mozes Sippora bij een waterput.
Zou het dezelfde bron of put zijn als die waar Eliëzer destijds Rebekka ontmoette? De bijbel spreekt er niet over, maar je kunt het wél uit de situatie opmaken. Hier moet er een zware steen weggehaald worden van de put. De herders hebben de afspraak om eerst met hun kudden bijeen te komen en dan samen de steen weg te halen. Als Eliëzer in Haran bij een bron aankomt, hoeft Rebekka niet eerst een steen te verwijderen. Zij geeft hem water en put daarna water voor al zijn kamelen. Ik vermoed dat hier in het verhaal van Jakob een andere put wordt bedoeld. Geen waterbron, maar een bak waarin water opgevangen wordt. Om dat water tegen vuil en stenen te beschermen ligt er een steen op.
Jakob ontmoet bij die waterput een aantal herders en hij treedt ze welgemoed tegemoet: Genesis 29:4 - De steen op de opening van de put was groot; als alle kudden daar bijeengedreven waren, wentelde men de steen van de opening van de put en drenkte het vee; daarna bracht men de steen weer op de opening van de put op zijn plaats. En Jakob zei tot (de herders): Mijn broeders, vanwaar zijt gij? En zij zeiden: Wij zijn uit Haran. Daarop zei hij tot hen: Kent gij ook Laban, de zoon van Nachor? En zij zeiden: Ja. Vervolgens zei hij tot hen: Gaat het hem wél? En zij zeiden: Ja, maar zie, daar komt zijn dochter Rachel aan met het kleinvee. Toen zei hij: Zie, het is nog volop dag, het is nog geen tijd, dat de kudde bijeengedreven wordt; drenkt het vee en gaat het weer weiden. Maar zij zeiden: Dat kunnen wij niet, voordat al de kudden bijeengedreven zijn; dan wentelt men de steen van de opening van de put, en drenken wij het vee.
Jakob ontmoet Rachel
Jakob hoort dat hij op de juiste plek is aangekomen: in de buurt van Laban, zijn oom. En dan ziet hij Rachel als een ‘engel’ op hem afkomen. Nu niet vanuit de hemel, maar gewoon op aarde. Ook niet midden in de nacht, maar op klaarlichte dag. Nee, hij droomt niet. Rachel maakt iets los in Jakob. Ik weet niet hoe oud Rachel was op dat moment, maar ik denk toch wel iets jonger als Jakob op dat ogenblik. En wat doet Jakob?
Genesis 29:9 - Terwijl hij nog met hen sprak, kwam Rachel er aan met het kleinvee van haar vader, want zij was een herderin. Zodra Jakob Rachel, de dochter van Laban, de broeder van zijn moeder, zag, en het kleinvee van Laban, de broeder van zijn moeder, trad Jakob toe, wentelde de steen van de opening van de put en drenkte het vee van Laban, de broeder van zijn moeder.
Dat moet wat geweest zijn, wat een enorme kracht heeft Jakob. Hij kan blijkbaar alles aan, hij is vol van iets. Hij vindt het zo geweldig dat hij in die eerste ontmoeting al direct zekerheid krijgt: ik zit goed, hier woont Laban en daar staat een mooi meisje. Hij huilt van ontroering, verheft zijn stem en maakt zich bekend aan Rachel. Genesis 29:12 - En Jakob kuste Rachel en verhief zijn stem en weende. Daarop vertelde Jakob Rachel, dat hij een bloedverwant van haar vader was, en de zoon van Rebekka. Toen snelde zij weg en deelde het haar vader mede. Zodra Laban het bericht aangaande Jakob, de zoon zijner zuster, hoorde, snelde hij hem tegemoet, omhelsde hem en kuste hem hartelijk, en bracht hem in zijn huis. En hij vertelde dit alles aan Laban. Toen zei Laban tot hem: Waarlijk, gij zijt mijn eigen vlees en bloed. En hij bleef een volle maand bij hem.
Dat moet een heerlijk moment voor Jakob zijn geweest. Hij is zijn eigen familie kwijt; hier vindt hij een nieuwe familie.
In het huis van Laban
Jakob komt bij Laban in huis. En direct begint de zegen van de Heer door Jakob heen te werken. Na een maand stelt Laban aan Jakob voor om hem iets te geven voor zijn diensten. Laban wil Jakob graag bij zich houden, omdat hij merkt dat de zegen van God aan de persoon Jakob verbonden is. Jakob weet wel een goed loon: hij wil trouwen met de mooie Rachel. Daar is hij van gaan houden; hij is bereid om daar zeven jaar voor te werken, om zeven jaar in dienst te zijn van Laban als herder over zijn kudde. Laban stemt in; hij zegt op dat moment niets over de gewoonten van dat land dat de oudste dochter het eerst ten huwelijk gegeven wordt.
Genesis 29:15 - En Laban zei tot Jakob: Zoudt gij, omdat gij mijn bloedverwant zijt, mij dienen om niet? Zeg mij, wat uw loon moet zijn. Nu had Laban twee dochters; de oudste heette Lea en de jongste Rachel. Lea’s ogen waren flets, maar Rachel was schoon van gestalte en schoon van uiterlijk. En Jakob had Rachel lief. Daarom zei hij: Ik wil u zeven jaren dienen om uw jongste dochter Rachel. En Laban zei: Het is beter, dat ik haar aan u geef dan dat ik haar aan een andere man geef; blijf bij mij. Derhalve diende Jakob zeven jaren om Rachel, en die waren in zijn ogen als enkele dagen, omdat hij haar liefhad.
En zie, het was Lea…
De draagkracht die Jakob sinds Betel bezit, werkt nog steeds. Hij is bereid zeven jaar te werken voor de vrouw die hij liefheeft. Bij die bruiloft wordt Jakob door zijn oom bedrogen. De dag erna blijkt dat Laban niet Rachel maar Lea aan Jakob heeft gegeven. Dat is in de sluiers van de bruid verborgen gebleven. De bedrieger wordt bedrogen. Een koekje van eigen deeg, zou je kunnen zeggen. Net goed. Eigen schuld, dikke bult… Maar dat is natuurlijk geen goede benadering. Je kunt ook zeggen, nou, nou, Laban, je zegt tegen Jakob: je bent mijn eigen vlees en bloed, en dan doe je dit? Van je familie moet je het maar hebben…
De geest van leugen en bedrog
Deze benaderingen gaan uit van wat er zich in het zichtbare afspeelt. Veel beter is het om na te gaan wat er in het onzichtbare gebeurt, wat er in de hemel werkt. Bij Jakob werkte een geest van leugen en bedrog. Maar die geest werkte niet alleen bij hem en bij zijn moeder, Rebekka, die aan Jakobs bedrog heeft meegewerkt, maar blijkbaar ook bij haar broer Laban. Je hebt hier te maken met een geest uit het voorgeslacht die deze mensen bij tijd en wijle aanzet tot liegen en bedriegen. Een geest die mensen de schijn laat ophouden en ze hun zaakjes heel slim laat aanpakken, om het ten eigen bate zo gunstig mogelijk te regelen. Heel geniepig. Met mooie woorden en prachtige gebaren, maar met zeer ondeugdelijke redenen.
Esau had last van een geest die in zijn geslacht heeft doorgewerkt, en die de bijbel het gebergte van Esau noemt. Maar dit is óók zo’n geest die in de familie werkzaam is, en daarin werkzaam wil blijven. En dat is ook een ‘kwaaie’. Die is niet zomaar weg. Daar krijgt Jakob nog heel wat keren mee te maken. Hij komt er uiteindelijk wel los van, maar die geest heeft Jakob lang achtervolgd. Hier komt hij hem tegen in Laban, zijn bloedverwant. Jakob is hoogst verontwaardigd. Hij schreeuwt het uit van woede en verdriet. Wat heb je me nou geflikt, Laban?
Genesis 29:21 - Daarna zei Jakob tot Laban: Geef mij mijn vrouw, want mijn tijd is om, opdat ik tot haar kome. En Laban vergaderde al de mannen van die plaats, en richtte een maaltijd aan. Des avonds echter nam hij zijn dochter Lea en bracht haar tot hem, en hij kwam tot haar. Ook gaf Laban haar zijn slavin Zilpa, tot een slavin voor zijn dochter Lea. Maar des morgens, zie, het was Lea. Toen zei hij tot Laban: Wat hebt gij mij daar gedaan? Heb ik niet om Rachel bij u gediend, waarom hebt gij mij dan bedrogen? Daarop zei Laban: Zo doet men niet hier ter plaatse, dat men de jongste ten huwelijk geeft vóór de eerstgeborene. Breng de bruiloftsweek met deze ten einde, dan zal u ook de andere gegeven worden voor de dienst, waarmede gij nog eens zeven jaren bij mij dienen zult. En Jakob deed zo; hij bracht de bruiloftsweek met haar ten einde; daarop gaf hij hem zijn dochter Rachel tot vrouw. En Laban gaf aan zijn dochter Rachel zijn slavin Bilha, haar tot een slavin. Jakob kwam ook tot Rachel, en hij had Rachel lief, in tegenstelling met Lea. Aldus diende hij bij hem nog eens zeven jaren.
Nóg eens zeven jaar
Jakob kan niets anders doen dan de situatie te accepteren en Laban nóg eens zeven jaar te dienen. Dan maar twee bruiloften achter elkaar. Twee zusters en twee slavinnen, allemaal gegeven aan die ene man. Wat een toestand! Dat gaat problemen opleveren. Lea, niet de mooiste van de twee, niet bemind door Jakob, voelt zich de ‘verworpene’. En Rachel, wél de mooiste en geliefde, voelt zich de ‘gepasseerde’. Rachel heeft moeten toezien dat haar oudere zus de vrouw is geworden van de man die zij liefheeft. Dat is niet leuk. Het gaat tussen die twee dan ook niet gemakkelijk. Het is een lastige situatie waar de duivel garen bij gaat spinnen.
Problemen met twee vrouwen
Kan de zegen van de Heer in zo’n situatie doorwerken? In de jaren die volgen zijn de problemen niet van de lucht. De eerste zeven jaar zijn voor Jakob omgevlogen, toen ging het allemaal goed. Maar vanaf dit moment, Jakob is inmiddels vierentachtig, wordt het er niet makkelijker op. Lea en Rachel, twee zusters die door hun huwelijk met Jakob voortdurend met elkaar te maken hebben. In die zusterschap gaat al even ‘goed’ als in de broederschap van Jakob en Esau: niet dus! Ze blijven op elkaars lip zitten, ze zijn met dezelfde man getrouwd. Wat een situatie.
Beide vrouwen onvruchtbaar
En dan zijn ze allebei nog eens onvruchtbaar ook. Hè, onvruchtbaar? Genesis 29:31 - Toen de Here zag, dat Lea niet bemind was, opende Hij haar schoot, maar Rachel bleef onvruchtbaar.
Een dubbel probleem, Lea is niet geliefd, Rachel wel, en beiden zijn onvruchtbaar. Lea een tijdje en Rachel een langere tijd. Door de rol en de plaats die Lea inneemt heeft zij veel verdriet en kent zij maar weinig geluk. Ik denk dat zij meer ‘verdiende’ dan ze heeft gekregen. Ze loopt niet weg, blijft staan op haar plaats, onbemind, niet gevraagd.
En dan schenkt God aan haar, Lea, het eerst genade. Of moeten we zeggen dat de genade van God het eerst in Lea zijn doel kan bereiken? Blijkbaar heeft Lea, omdat ze op niets anders kon vertrouwen - niet op Jakobs liefde, niet op Rachels steun - het alleen maar van haar God verwacht, waardoor die genade in haar het eerst kan doorwerken. Zij gaat als eerste door die geestelijke ‘muur’ van onvruchtbaarheid heen.
Lea krijgt vier zonen
Er worden vier zoons geboren uit Lea. Ze geeft die zonen namen waarin ze getuigt en laat merken wat er in haar omgaat. Ruben betekent: zie, een zoon. Genesis 29:32 - En Lea werd zwanger, baarde een zoon, en gaf hem de naam Ruben, want, zo zei zij, voorwaar, de Here heeft mijn ellende aangezien; voorwaar, nu zal mijn man mij liefhebben.
Ach Lea, denk je dat echt? Ze hoopt het. De Heer heeft haar ellende gezien, heeft haar een zoon gegeven en je mag dan toch verwachten dat de man aan wie jij een zoon schenkt, jou gaat liefhebben? Nee, ze blijft de onbeminde. En dan wordt Simeon geboren. Zijn naam betekent: gehoord.
Genesis 29:33 - En zij werd wederom zwanger, baarde een zoon, en zei: Voorwaar, de Here heeft gehoord, dat ik niet bemind ben, en heeft mij ook deze geschonken; en zij gaf hem de naam Simeon. Lea richt haar dank aan God. God U heeft mij gehoord, U weet hoe het zit, U heeft mij deze jongen geschonken. En weer krijgt Lea een zoon Levi, dat betekent: verbonden.
Genesis 29:34 - Wederom werd zij zwanger, baarde een zoon, en zei: Nu zal mijn man zich ditmaal aan mij hechten, omdat ik hem drie zonen gebaard heb; daarom gaf zij hem de naam Levi. Nu zal Jakob zich aan mij hechten, omdat ik hem drie zonen gegeven heb. Maar er verandert niets.
Lea houdt vol. Een vierde zoon, Juda. Dat betekent: geprezen. Genesis 29:35 - En zij werd wederom zwanger, baarde een zoon, en zei: Nu zal ik de Here loven; daarom gaf zij hem de naam Juda. Toen hield zij op met baren.
Daar houdt ze het bij: ik zal God loven. Lea is dapper; zij is een goede vrouw. Ze blijft hopen en blijft geloven, zonder resultaat in het zichtbare, zonder de liefde van haar man te krijgen.
Rachel wordt jaloers
En Rachel? Jakobs geliefde? Het wordt er voor haar niet beter op als ze ziet dat Lea vier zonen krijgt en zij nog steeds niets. De geest van jaloezie steekt de kop op. Ze wordt afgunstig op haar zus. Genesis 30:1 - Toen Rachel zag, dat zij Jakob geen kinderen baarde, werd Rachel jaloers op haar zuster...
In plaats van dat Lea zich verworpen voelt ten opzichte van Rachel, gaat het nu andersom werken: Rachel voelt zich verworpen ten opzichte van Lea. Misschien heeft Lea met haar vier zonen wel even haar rug gerecht ten opzichte van Rachel. Je kunt je dat voorstellen tussen vrouwen: die kunnen elkaar benijden. Om de liefde van de man, of om de kinderen. De duivel weet er wel raad mee.
De kinderen die Lea gelukkig maken, maken Rachel ongelukkig. En Jakob zit er tussenin. Wat een toestand in dat huis van Jakob, in het huis van de gezegende. Wat nestelt zich allemaal in de kinderen van dat gezin? Jakob wordt ouder en ouder. Rachel is de wanhoop nabij.
Verwijten aan Jakob
Rachel gaat Jakob verwijten maken. Genesis 31:1 - En zij zei tot Jakob: Geef mij kinderen; zo niet, dan sterf ik. Toen ontbrandde Jakobs toorn tegen Rachel, en hij zei: Neem ik de plaats van God in, die u de vrucht van de schoot ontzegd heeft?
Jakob zegt: Ik ben God niet. Ik ontzeg jou de vrucht niet. Ho, stop, Jakob! Ontzegt God Rachel de vrucht? Dit is niet van God, Jakob! Dat weet je toch ook wel? Hoe is het met je moeder gegaan? Wanneer is zij gaan baren? Na twintig jaar. En hoe is het met je grootmoeder Sara gegaan? Hoe lang heeft zij moeten wachten? En wat hebben jouw vader en moeder in die situatie gedaan? En jouw opa en oma? Ze zijn gaan bidden. Ga bidden, Jakob! Houd samen met Rachel vast aan Gods belofte. Maar daar komt Jakob blijkbaar niet toe, daar wordt in de bijbel niets van gezegd.
Ik ben God niet, zegt Jakob. Inderdaad, Jakob, daar heb je gelijk in. Je staat niet op de plaats van God, onthoud dat goed. Ga geloven en blijf geloven. Ga niet zélf iets ‘regelen’, ga niet voor God uitlopen zoals je dat vroeger hebt gedaan.
Je hoopt dat deze man en vrouw die elkaar zo intens liefhebben, samen gaan bidden en zich samen voor God gaan opstellen, om te verkrijgen wat God bedoelt en die zo bekende ‘muur van verzet’ te doorbreken. Maar dat gebeurt niet.
Rachel treedt eigenmachtig op
In plaats van het aan God over te laten, gaat Rachel zélf iets regelen. Genesis 30:3 - Maar zij zei: Hier is mijn slavin Bilha, kom tot haar, en zij bare op mijn knieën, opdat ook ik uit haar gebouwd worde. En zij gaf hem haar slavin Bilha tot vrouw; en Jakob kwam tot haar. Bilha werd zwanger en baarde Jakob een zoon. Toen zei Rachel: God heeft mij recht verschaft, ook heeft Hij mij verhoord en mij een zoon gegeven; daarom gaf zij hem de naam Dan. Wederom werd Bilha, de slavin van Rachel, zwanger en baarde Jakob een tweede zoon. Toen zei Rachel: Op bovenmenselijke wijze heb ik met mijn zuster geworsteld, ook heb ik overmocht; en zij gaf hem de naam Naftali.
Rachel, je weet toch dat dit niet ‘werkt’? Je doet met je de slavin hetzelfde als Sara destijds bij Abram. Wat een ellende heeft dat teweeg gebracht!
Jakob gaat mee in het voorstel van Rachel en er worden twee zonen geboren. Rachel adopteert ze, maar het zijn niet haar eigen kinderen. Zij bewandelt een weg die niet uit God is. De naam Dan houdt in: God is mijn rechter. Hij zal mij recht doen. En Naftali betekent: worsteling, op bovenmenselijke wijze heb ik met mijn zuster geworsteld. Hoe kan een mooie vrouw zulke namen geven, zulke niet-mooie woorden uitspreken. Ja, achter een mooi uiterlijk kunnen dingen schuilgaan, die niet zo mooi zijn. Dingen waar mannen meestal niet direct zicht op hebben.
Lea doet hetzelfde
Het verhaal gaat door. Lea, die inmiddels al vier zonen heeft en daarna onvruchtbaar lijkt te zijn geworden, denkt: wat Rachel kan, kan ik ook. Jakob, hier is mijn slavin Zilpa. Kan het nog erger? En Jakob doet wat hem gevraagd wordt. Man, denk toch na, zou je zeggen. Zie je niet dat Lea en Rachel elkaar de loef afsteken? Wat gaat er met die jongens allemaal gebeuren?
Genesis 30:9 - Toen Lea zag, dat zij had opgehouden te baren, nam zij haar slavin Zilpa en gaf haar aan Jakob tot vrouw. En Zilpa, de slavin van Lea, baarde Jakob een zoon. Toen zei Lea: Het geluk is gekomen, en zij gaf hem de naam Gad. En Zilpa, de slavin van Lea, baarde Jakob een tweede zoon. Toen zei Lea: Ik gelukkige! Voorzeker zullen de jongedochters mij gelukkig prijzen; en zij gaf hem de naam Aser.
Gad betekent: geluk. Het geluk is gekomen, zegt Lea maar is ze werkelijk gelukkig? Dan wordt Aser geboren. Die naam betekent: gelukzaligheid. Ben je dat nu echt, Lea? Deze laatste twee namen klinken anders dan de eerste vier. Ik denk dat Lea in die tijd door de vijand meegezogen wordt in zijn duistere ‘spel’ van afgunst en jaloezie.
Geestelijke belasting
Wat gebeurt er in de hemel van de jongens? Met welke ‘belasting’ komen zij ter wereld? Geen wonder dat er later - als de jongens groter worden en volwassen zijn - jaloezie ontstaat tussen de zonen van Lea, Bilha en Zilpa enerzijds en Jozef, de zoon van Rachel, anderzijds. Dat begint hier al, bij de verwekking van die zonen, en dat gaat door in de tijd daarna. De vijand heeft in dit steeds groter wordende gezin op geestelijk terrein veel schade kunnen aanrichten. En al die mannen moeten de (latere) stamvaders worden van Gods volk?
Hebben we het nu gehad? Nee, het verhaal gaat weer verder en het wordt allemaal opgeschreven. De Bijbel verhult niets, geeft zicht op wat er op aarde gebeurt. Verlicht door Gods Geest mogen wij steeds meer zicht krijgen op wat er tegelijkertijd in de hemel gebeurt.
Liefdesappelen
Als Ruben groter wordt, vindt hij ‘liefdesappelen’. En Rachel wil ze hebben. Het volksgeloof in die tijd leert dat zulke liefdesappelen de zinnen prikkelen en de vruchtbaarheid bevorderen. Als je liefdesappelen onder je bed legt, word je vruchtbaar.
Waar ben je mee bezig, Rachel? Dit gaat nog verder dan wat ‘regelen’. Dit duidt op inzet van krachten die niet uit God zijn. Vruchtbaarheid opwekken met wat appelen, met zichtbare dingen? Om die appelen in handen te krijgen, pleegt Rachel ‘ruilhandel’ met Lea. Want het is Lea’s zoon, Ruben, die deze appelen vindt. Mag ik die appelen, Lea? Dan mag jij vannacht Jakob hebben. Onvoorstelbaar eigenlijk, maar zo gebeurt het. Jakob probeerde het eerstgeboorterecht van Esau af te troggelen. Hier gaat het om het recht op de echtgenoot en een hopelijk nieuwe geboorte.
Occult bezig
Rachel zakt in de geestelijke wereld verder af. Ze komt op het terrein waar occulte geesten werkzaam zijn. Hoe zit het met je geloof, Rachel, met je vertrouwen in God? Kun je je man verhuren aan Lea? Zo staat het er. Ik heb je gehuurd, zegt Lea die avond tegen Jakob. Blijkbaar is Jakob al een hele tijd niet meer tot Lea gekomen. En nu doet hij dat wél, omdat er liefdesappelen gevonden zijn en er afspraakjes gemaakt zijn tussen Rachel en Lea. Dit is eigenlijk te gek voor woorden…
Jakob laat zich manipuleren
Jakob, waar laat jij je nu voor gebruiken? Wat is er gebeurd in jouw hemel als er zo met jou ‘gespeeld’ kan worden door je vrouwen?
Rachel krijgt de liefdesappelen en gaat ermee aan de slag. Dat is een occult bezig-zijn. Daarmee zet je de boel op zijn kop, Rachel. Je probeert God te bewerken. Maar God moet het in jou bewerken. Jij probeert met deze dingen God naar jouw hand te zetten, maar geef jouw God nu toch eens de vrije hand!
Bij magie trachten de mensen met allerlei zaken hun goden te bewerken en te vermurwen om iets van hen gedaan te krijgen. Daarom doen ze van alles. Toverij en magie zijn methoden om de god die je aanbidt naar je hand te zetten, dat wil zeggen: te manipuleren. En dan gaan er dus geheel andere krachten werken dan de kracht van God. De demonische machten die deze krachten bewerken, zetten daarmee jou naar hun hand en maken je helemaal los van de God. Rachel gaat erin mee en ook Jakob blijft er niet vrij van. Het zijn kwade, occulte werkingen van boze geesten in dit steeds groter wordende gezin, in dat derde geslacht vanaf Abraham gerekend.
Lea wordt opnieuw zwanger
Door dit alles mag Lea weer een nacht doorbrengen met Jakob. Blijkbaar heeft zij daarbij God aangeroepen, want er staat, dat God hoort: Genesis 30:16 - Toen Jakob des avonds uit het veld kwam, ging Lea hem tegemoet, en zei: Kom bij mij, want ik heb u eerlijk gehuurd voor de liefdesappelen van mijn zoon. Daarom lag hij die nacht bij haar. En God hoorde naar Lea, zij werd zwanger en baarde Jakob een vijfde zoon. Toen zei Lea: God heeft mij mijn loon gegeven, omdat ik mijn slavin aan mijn man gegeven heb; en zij gaf hem de naam Issakar. Wederom werd Lea zwanger en baarde Jakob een zesde zoon. Toen zei Lea: God heeft mij een schoon geschenk gegeven; ditmaal zal mijn man bij mij wonen, omdat ik hem zes zonen gebaard heb; en zij gaf hem de naam Zebulon. Daarna baarde zij een dochter en noemde haar Dina.
De onbeminde wordt opnieuw zwanger en baart haar vijfde zoon: Issakar. Die naam betekent: er is loon in, God heeft mij loon gegeven. Ik vond ook nog deze betekenis: man van huur, door een huurling verwekt. Dat geeft aan hoe deze zoon ter wereld is gekomen. Daar kan die jongen zélf natuurlijk niets aan doen, maar hij moet er wel mee verder, hij draagt die achtergrond met zich mee.
Lea baart nóg een zoon, een zesde zoon, Zebulon. Dat betekent: woning. En daarna nog een dochter Dina, dat betekent: oordeel of uitspraak.
Rachel bidt ook tot God
Rachel heeft dan zelf nog steeds géén kinderen. Ze heeft van alles geprobeerd: haar slavin gegeven en liefdesappelen gebruikt. Maar het werkt allemaal niet. Met al haar verdriet en alle vernedering die ze heeft doorstaan, met al haar tekorten en al het geregel en gedoe, richt ze zich dan uiteindelijk volledig tot God. Wat mooi! Dat is het beste wat je in dergelijke situaties kunt doen.
En dan staat er zo mooi: God hoort en verhoort haar gebed. Ja, hoe ver je ook afgedaald bent, hoe stevig je ook verstrikt geraakt bent in de netten van de vijand, als mensen zich met heel hun hart op God richten, dan hoort God. En dan laat Hij zijn liefde en genade naar mensen uitgaan en verheft Hij de vernederde. De genade die God geeft, kan Rachel nu bereiken. Dwars door alle muren van het duivelse verzet heen, en dat zijn er niet weinige. Na tien zonen van andere vrouwen baart Rachel uiteindelijk Jozef. Zijn naam betekent: God heeft mijn smaad weggenomen. Zijn naam kan ook afgeleid zijn van het werkwoord toevoegen: een zoon bijvoegen. Genesis 30:22 - Toen gedacht God Rachel, en God verhoorde haar; Hij opende haar schoot, en zij werd zwanger en baarde een zoon. Toen zei zij: God heeft mijn smaad weggenomen; en zij gaf hem de naam Jozef, zeggende: Moge de Here mij er nog een andere zoon bijvoegen.
Jozef wordt geboren
Jozef wordt geboren, de eerste zoon van Rachel, de eerste van de beminde. Ik denk dat Jozef daarom ook zo’n bijzondere plaats in het gezin van zijn vader Jakob heeft gekregen. De jongen is door gebed verkregen, door de genade van de Heer ontvangen.
Wat een verhaal! Niet bepaald een geschiedenis om trots op te zijn. Gods volk kent een begin waarvan je zegt: waar moet dat naar toe? Hoe moet dat verder met dat verbond met God, met die zegen van God? Hoe moet hier toch een heilig volk van God uit voortkomen? Wat zit de duivel er bovenop! Wat een invloed heeft hij kunnen uitoefenen op het leven van deze stamvaders en moeders… !
God blijft trouw
Te midden van dit alles houdt God vast aan zijn plan. Tot in eeuwigheid blijft Hij trouw aan het verbond dat Hij met Abraham heeft gesloten. Jakob is en blijft voor God de beoogde stamhouder. Hij mag stamvader zijn en worden van Gods eigen volk. Rachel en Lea mogen stammoeders zijn van Israël, wat er tussen hen ook gespeeld en plaatsgevonden heeft. Ook Bilha en Zilpa worden door God aanvaard als moeders van zonen die aan de basis staan van de twaalf stammen van het toekomstige Israël. Alle zonen van Jakob krijgen van God hun plaats. Wat ze ermee doen en hoe het verder gaat is wat anders, maar God aanvaardt ze. Wat mooi!
God blijft zegenen en genade geven
Ja, zo is God. Hij blijft mogelijkheden zien, blijft geloof houden, en blijft zijn zegen geven. Ondanks alles wat mis gaat of anders gaat - dus niet gaat zoals Hij het heeft bedoeld. Wat een trouw van God, onpeilbaar diep en groot. Op het moment dat Hij zijn genade kan geven, laat Hij die genade werken.
Geldt ook voor ons
Daar kunnen wij veel van leren. Want ook met ons gaat het vaak nog niet altijd, zoals het zou kunnen, zoals het van Godswege mogelijk is gemaakt. Ook wij verdwalen nog wel eens, zakken geestelijk wat af, en doen dingen die niet bij Gods plan behoren. Soms met gevolgen die je niet meer terug kunt draaien.
Wat belangrijk om zulke lessen vanuit zo’n bijbelse geschiedenis op te pakken. Het gaat om te blijven geloven in Gods woorden, om te blijven vertrouwen op zijn beloften. Om te blijven bidden, ook al wordt de belofte niet onmiddellijk vervuld. Blijf je richten op Gods wil, op zijn werk! En bewandel daarbij de weg die Hij je wijst. Vergeet niet wat de Heer je heeft laten zien. Houd zicht op de werkelijkheid van Christus. Besef dat God je altijd genade wil geven, je altijd wil zegenen. Hij wil je recht verschaffen, zijn verbond met jou invullen en waarmaken.
Beantwoord Gods liefde
Vorm je maar een beeld van Gods oneindige trouw. Zelfs in omstandigheden als in deze geschiedenissen houdt Hij vast aan zijn verbond en maakt Hij zijn belofte waar. Beantwoord Gods trouw met jouw trouw, zijn liefde met jouw liefde. Beantwoord Gods geloof met jouw geloof en neem de plaats die Hij je geeft in. God aanvaardt je als een zoon van Hem en geeft je een plaats in het lichaam van Christus, de gemeente. Wie je ook bent en wat je achtergrond ook is. Wat er in je leven ook heeft gespeeld en misschien nog steeds speelt.
Besef de genade en mogelijkheden die Hij geeft. Prijs en dank Hem daarvoor met heel je hart. Dan krijgt Gods volk gestalte en komt Jezus’ gemeente tot volheid, in hemel en op aarde. Ondanks alle tegenwerkingen en te midden van alle moeilijkheden die de duivel creëert, komt dan tot stand wat God bedoelt.